Tijd is een raar ding. Ook al zit er dertig jaar tussen, twee gebeurtenissen kunnen alsnog op elkaar inhaken, met elkaar aan de haal gaan. Het is 2050: Manuel (59 jaar) wordt uitgenodigd in zijn geboortestad Buenos Aires, waar hij dertig jaar eerder een succesvolle documentaire opnam. (meer…)
Op het toneel staat een stuk van een afgedankte auto. De kofferbak, de achterbank en de achterwielen, meer is er niet van over. Een jonge vrouw klautert eruit en begint te zingen – luid en vals – en te swingen op de muziek op haar smartphone. Enige tijd later duikt een man op uit de auto. Het is de vader van Maria, zoals de vrouw heet. Uit de auto steekt nog een paar benen. Lucia, de zus van Maria, slaapt. Lucia slaapt graag en veel, leren we later. De vader steekt een sigaret op. ‘Stop toch met roken!,’ smeekt Maria hem. ‘Het is de laatste,’ liegt hij, voor de zoveelste keer.
Er ontspint zich een eenzijdig gesprek. Maria praat en praat, haar vader zwijgt vooral, of geeft onbevredigende antwoorden. Gaandeweg pikt de toeschouwer flarden informatie op. Vader is gescheiden van de moeder van de twee meiden in de auto. Omdat hij vreemd ging? Hij was een mooie man vroeger, alle mooie meiden vielen op hem. Vader is er mistig over, lacht alleen wat. Het gaat ook vaak over zijn moeder. Hun oma, die inwoont bij hun tante, de zus van hun vader. Maar er is iets met oma. Is ze nou dood of niet? Weet vader eigenlijk het antwoord op die vraag, laat staan zijn dochters?
Er wordt veel gepraat in La laguna van de Argentijnse maker Agostina López, dat dezer dagen zijn Nederlandse première beleeft op het festival Noorderzon in Groningen. Over familierelaties. De drie houden veel van elkaar, zoveel is duidelijk. De vader van zijn dochters, Maria en Lucia van hem, van elkaar en van hun oma. Maar er is ook veel dat hen verdeeld houdt. Maria voelt zich miskend, verwijt haar vader dat hij meer van Lucia houdt dan van haar. López is geen Ingmar Bergman, die haar personages alles op tafel laat leggen. La laguna gaat vooral over wat er niet boven water komt. Letterlijk: op zeker moment verdwijnt vader van het podium. Als hij terugkeert druipt hij van het water. Hij is met kleren en al in het naburige meer uit de titel gesprongen.
Geëmotioneerd begint hij te vertellen over zwempartijen van vroeger waaraan het meer hem deed denken. Het lijkt niet tot zijn dochters door te dringen. Zelfs niet tot Maria, die zoveel wil weten van haar vader. De gevoelens, het verleden en de relaties van de drie zinken, naarmate de voorstelling vordert, steeds dieper naar de bodem van dat meer. Wat er wel wordt gezegd, onderstreept slechts het onzegbare. Als Argentijnse is López misschien meer dan wij vertrouwd met onvertelbare verhalen – over verraad en geweld van man jegens vrouw, van ouder jegens kind, van buren en vrienden tegen elkaar. Maar het terrein dat zij verkent is universeel. De personages in La laguna ‘zitten vooral vast in het verleden, waardoor ze niet verder kunnen in het heden, de toekomst in,’ zegt zij in een interview.
Iedere familie kent zo’n peilloos diep meer. López leidt haar publiek subtiel maar met vaste hand dat water in. La laguna is warm en vaak erg grappig, maar wordt tegelijk ook steeds ongemakkelijker. Waarom sprong vader met kleren en al in het meer? Is Maria lief en kwetsbaar, of een dwingeland? De drie openen een pak van hun lievelingskoekjes, eten er een paar – en strooien de rest achteloos over de grond uit, waarna Maria en Lucia er middenin gaan liggen. Met zulke kleine ongerijmdheden dringt López haar publiek het onzegbare op: is hier soms sprake geweest van incest?
Haar drie acteurs beweegt zij tot prachtig spel. La laguna dringt niets op, het laat de toeschouwer zelf ontdekken. Dat vooral is de kracht van deze voorstelling.
Foto: Nora Lezano