‘Waarom ben ik geboren, als het niet voor altijd is?’ vraagt de koning zich met veel gevoel voor drama af. Hij heeft even daarvoor zacht gezegd slecht nieuws gekregen: namelijk dat hij aan het eind van de voorstelling dood is. Een half uur, meer heeft hij dus niet, om zich te verzoenen met een haast onverzoenbaar lot. (meer…)
De muzikale voorstelling Koning Arthur lijkt alles te hebben: ridders, een kwaadaardige tegenstander, een prinses met lang blond haar, tegenslagen die overwonnen worden, een enge draak, een levensles en een happy end. De toeschouwer krijgt waar voor zijn geld, maar onthutsend wordt het nergens.
Koning Arthur wordt in eerste instantie wat stuntelig gespeeld door de jonge acteur Jason de Ridder. ‘Het maakt niet uit waar je goed in bent, iedereen heeft zijn talent.’ De opstandige prinses Guinevere (Maud Schoonen) is aanvankelijk veel brutaler en moediger, maar schikt zich toch in een huwelijk. Babbe Groenhagen schittert als de slechte tovenares Morgan en het is zelfs jammer als haar rol is uitgespeeld.
Er is een weids toneelbeeld waarin geregeld decorstukken naar beneden en weer naar boven worden gehesen. Het meest verrassend zijn de luiken in de grond waaruit opeens rook, een valkuil of een soort trol tevoorschijn komt.
Het lichtontwerp van Mike den Ottolander is me een raadsel. Het brede toneel krijgt veel zijlicht en weinig frontaal licht. Hierdoor hangt er vaak een schaduw over de gezichten van de spelers. Het vele zijlicht is vooral fnuikend bij de levensgrote poppen die door de acteurs van achteren bediend worden. Pop (voor) en bespeler (achter) worden evenveel belicht en krijgen hierdoor evenveel aandacht. Het karakteristieke doorgroefde gelaat van de tovenaarspop Merlijn komt door het gebrek aan frontaal licht niet uit de verf. Wel zorgt het vele zijlicht voor meer diepte, wat ten goede komt aan de toverachtige setting met draken, heksen, landschappen en wijze vrouwen.
Van de liedjes door Fons Merkies en Floris Verbeij steken er twee met kop en schouders boven uit. In Mama is thuis vestigt de kwaadaardige tovenares Morgan haar heerschappij in het koninkrijk. Met humor laat ze iedereen als poppetjes voor haar dansen. Deze combinatie van slecht maar toch leuk is een van de weinige keren waarin de tegenstelling iets minder zwart-wit is.
Het slotlied Kom, kom aan de ronde tafel heeft wat je vroeger Songfestival-potentie zou noemen: harmonische melodieën, een feelgood-tekst en een makkelijk refrein maakt dat iedereen mee kan zingen. En zo hoort het ook.
Foto: Boy Hazes