Kwatta stopt na het lopende theaterseizoen. Na het wegvallen van structurele subsidie van zowel de Rijksoverheid als de provincie Gelderland is het jeugdtheatergezelschap uit Nijmegen ‘niet meer in staat de continuïteit en artistieke kwaliteit, die zij hoog in het vaandel heeft staan, te waarborgen’. Op 12 maart gaat Kwatta’s laatste voorstelling Metamorfosen in première. (meer…)
‘Tak!’ Razendsnel maken we ons zo klein mogelijk en proberen muisstil te zijn tot het gevaar is geweken. Als de kust weer veilig is, vervolgen we onze tocht over de gele stenen weg, in de hoop de Tovenaar van Oz te vinden. We zijn al anderhalf uur onderweg, hebben dingen gedaan die we normaal nooit in een theater doen, maar of we zullen slagen in onze missie?
‘Tak’ is het codewoord dat we een uur geleden samen hebben gekozen, vlak nadat we resoluut uit de zaal werden gebonjourd. Het begon allemaal min of meer vertrouwd, in de zaal. Vier acteurs, waarvan eentje achter de piano het verhaal van de Tovenaar van Oz voor ons zou gaan spelen. Een detail was deze groep troubadours echter vergeten: de voorstelling afstemmen met het theater. Tot grote irritatie van de conciërge, die de boel al aan het opruimen was voor de zomersluiting. Tien minuten kunnen ze krijgen, meer niet.
Natuurlijk redden ze dat nooit, maar ach, als ze eenmaal bezig zijn, zal niemand de voorstelling verstoren. Deze conciërge laat echter niet met zich sollen en blaast na nog een waarschuwing iedereen met een windmachine de zaal uit. We splitsen ons in twee groepen, vastbesloten om dan maar zelf op zoek te gaan. Naar de tovenaar, maar vooral naar het vervolg van het verhaal. Regelmatig doen we een buddycheck en natuurlijk laten we niemand achter en wachten we als een van de ouders even naar het toilet moet.
In ruim een uur belanden we op de plekken van het theater waar we normaal nooit komen: in een kleedkamer, in een techniekruimte, in de coulissen en zelfs midden op het podium in het spotlicht. In al die ruimtes ontmoeten we personages uit het verhaal dat ouders vooral kennen van de film met Michael Jackson en Diana Ross, maar de kinderen vooral van de Boomerang-cartoon Dorothy and the Wizard of Oz.
We denken – zittend, knielend, staand en zelfs liggend – mee met de tinnen man zonder hart voor emoties, delen onze angsten samen met de bange leeuw, bedenken vragen voor de vogelverschrikker zonder brein die even later door de opeens opgedoken koorleden gezongen worden en delen liggend op matrassen met Dorothy wat we het meest missen als we lang van huis zijn. En we zingen, we dansen, lopen in een lang lint met elkaars handen vast door het donker. Volwassenen worden, op een even gemakkelijke als magische wijze waarop Disney alleen maar jaloers kan zijn, kind en de kinderen gaan helemaal op in deze onverwachte tocht, worden heerlijk rebels – hoezo ‘verboden voor onbevoegden’?, dat bord hing er net nog niet!
Die tovenaar? Nee, die vinden we uiteindelijk niet. Maar net als in het oorspronkelijke kinderboek draait alles in deze kweeste van Annelies van Wieringen om de zoektocht, de mensen die we daarbij leren kennen en daarmee ook onszelf. Klikken met de rode schoentjes brengt ons ook nu veilig thuis: in het theater.
Het knappe van dit avontuur is dat Kwatta Kweeste nog meer intimiteit heeft dan voorstellingen in de kleine zaal, maar moeiteloos de grote zaal en alles daaromheen bespeelt. Juist door de keuze voor een verhaal dat jong en oud kent, in welke adaptatie dan ook, is dat verhaal ondergeschikt geworden aan wat we zelf beleven. Daarbij is deze kweeste de ultieme rondleiding achter de schermen, kijken we niet naar een spel, maar gaan daar allemaal in op, luisteren niet louter naar muziektheater, maar worden daar onderdeel van door zelf de tekst te schrijven en mee te zingen. We leren bovenal dat we allemaal wel iets gemeen hebben met Dorothy, de tinnen man, de bange leeuw, de breinloze vogelverschrikker en de boze conciërge. Je kunt die kanten wel weg proberen te jagen, maar er is in elk geval een plek waar ze allemaal weer samen kunnen komen, zelfs de conciërge.
Voorstellingen op ongebruikelijke plekken in een theater zijn geen unicum, voorstellingen waarbij het publiek zelf daadwerkelijk mee moet doen evenmin. Maar een geslaagde combinatie van beide is meer dan bijzonder, zeker als die aansluit op de overige voorstellingen van een gezelschap. Momo was een verkenning van theater in de open lucht, Dissus een polder-Odysee, Mariken een middeleeuwse zoektocht en het nog onvoltooide theaterfeuilleton De familie van Nielie een zoektocht naar wat een familie betekent. Kwatta Kweeste doet het en meer, want subtiel bevat deze zoektocht ook een positieve boodschap voor alle theatermakers die waar dan ook naar buiten worden geveegd. Nee, het is niet zo eenvoudig als met die rode schoentjes klikken om daar te komen waar je wil zijn, maar je verhaal vertellen kan overal en misschien wordt juist daar echt geluisterd.
Foto: Laura Luca