‘Dit stuk gaat over taal, en bevat veel tekst’, zo opent Marah Haj Hussein haar voorstelling. ‘Héél véél tekst, die nogal snel voorbij komt. Als je een trage lezer bent … ’ Even neemt ze een plagerige pauze. ‘ … good luck then!’ Ze brengt het met een knipoog en een ontwapenende glimlach, maar haar publiek ervaart vanaf de eerste minuten dat aan haar vermaning geen syllabe was gelogen.

In een razend tempo krast Hussein schoolborden vol met een krijtje, en schiet ze heen en weer tussen dozen en andere objecten die zijn bezaaid met woorden en zinnen. Language: No Broblem, zoals haar voorstelling uit 2023 heet, beleefde zijn Nederlandse première tijdens de openingsavond van Explore the North in Leeuwarden. Lost Voices was het thema van de editie 2024 van dit Friese festival. Het wilde ‘een podium’ geven ‘aan verloren, verborgen en onderdrukte stemmen’.

Language: No Broblem gaat over taal, inderdaad. Maar hoe kom je erop om de sleutelrol van taal in de cultuur er omheen zó te representeren? Schoolborden – oké, dat had ik zelf ook nog kunnen bedenken. Maar al die doosjes met tekst erin en erop die Hussein open- en dichtdoet, waar ze op en weer vanaf springt, waarachter ze verdwijnt, om seconden later als een duveltje weer tevoorschijn te komen? ‘Tralááá!’

Alsof wij, haar publiek, kinderen zijn, en zij de juf, die ons iets uitlegt aan de hand van een verbluffende, virtuoze show. Met die metafoor bedoel ik niets denigrerends, integendeel. Alleen uitzonderlijk goede onderwijzers kunnen en durven dat, hun leerlingen op die manier iets ingewikkelds bijbrengen. Door voor hen zo ver te gaan, zo ver hun nek uit te steken, bewijzen zij ook hoe serieus zij hun gehoor nemen.

En boy, hoe serieus neemt Hussein haar publiek. Door haar doosjesact heen vlecht zij ook nog eens drie verhaallijnen, en een woordenloos bewegingsnummer, waarin zij balanceert op de dunne latjes van een soort houten kamerscherm in het midden van haar scène. De hele opzet vergt een adembenemend gevoel voor timing, een circusacrobaat waardig. Hussein, danser van origine, draait er haar hand niet voor om. Ze doorloopt haar gehele, zelf bedachte, intens complexe en veeleisende parcours foutloos, en schijnbaar moeiteloos.

Des te verbluffender is de hele vertoning, omdat een eerste versie van Language: No Broblem haar afstudeervoorstelling was. Geen wonder, dat zij met het eindproduct de Roel Verniers Prijs won, en dat de finale versie in 2024 werd geselecteerd voor het Vlaams Theaterfestival.

Ook de boodschap van Language: No Broblem is diep serieus. Hussein is een Palestijn, opgegroeid in Kofer Yassif in het Noorden van Israël, waardoor zij Palestijns-Arabisch – de taal kent vele regionaal bepaalde, en nogal verschillende versies – én Hebreeuws spreekt. En tevens vloeiend Vlaams en Engels: zij woont en werkt in België, waar zij haar bachelor Dans behaalde aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen, en een master Drama aan het KASK in Gent. In Language: No Broblem spreekt zij alle vier haar talen.

Maar in de kern draait haar voorstelling om het conflict tussen het Palestijns-Arabisch en het Hebreeuws. Vanaf 2021 interviewde Hussein twee jaar lang haar familieleden in Israël. In talloze fragmenten uit die interviews horen wij Palestijnen vertellen over hun liefde voor, en vertrouwdheid met het Arabisch, en over hoezeer het Hebreeuws met het Arabisch verwant is. Maar de staat Israël eert die verwantschap niet.

Door het Hebreeuws tot de officiële voertaal te verheffen, ook voor zijn Arabische burgers, probeert de Israëlische overheid het Arabisch te verdringen, en daarmee ook de Arabische cultuur. De Palestijns-Arabische taal en cultuur dreigen een disappearing voice te worden, om bij het Explore-thema te blijven. Hussein begint Language: No Broblem met de overeenkomsten tussen de twee talen. Beide worden geschreven van rechts naar links, beide hebben talloze woorden en uitdrukkingen gemeen.

Maar juist daarin ligt het conflict al besloten: het vergemakkelijkt de slinkse, geleidelijke Hebreeuwse toeëigening van het Arabisch. Hussein demonstreert die combinatie van verwantschap en conflict door in de eerste minuten van haar voorstelling vier Arabische woorden op haar eerste schoolbord te krijten.

