Afgelopen week speelde Laura van Dolron haar nieuwe voorstelling, twee keer per dag, steeds voor twee mensen. De Nieuwe Laura klinkt als iets dat in de etalage ligt, en verwijst waarschijnlijk naar een opmerkelijke transformatie die de theatermaakster recentelijk doormaakte, maar eigenlijk was ze als vanouds.
(meer…)
Allebei zijn ze keurig getrouwd, het schuldgevoel is groot, maar het is moeilijk om los van elkaar te komen. Zij, Laura Jensen, had een stukje piepschuim in haar oog. Hij, dokter Alex Horta, haalde het eruit, zo wellevend en gevoelig als dokters uit romans dat doen. Zullen ze elkaar ooit nog eens zien? Welkom bij Laura exterieur van SKaGeN, nu in de hal van het centraalste station van Nederland.
Utrecht Centraal is net verbouwd. We weten nu waar het balkon voor is: voor de tribune die het publiek een mooi overzicht geeft over de nieuwe stationshal. Er komt een hipster voorbij met een driehoekige steek, een meisje in een flamboyante rode cape, diverse prinsessen met tulen jurken, een viking met een enorme bijl en een wonderlijke verzameling hoofddeksels, oortjes en geweien. Maar inderdaad, verreweg de meeste mensen zien eruit als normale mensen. Duiven werken op de grond aan de instandhouding van de soort of vliegen over.
Als je je koptelefoon opzet, kom je dankzij een mierzoete versie van Moon River (vette strijkers, smachtende mannen- en vrouwenkoortjes) in een andere wereld terecht, maar met hetzelfde decor. Omdat je een voorstelling verwacht, zoek je in de hal naar waar die kan beginnen. Dat is nog niet zo makkelijk: er zijn heel wat plekken die daarvoor in aanmerking komen. Als iedereen wist hoe interessant het is om vanaf een balkon een stationshal te bekijken, lijkt me dat een gevaar voor het theaterbezoek.
Hoewel, dat ijskarretje zou er wel eens bij kunnen horen, met zijn roodwit gespiraalde paaltjes aan weerszijden en zijn ijsdeksels als enorme slagroomtoeven. Het ijsmeisje heeft een retrokapsel dat op de Parade niet zou misstaan. Door de koptelefoon horen we haar dialoog met de omvangrijke conducteur die haar de avond ervoor had laten zitten, terwijl ze een dinerafspraak hadden. Smoesjes.
Op de trap tussen balkon en vloer neemt een stel smartelijk afscheid. Hij vertrekt naar Congo, voor jaren. Ze nemen nog een laatste ijsje, passievrucht natuurlijk. Dan komt een enorme blondine, die heel terecht Dolly heet, met haar onophoudelijke gekwek de laatste minuten verpesten. Wegsturen kan niet, want wat Laura en Alex hebben is geheim.
De rest van de voorstelling laat zien hoe het zo gekomen is. Op een scherm bovenop de lifttoren zien we Laura’s huiselijke omstandigheden. Ze heeft een niet onvriendelijke, maar nogal ongeïnteresseerde kruiswoordpuzzelende man en een zoon. De vormgeving is vet jaren zestig, tot en met de reclames die in beeld blijven als de handeling live doorgaat.
In scènes zien we hoe Laura en haar dokter met elkaar in contact kwamen, hoe ze samen naar de film gaan, hoe zij zich probeert los te scheuren en hoe hij haar met bronzen stem en welgekozen woorden steeds weer overtuigt van het onontkoombare van hun situatie. Die uiteindelijk toch niet zo heel onontkoombaar is, want hij kiest ervoor om in Congo te gaan werken en met gezin en al naar de tropen te verkassen.
SKaGeN maakte Laura exterieur, gebaseerd op de film Brief encounter (1946) van David Lean, al in 2006, maar maakt nu een versie voor Utrecht Centraal. De Antwerpse groep vertelt het verhaal handig en smakelijk, met veel humor, gesmacht en gevoel voor de normen van destijds. Laura is bedeesd, ingetogen, een smeulende vulkaan vol besef van schuld en hoe het hoort, Alex is doortastend, maar niet drammerig. Met fluwelen handschoenen leidt hij haar naar waar hij haar hebben wil. Van de bijrollen is de speelstijl lekker overdreven, zodat Laura en Alex (Clara Van den Boek en Valentijn Dhaenens) nog wat echter en redelijker lijken.
SKaGeN heeft dankbaar gebruik gemaakt van de enorme ruimte die aan de voeten van het publiek ligt. De reizigers in de hal kijken geamuseerd naar het dansje waaraan de geliefden zich toch een keer durven over te geven. Het ijsmeisje moet een paar keer aan de stationsbezoekers uitleggen wat er speelt, maar is niet te beroerd om een crèmeke uit te delen.
Na de voorstelling hoor ik in de trein een groepje jonge reizigers met maskers schuin op hun hoofd praten over hoe ze hun begrafenis voor zich zien. Voor de een moet er een koor live Oh happy day zingen, de ander wil een fles van de duurste whisky over zijn kist gegoten krijgen. Hennesey bijvoorbeeld. En een kilo hasj, zodat er onder de grond ook nog wat te roken valt. Theater is raar en mooi, maar de werkelijkheid kan er ook wat van.
Foto: SKaGeN/Willy Wtterwulghe