Wat als je van je kind houdt, maar doodongelukkig bent in je rol als moeder? In de Friestalige voorstelling Krijst der safolle foar werom is dit dilemma helder uitgewerkt, zonder dat het al te schematisch uitpakt.

Pas tegen het eind van Krijst der safolle foar werom wordt de titel uitgesproken: je krijgt er zoveel voor terug. Net daarvoor heeft werkende moeder Djoeke (Anna Raadsveld) de pijnlijke waarheid opgebiecht: liever was ze geen moeder geweest. En nu ze ontdekt heeft dat ze opnieuw zwanger is, wil ze geen tweede kind op de wereld zetten. Niet omdat ze niet van haar eerste kind zou houden, juist wel. Maar omdat ze ervaren heeft dat het moederschap niet bij haar past. En omdat ze helemaal niet het gevoel heeft dat ze er zoveel voor terug heeft gekregen. Juist niet.

Djoeke komt tot deze conclusie in een tekst van de als scenarist debuterende actrice Ali Zijlstra, die Nynke Laverman naar het Fries vertaalde. Indachtig de missie van het Friese gezelschap Pier 21, dat prikkelende voorstellingen wil maken over maatschappelijke thema’s, belicht ze het heikele onderwerp spijtmoeder van alle mogelijke kanten. Tegenover de spijt van Djoeke zet Zijlstra de vurige kinderwens van broer Frank (Benno Veenstra), die met zijn partner is opgelopen tegen de hindernissen die zijn opgeworpen rond het homo-ouderschap. 

De diametraal tegenstelde ouderschapswensen van broer en zus hadden makkelijk kunnen leiden tot een schematische verhandeling. Het script omzeilt dat handig, door de handeling te situeren tussen de tribunes van een theater/gymzaal/dorpshuis, waar Frank als dramadocent een kerstmusical met kinderen instudeert. In deze omgeving voelt het natuurlijk aan dat broer en zus elkaar betrekken in allerlei rollenspellen, waarin ze hun angsten, verlangens en zorgen uitspreken.

Zo zetten ze zich alvast schrap voor het vermoedelijk desastreus verlopende kerstdiner, waar hun gescheiden ouders elkaar zullen ontmoeten. Frank bereidt zich voor op een gesprek waarin hij zijn moeder wil confronteren met meerdere verwijten. Maar het klapstuk is het moeilijke gesprek dat Djoeke met haar man moet gaan hebben over haar wens de nieuwe zwangerschap te beëindigen.

Hoewel Zijlstra’s tekst voldoende humoristische uitstapjes maakt naar alledaagse beslommeringen en herkenbare familiedynamieken om te blijven ademen, is deze ook wel heel erg vol: Krijst der safolle foar werom had ook een hoorspel kunnen zijn. Met name in het begin voelt de enscenering bijna overbodig. Dat heeft ook te maken met de keuze van regisseur Mara van Vlijmen om rekwisieten weg te laten en de blootvoets optredende acteurs handelingen uit te laten voeren in mime.

Virtuele boodschappentassen worden op de vloer geplempt, imaginaire bakjes noedels worden gretig uitgelepeld en alsof-bananen worden uitgebreid gepeld. Ik zou er waarschijnlijk geen probleem mee hebben als ik geloofwaardige boodschappentassen, aannemelijke noedels en overtuigende bananen had gezien. De mimebewegingen en bijbehorende cartoongeluidjes worden echter zo on-precies en nikserig uitgevoerd dat het afleidt.

Dit bezwaar valt gelukkig weg zodra Raadsveld en Veenstra belanden in een van de rollenspellen tussen broer en zus. Aangrijpend zijn vooral de momenten waarin de gespeelde meningen en emoties van ouders en partners zich vermengen met de weggedrukte gevoelens waar Frank en Djoeke mee worstelen. Mooi is ook het contrast dat ontstaat door het gebruik van het decor. Als ze in een rollenspel zitten banjeren de acteurs vol zelfvertrouwen over de steil oplopende tribune. Maar als ze terugvallen in de rol van in hun levens vastgelopen sibbelingen persen ze zich moeizaam tussen de nauwe bankjes door.

Foto: Lucas Kemper