Parijs, 15 januari 1622. Molière komt ter wereld en wordt gedoopt als Jean-Baptiste Pocquelin. Nu, vierhonderd jaar later, wordt de schrijver geëerd door de Comédie Française. Het oudste gezelschap ter wereld in 1680 opgericht onder bescherming van Louis XIV weet zich schatplichtig aan de schrijver. Het viert Molières geboortejaar groots met talloze activiteiten. Op 15 januari 2022 was de aftrap in een overvol theater met de première van Le Tartuffe ou l’Hypocrite. De Comédie had zich geen betere start kunnen wensen. Regie: Ivo van Hove.

Het is niet de versie die de wereld kent als Tartuffe et l‘Imposteur uit 1669 met vijf bedrijven, maar het veronderstelde origineel van drie bedrijven. Molière schreef het in 1664, maar het origineel is zoek. Er is wel een eeuwenlang debat van academici welk deel van de tekst uit 1669 het origineel uit 1664 vormt. Louis XIV, navigerend tussen politieke en religieuze tegenstanders, werd gedwongen de versie af te keuren, zijn persoonlijke liefde voor Molières werk ten spijt. Pas vijf jaar later kon de koning akkoord gaan met de herschreven tekst. Molière verschoof zijn kritiek, van commentaar op foute religieuzen naar commentaar op foute mensen die doen alsof ze religieus zijn. De kritiek op de kerk was daarmee verwaterd.

De keuze voor die eerste versie, een op wetenschappelijk onderzoek gestoelde reconstructie van het origineel, blijkt Van Hoves gouden greep. De voorstelling toont een wereld van geloof en ongeloof, waarachtigheid en hypocrisie. De acteurs laten die zingen en kraken in de melodieuze taal van Molière die op geen enkele manier meer archaïsch klinkt. Met enkele personages en subplots minder dan de versie uit 1669 ligt de focus op de strijd tussen geloof in het mystieke en dat van de ratio. Maar de voorstelling gaat ook over een familie die onderling verdeeld raakt als Tartuffe zijn intrede doet.

Met briljante acteurs van la troupe, een sober en esthetische vormgeving van Jan Versweyveld en An d’Huys (kostuums) en een prachtig subtiele muzikale ondersteuning van filmcomponist Alexander Desplat en zijn ega Dominique Lemonnier (bekend als Solrey) in Van Hoves strak gechoreografeerde regie moet deze Tartuffe wel de annalen van de Comédie Française ingaan als een van de bijzonderste producties in haar lange geschiedenis.

Op de bühne in het donker ligt een in lompen gehulde clochard, Tartuffe (Christophe Montenez). Vanuit een onbestemde omgeving doemt Orgon (Denis Podalydès) op. ‘Maman..!’ roept hij verwilderd en madame Pernelle alias ‘Maman’ (Claude Mathieu) snelt te hulp. Gezamenlijk ontfermen zij zich over de schijnbaar hulpeloze. Naakt laat Tartuffe zich wassen in het door aansnellende bedienden op toneel geschoven zinken bad. Decorstukken glijden aan touwen omlaag, er verschijnen tafels en stoelen en vazen met weelderige boeketten. Fakkels zetten de ruimte in een prachtig oranje gloed, kroonluchters completeren en transformeren het toneel in een nieuwe omgeving. De Tartuffe van Montenez verandert mee. In sober chique maatpak worden zijn bewegingen zelfgenoegzamer en zijn blik bewuster: hij wordt een van hen.

Orgon raakt in de ban van deze godsdientsprofeet en neemt hem op in zijn huis. Zijn vrouw Elmire (Marina Hands), zoon Damis (Julien Frison), zwager Cléante (Loïc Corbery) en bediende Dorine (Dominique Blanc) proberen te waarschuwen, ieder met eigen motivatie. Maar tot aller frustratie verkiest Orgon Tartuffe te geloven, totdat zijn vrouw Elmire de hypocriet via een list ontmaskert. Hij blijkt een faux dévot die vooral Elmire begeert. De enige die uiteindelijk niet van haar geloof in Tartuffe valt, nu tot frustratie van Orgon, is zijn moeder. Zij verdedigt haar oude waarden, maar in Van Hoves interpretatie zal dat haar duur komen te staan.

De voorstelling kent een cadans als een metronoom. Een groot wit vel op de vloer lijkt het strijdveld. Acteurs komen op, knetterende klap, een kleine buiging en een nieuwe scène begint. De kenmerkende videobeeldtaal van Van Hove en Versweyveld is hier gereduceerd tot strakke projecties van simpele zinnen in grote witte letters. Ze roepen vragen op of geven commentaar. Qui était cet homme? Amour ou soumission? La force des arguments. In prachtig samenspel met de muzikale score van Desplat en Solrey brengen ze helderheid en dwingen tot nadenken.

Maar de grootste kracht van de voorstelling zit in de acteurs. De regie van Van Hove biedt hen ruimte te excelleren. Denis Podalydès als Orgon ontpopt zich tot de meester van subtiel acteren, of het nu is in tragikomische gesprekken met bediende Dorine (een prachtrol van Dominque Blanc) of een bijna erotische scène waarin hij Tartuffe omhelst en zoon Damis verwerpt. Loïc Corbery als zwager Cléante is de verpersoonlijking van de ratio. Hij duelleert met woorden in een ultieme dialoog met Tartuffe waarin de ratio de hypocrisie moet ontmaskeren. Het leidt tot een ongekend staaltje hogeschool acteren tussen op elkaar ingespeelde acteurs waarin Van Hove hen simpelweg op twee stoelen plaatst in een frontale opstelling. Molières redeneringen en drogredeneringen buitelen over elkaar heen.

Die zelfde ruimtelijke indeling komt terug in een gepassioneerde scène tussen Elmire en Tartuffe. Dominique Hands als Elmire speelt een eerst nerveus onderdanig dan weer superieur overheersend personage dat op en neer slingert tussen erotische aantrekkingskracht voor Tartuffe en de wens hem te gronde te richten. Montenez als Tartuffe is een absolute meester van de onderhuidse spanning. Vanaf zijn eerste verschijnen maakt hij in de kleinste beweging voelbaar: deze man gaat onheil afroepen over de familie. En dat gebeurt.

In Le Tartuffe ou l’Hypocrite volgt géén ingreep van de koning die alles tot een goed eind brengt, zoals in de versie van 1669. De ideologie van absolute monarchie, het Frans politieke systeem uit de 17eeeuw, heeft voor ons zijn betekenis verloren. Dat maakt de keuze van Van Hove voor de versie zonder zo’n einde logisch. Maar Van Hove gaat verder en zet de focus van het stuk nogmaals op losse schroeven. In zijn interpretatie is de lijn tussen waarachtig en onwaarachtig zo dun dat het kan leiden tot een ander slot dan die de tekst biedt. Hij toont ons negen maanden later. De acteurs staan in kleuriger kleding rond een vuur. Elmire staat hand in hand met Tartuffe en is hoogzwanger, Madame Pernelle is al verdwenen en Orgon is aan de bedelstaf. Is de oude orde echt verdwenen, of heeft de hypocriet zijn plaats in die orde ingenomen? Het is dat beeld dat beklijft en tot nadenken stemt over gevaren van manipulatie en hypocrisie, en de realisatie dat deze niet voorbehouden zijn aan een samenleving van vierhonderd jaar terug.

De voorstelling is vanaf 1 april te zien bij Pathé Live. Foto: Jan Versweyveld