Yahoudi betekende oorspronkelijk, heel neutraal, Jood, of Joods – vóór de stichting van de staat Israël in 1948 leefden Arabieren en Joden eeuwenlang overwegend vreedzaam samen, in wat toen nog Palestina heette. Maar na 1948 evolueerde de betekenis van yahoudi tot ‘Joods-Israëlisch staatsburger’. Fosha staat voor geschreven Arabisch, een moderne, universele standaardtaal in het gehele Arabische taalgebied voor bijvoorbeeld literatuur en officiële toespraken, die wortelt in het klassieke Arabisch waarin de Koran werd geschreven, en die zich onttrekt aan de vaak grote regionale verschillen tussen gesproken Arabisch. Nakba, vrij vertaald ‘de catastrofe’, staat voor de massale verdrijving door de nieuwe staat Israël van de Palestijnen in en na 1948 uit gebieden waar zij eeuwenlang hadden gewoond. Khallas, tenslotte, betekent ‘genoeg’.

Hussein combineert de vier tot een boodschap: occupation no more. Om die bij haar publiek in te prenten, takelt zij het schoolbord met de vier woorden, die gedurende de voorstelling regelmatig blijven terugkeren, met een katrol boven de scène, waar het tot het einde blijft hangen.

Dan volgen de getuigenissen van haar familieleden – de eerste verhaallijn. Hoe zij proberen Engelse en andere vreemde, gangbaar geworden woorden te vermijden, om hun moedertaal te eren en te koesteren. Hoe de rijkdom in woorden en uitdrukkingen van het Arabisch hen in staat stelt de meest subtiele verschillen exact te benoemen, waarvoor vreemde talen de alternatieven ontberen. En hoe de van staatswege geforceerde opmars van het Hebreeuws hen daarin tegenwerkt.

Want het Hebreeuws is de voertaal in het onderwijs, in het leger, in het zakenleven, in de rechtspraak, en in alle communicatie met de overheid. Zelfs met psychotherapeuten kunnen zij moeilijk communiceren, omdat die hun Arabische subtiliteiten niet begrijpen. Hussein maakt dat even subtiel duidelijk door haar talloze geschreven en geprojecteerde, in het Engels vertaalde teksten te doorspekken met onvertaalde Hebreeuwse woorden, waardoor haar Nederlandse publiek in Leeuwarden maar half kan begrijpen wat er staat.

Zo maakt zij, langs een totaal originele en nieuwe route, een dilemma zichtbaar dat voor ons, sinds 7 oktober 2023, kopje onder is gegaan in het conflict tussen Hamas en de staat Israël. Wat er werkelijk speelt tussen Joodse Israëliërs en Palestijnse Arabieren, al zeker een eeuw lang, is volledig overstemd door een haat- en scheldcircus waarin wederzijdse beschuldigingen van antisemitisme en moslimhaat domineren.

Marah Haj Hussein hanteert een totaal andere toon. Lichtvoetig, ironisch, subtiel docerend soms. Juist daardoor slaat wat zij haar publiek wil doen inzien, bij ons in als een bom. Met haar lichte, milde toets schept zij voor ons de ruimte om ook de universele dimensie van haar verhaal te zien. De inzet van het Hebreeuws als onderdrukkingswapen bedreigt niet alleen de Palestijns-Arabische taal en cultuur, maar ook die van de Israëliërs zelf. Daarin schuilt een parallel met de opmars van het Engels in het Nederlandse taalgebied, ook al is die niet gedreven door de veroveringsideologie van één natiestaat.

Hussein benadrukt die parallel met haar tweede verhaallijn – haar regelmatige forensen per trein tussen Gent en Antwerpen, tijdens haar opleiding, en wat zij onderweg meemaakte aan culturele misverstanden met medepassagiers. Haar derde verhaallijn, tenslotte, is een ronduit geniale. Op scène bakt zij een eitje. Zij eet het niet op, maar laat haar publiek ruiken aan het bord waarop zij het spiegelei neervleide. Voor de geur die zo’n gebakken ei nalaat, heeft het Arabisch namelijk een eigen woord: zankha. Wij herkennen de geur niet eens, laat staan dat wij die zouden kunnen benoemen in onze eigen taal, die daarvoor een woord ontbeert. Taal bepaalt dus ook mede wat wij ruiken. Hoe bijzonder is het, om in een theatervoorstelling dát te leren ontdekken?

Language: No Broblem staat op zaterdag 7 december in het Grand Theatre in Groningen. Ik druk jullie dringend op het hart hem daar te gaan zien. Je zult een avond beleven om nooit te vergeten.

Foto’s: Marc T’Syen