‘Waarom ben ik geboren, als het niet voor altijd is?’ vraagt de koning zich met veel gevoel voor drama af. Hij heeft even daarvoor zacht gezegd slecht nieuws gekregen: namelijk dat hij aan het eind van de voorstelling dood is. Een half uur, meer heeft hij dus niet, om zich te verzoenen met een haast onverzoenbaar lot. (meer…)
God heeft het boerenechtpaar Hessel en Anke Kroes zwaar gestraft: de vader heeft hun enige kind, een zoontje, met de tractor doodgereden. Door de mond-en-klauwzeer-crisis van 2001 moest hun veestapel vernietigd worden. Het echtpaar staat aan de rand van de financiële en mentale afgrond.
Het enige lichtpuntje dat gloort voor Hessel is de komst van broedende grutto’s, de ‘koning’ uit de titel. Hij vindt het nest in de weide juist waar hij zijn zoon doodreed. Deze gedragen symboliek is kenmerkend voor de voorstelling Koning van het Grasland, die na een Friese tournee als Kening fa e Greide, nu de Nederlandse tournee maakt. De speellocatie is steeds een weiland waar een mobiel theater staat met als decor enkele zetstukken.
Helmert Woudenberg opent als Ankes vader Marcus de voorstelling met een prachtige monoloog over God en Zijn werken. Mag de mens in opstand komen tegen de goddelijke voorzienigheid? Woudenberg, die bij hetzelfde gezelschap Toneelgroep Jan Vos een indrukwekkende Sicco Mansholt vertolkte, zet met zijn monoloog de bakens uit voor de voorstelling. Zijn dochter Anke kon geen kind krijgen. Dat zou de wil van God kunnen zijn. Maar God liet de mens ook reageerbuisbevruchting (IVF) uitvinden. Dus het zoontje is er toch gekomen. Maar de ouderwetse Marcus is er niet helemaal gerust op.
Regisseur Jeroen van den Berg en schrijver Tjeerd Bischoff hebben Koning van het Grasland zwaar psychologisch aangezet. Naar mijn smaak te zwaar. Het IVF-motief is daarvan een voorbeeld. Het gruttonest op de plek des doods eveneens. Actrice Bieneke Ehlhardt vertolkt de rol van moedergrutto Rosa, die uiteindelijk in het nest een jong grootbrengt. De andere jongen zijn gedood door de maaimachines van de boeren.
De grutto mag zich verheugen in grote aandacht van het theater. Tijdens Oerol maakte het gezelschap Pier21, dat ook bij deze productie is betrokken, het meesterlijke muziektheater Tracks met trekvogeldeskundige Theunis Piersma en percussionist Sytze Pruiksma. Daar zat geen theatrale symboliek in en daarom is Tracks puurder en zuiverder.
Toch is Koning van het Grasland een belangrijke voorstelling. De problematiek van het boerenbestaan krijgt scherp en krachtig uitdrukking. Marcel Faber als Hessel zoekt nieuwe wegen als boer en overweegt biologisch te gaan werken na de vloek van de ruiming. Trudi Klever als Anke toont de wanhoop van de boerin die zich eerder een industrieel waant op het land met een overdaad aan ambtelijke en administratieve regels. Zo weigert ze een van haar koeien te oormerken. De ambtenaar van de AID (Algemene inspectiedienst van het ministerie van Landbouw), belast met het besluit tot ruiming, geeft haar een boete van € 25.000,- omdat de koe die geruimd moest worden geen oormerk had.
Zeker dankzij Joop Wittermans in de rol van de AID-ambtenaar en in een dubbelrol als huisvriend krijgt de voorstelling onverwacht humor. Wittermans toont ook de tragische dilemma’s van het hedendaagse boerenbestaan: als vogelliefhebbers die steltlopers terug willen, dan moet het grondwaterpeil omhoog en dan lopen de zware tractoren vast in de modder. En: vogels kunnen toch vliegen? Dan gaan ze maar ergens anders heen. Bovendien: wat is het oorspronkelijke landschap? Moeras, veen, water? Daarop kun je niet boeren. We hebben juist het boerenland gemaakt. Dat datzelfde boerenland lelijk en monotoon is als een biljartlaken, dat komt weer omdat boeren steeds grootschaliger en industriëler hun bedrijf moeten runnen om te kunnen overleven.
Eigenlijk is er geen uitkomst uit deze dilemma’s. Woudenbergs personage laat zien dat vroeger het geloof nog enige troost bood, maar die rol bezit religie niet meer. Nu is economisch gewin de nieuwe religie met schaalvergroting als gevolg. Eigenlijk speelt de grutto in deze voorstelling slechts een zijdelingse rol. De sterkste momenten, en die zijn er gelukkig heel veel, zijn die waarin de onontkoombare tragiek van het boerenbestaan aan de orde komt. Als ten slotte de ruiming plaatsvindt, is dat een beklemmende scène. Het publiek kijkt naar de eenzame boerenmensen in dat grasland en beseft plots hoeveel drama met dat onschuldig ogende groen is verbonden. Dat is een belangwekkende ontdekking.
Foto: Daphne van de Velde