De stoelen van theater Het Huis zijn behangen met blauwverlichte koptelefoons – op veilige corona-afstand uiteraard. Terwijl het publiek binnendruppelt drentelen de musici van het Rosa Ensemble rond tussen laptops, geluidsinstallaties, instrumenten en met allerhande voorwerpen volgestouwde tafeltjes. (meer…)
Een robot om je op te vrolijken: voor volwassenen is het even wennen, maar kinderen vinden het prima. Dat was te merken in Koppie, koppie, robokoppie van het Rosa Ensemble. Daar kreeg een soepele zorgrobot zijn jonge publiek moeiteloos aan het swishen. Toch gaat deze muzikale voorstelling minder over mechanische vriendjes dan de titel doet vermoeden. Koppie, koppie, robokoppie laat een meisje zien dat te kampen heeft met eenzaamheid en prestatiedruk. Daarmee wordt deze voorstelling meer dan toekomstmuziek.
Petra heet ze, en haar ouders zijn beiden topmusici. Bij aanvang stelt ze hen kort voor: moederlief (Diamanda la Berge Dramm) is violist, en vader (Peter Jessen) speelt contrabas. Zelf lijkt ze in niets op haar ouders: ze draagt geen nette jurk, maar een sweater en een joggingbroek. Om haar schouder hangt geen klassiek instrument, maar een stoere gitaar. Dat vraagt om een generatieconflict.
En inderdaad, haar ouders lijken die arme Petra maar weinig te begrijpen. In de avond spelen ze concerten, overdag sporen ze hun dochter aan om zoveel mogelijk te repeteren. Er komt een belangrijk concours aan, en dat win je niet door te ontspannen op de iPad of door te kletsen met je ouders. Terwijl haar moeder in slow-motion viool speelt, zien we haar hard oefenen in haar kamer. Een beetje PR voor de wedstrijd kan blijkbaar ook geen kwaad: een man komt uit de zaal, stelt zich aan het publiek voor als journalist, en probeert de familie vragen te stellen. Vader en moeder hebben echter de nodige mediatraining gehad en laten hem nauwelijks uitpraten. Petra staat er een beetje onthutst tussen. Had ze maar een beetje afleiding.
Die afleiding komt in de vorm van een Nao robot, die plots naast Petra’s gitaar zit. Voorzichtig onderzoekt hij het muziekinstrument. Als hij besluit te dansen, doet zij hem nauwkeurig na. Al snel stort Petra haar hart uit bij haar nieuwe vriend. Muziek is stom, zingt ze hem toe. Of eigenlijk de tijd en moeite die ze er in moet steken, en de druk die haar ouders op haar zetten om uit te blinken. Gelukkig draaien die ouders uiteindelijk bij, en eindigt het Rosa Ensemble op een swishende noot.
Veel ouders en kinderen zullen Koppie, koppie, robokoppie! ongetwijfeld bezoeken om de Nao robot in actie te zien. Het is inderdaad bijzonder om hem te zien bewegen en dansen, al blijft zijn rol als luisterend oor iets onderbelicht. Meer interactie met Petra zou haar ommekeer van eenzaam naar vrolijk wat begrijpelijker maken. Uiteindelijk is het niet de robot, maar Petra zelf – innemend gespeeld door de gelijknamige Petra Ball – waar de performance om draait. Haar worsteling om te voldoen aan de hoge eisen van haar ouders maakt Koppie, koppie, robokoppie! herkenbaar en menselijk.
Foto: Katja van Nus