Martijn Koning speelt in het linker rijtje van de Eredivisie van stand up comedy in Nederland. Hij is fel, snel, gevat en schaamteloos. In Koning van de toekomst lardeert hij zijn comedy met een aantal strak geregisseerde cabaret-toneelscènes. Op papier past dat niet bij Koning, maar in de praktijk werkt het prima. (meer…)
Wat moet het voor de ouders en de vroegere docenten van Martijn Koning een ongekend genot zijn om hun zoon of oud-leerling aan het eind van de show Koning van de dieren volkomen relaxed op een visserskrukje aan de waterkant te zien zitten. Niet dat hij aan het vissen is, maar hij laat zijn blik dromerig over het water gaan en schrijft een gedichtje. Even niet hollen en zijn omgeving de stuipen op het lijf jagen, TGV op topsnelheid en driehonderdvijftig aanslagen per minuut. Volkomen zen. Da’s weleens anders geweest.
Samen met zijn broers maakte Martijn Koning het leven van ‘Willy van het RIAGG’ zuur. De man kwam met zijn camera bij de familie Koning over de vloer om het gekrakeel en het begin van ruzies in dat ADHD-nest in beeld te brengen. Maar voordat hij zijn camera aan had gezet was de hel al losgebroken en wist niemand meer waar het om begonnen was. De ouders konden geen glasverzekering meer afsluiten. Om de haverklap gingen ruiten aan diggelen, omdat die jongens binnen aan het hockeyen en voetballen waren.
Een studie (van vwo naar mavo) bleek aan Martijn Koning niet besteed, maar voor dat soort draaitollen met humor is stand-up comedy natuurlijk dé uitkomst. Even snel raggen, meteen scoren en dan weer weg. In de vorige programma’s van Martijn Koning was hij vooral de man van de oneliners, die niet altijd goed te verstaan waren, omdat hij alweer drie grappen verder was.
Ook in Koning van de dieren zien we deze kant van Martijn Koning. Dan is hij hilarisch en bezorgt hij het publiek de slappe lach met zijn mitrailleurhumor. Hinderlijk ongepelde pistachenoten, appen met je middelvinger, de dubbele betekenis van facetime, een kat met aids en zelfs de Nashville verklaring schieten voorbij. Maar, wellicht onder invloed van regisseur Raoul Heertje, vertelt hij nu toch ook verhalen met wat langere adem. Bijvoorbeeld over de chaos in het ouderlijk huis en over de lange weg die Koning heeft bewandeld om uiteindelijk zo rustig aan de waterkant te eindigen. Vooral de manier waarop hij zijn boodschappenmandje in de hengelsportwinkel vult met steeds meer onzinnige producten, die godzijdank allemaal toevallig in de aanbieding zijn, is ongelooflijk grappig.
Koning van de dieren is het beste dat Koning tot nu toe heeft gemaakt. Het overtreft ook zeker zijn redelijke half uurtje dat hij heeft ingeleverd voor de Netflix-serie met internationale comedians, waaronder drie Nederlanders. In die serie wordt hij dit keer overtroffen door collega Rayen Panday, terwijl Soundos vooral uitblinkt in stoer cliché geschreeuw. Het is onduidelijk hoe die prestigieuze selectie tot stand is gekomen. Met een half uurtje uit Koning van de dieren zou iedereen van Scandinavië tot Nieuw Zeeland met gevoel voor humor helemaal plat zijn gegaan voor Koning.
Ook al eindigt de voorstelling, net als alle voorgaande, nogal abrupt met ‘dat was het, tot de volgende keer’, toch kan deze show als een fraai geheel worden beschouwd. Koning kan met het thema dieren de meest krankzinnige kanten uit, betrekt heel ontspannen het publiek (dat in de Amsterdamse Meervaart bijzonder in vorm was en Koning ook meermalen aan het grinniken en hinniken kreeg) bij zijn verhaal en raakt geen enkel moment de weg kwijt. Daarbij komt hij ook nog met een geweldige oplossing voor de asielkinderen die naar hun onveilige thuisland dreigen te worden teruggestuurd: voor elke Lili en Howick die hier mogen blijven, moeten wel vervelende Nederlandse kinderen over de grens worden gezet, te beginnen met Dave en Donny Roelvink. Misschien kan Klaas Dijkhoff daar eens een aardig proefballonnetje van maken.
Foto: Corné van der Stelt