De boksring op het toneel doet strijd vermoeden. En dat klopt ook: de muziekvoorstelling In het licht door Solo Stories vertelt het heftig bewogen verhaal van een zangeres die droomt van een grootse carrière. Maar telkens dwalen haar gedachten af naar een gruwelijke jeugd, waarin ze werd misbruikt door haar stiefvader. (meer…)
Vlak voor het einde van de jongerenmusical Laat het licht aan stokt Jarno Korf, midden in een zin valt hij stil. Er volgen seconden die als minuten aanvoelen, waardoor het drama dat de veertig minuten daarvoor in hoog tempo op de kijker werd afgevuurd, onverwacht hard naar binnen slaat.
Jarno Korf baseerde de korte voorstelling Laat het licht aan op zijn eigen ervaringen met seksueel misbruik en de diepe depressie die daar in zijn puberjaren op volgde. Die wetenschap geeft de voorstelling onmiskenbaar een grote lading: het getuigt van enorme moed hoe Korf, 24 jaar inmiddels, zijn ervaringen theatraal heeft gemaakt en nu inzet om het bewustzijn bij middelbare scholieren te vergroten.
Korf studeerde met een andere versie van deze voorstelling af aan de Frank Sanders Musical Akademie. Na zijn afstuderen bouwde hij het project, samen met muzikant Willem van Leunen, uit tot volwaardige, sober geënsceneerde schoolklasvoorstelling. Het tweetal richtte daarvoor Throughout Productions op, een productiebedrijf dat na deze voorstelling ook andere taboes voor de leeftijdsgroep via theater bespreekbaar wil maken.
In Laat het licht aan staat de moeizame relatie tussen Jarno en zijn omgeving centraal, nadat hij na een negatieve ervaring bij een psycholoog in een klap alle vertrouwen in de professionele hulpverlening verliest en in een steeds diepere depressie belandt. Hanneke Engels speelt de personages om Jarno heen, met name zijn weliswaar goedbedoelende, maar gaandeweg tot wanhoop gedreven moeder. Daarnaast speelt ze een stugge docent die meer oog heeft voor schoolprotocollen dan voor de scholieren waar die protocollen eigenlijk voor bedoeld zouden moeten zijn.
In een rijgdraad aan korte scènes (regie: Herman Bolten) wordt de kijker in hink-stap-sprong door de tienerjaren van Jarno heen geloodst. Qua dynamiek valt er in de voorstelling nog wat te winnen: het tempo van de meestal frontaal gespeelde scènes ligt vrijwel zonder uitzondering hoog, met geagiteerde dialogen die vrijwel consistent tot uitgesproken conflict leiden en dan abrupt worden afgebroken. De scènes worden ruimhartig gelardeerd met reflectieve liedjes.
Als toeschouwer krijg je een goed beeld van de onmacht van dit ‘probleemkind’ en diens omgeving, waarbij iedereen met de beste bedoelingen al snel de verkeerde dingen doet. Jarno’s omslag komt enigszins uit het lucht vallen, maar is daarmee niet minder waardevol: leer vergeven, vooral jezelf en je eigen pijn, focus op wat je wél bent en wat je wél kan, want je bent meer dan je trauma en je verdriet.
Foto: Boy Hazes