Iets leuks? In deze tijden? Daar heeft Elout Hol helemaal geen zin in, maar hij laat zich overhalen door medespeler Mark Haayema. Goed, een sprookje dus, compleet met ‘er was eens’ (‘anders is het niet echt gebeurd’), maar dan wel meer passend bij het grimmige nu. (meer…)
‘Ik laat me niet kisten!’ zingt Hugo de Groot in Lang geleden… Hij en andere bekende figuren uit de Nederlandse geschiedenis worden in een raamvertelling neergezet door acteursfamilie De Leeuw. In eerste instantie denk je getuige te zijn van een ouderwets wagenspel, maar dan komt puberdochter Bregje oprennen met een smartphone: ‘Ik heb al tweehonderd volgers!’ Zo lopen in Lang geleden… de eeuwen en de verhaallijnen steeds door elkaar, met kleurrijk resultaat.
De voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige geschiedenisboek van Arend van Dam en Alex de Wolf, met als missie om de vaderlandse geschiedenis toegankelijker te maken voor kinderen. Dit heeft regisseur Mark Haayema neergezet als raamvertelling: we volgen vader, moeder en dochter De Leeuw, een groep toneelspelers op een marktplein samen met hun muzikant (Robbert van Unnik), die al gauw wordt gepromoveerd tot acteur wanneer vader zijn kostuum niet past.
Dit gaat niet zonder slag of stoot: Bregje (Myrthe Zonneveld) vindt optreden voor zoveel mensen vooral ‘awkward’ en vader en moeder raken om de haverklap in verhitte discussies over historische correctheid. De rode draad van hun play-within-a-play is het leven van Willem van Oranje, maar ook andere figuren zoals Hugo de Groot en Jacoba van Beieren komen aan bod. Dit gaat op een speelse, associatieve manier met veel kostuumwissels en onderbrekingen. Ondanks dat ze in hun vertelling afwijken van chronologie, is het nooit lastig te volgen.
Alle vier de acteurs maken muziek, en net zo makkelijk als dat ze van rol wisselen, wisselen ze van instrument: ze bespelen bijna allemaal de gitaar, cahon en orgel. De liedjes zijn swingend en hebben een hoog meezinggehalte, zonder dat het flauw wordt. Het lied ‘Hard tegen hard’, een gezongen en gerapte battle tussen Willem van Oranje en Filips II, is het kopstuk door de pakkende energie en knappe meerstemmigheid. Naast de liedjes worden bijna alle scènes ondersteund door gitaarmelodieën, waardoor er een troubadour-achtige sfeer ontstaat.
De personages worden met veel humor neergezet. Hugo de Groot heeft een plat Rotterdams accent en de vader van Jacoba van Beieren zou ‘ook wel een prinses willen zijn’. Moeder Geertje de Leeuw (Sandra Dijkstra) wil het verhaal van Jacoba van Beieren graag vertellen om te bewijzen dat er ook belangrijke vrouwen zijn in de Nederlandse geschiedenis, maar mislukt daarin omdat man Victor (Pim van Alten) laat zien dat Van Beieren altijd werd bijgestaan door invloedrijke mannen. Stel dat er een vervolgvoorstelling komt (en waarom niet, er zijn nog honderden mooie geschiedenisverhalen), dan zou het mooi zijn als daar wél een voorbeeld in zit van een succesvolle, invloedrijke vrouw uit de Nederlandse geschiedenis.
Het stuk eindigt sterk: de acteurs nemen de kinderen zin voor zin mee door het eerste couplet van het Wilhelmus en laten zien dat alle informatie daarin aan bod is gekomen in de voorstelling. Dit is precies hoe Van Hoorne geschiedenis toegankelijk heeft gemaakt voor kinderen. Ze snappen nu wat de ingewikkelde en archaïsche taal in het Wilhelmus betekent en waarom het tot op de dag van vandaag wordt gezongen, en daarna wordt er afgesloten met een feestelijk lied.
Lang geleden… is zowel historisch getrouw als fantasierijk en laat precies zien dat het goed vertellen van spannende verhalen de kracht is van zowel geschiedenis als theater.
Foto: Wim Lanser