Je bent 32 jaar, homo, parttime cabaretier en leraar aan een ROC. Je hebt alleen maar sneue relaties of ranzige seks. Je heterovrienden krijgen baby’s waar je bij op kraamvisite moet, met een kater van de vorige nacht. Je gaat altijd maar van het ergste uit, ’s ochtends zie je overal tegenop, ’s avonds heb […]
Hij heeft een buikje gekregen, en als niemand in de buurt is hoort hij zich soms ‘hèhè’ piepen. Een paar jaar geleden voelde hij zich nog 24, maar nu voelt hij zich precies als zijn echte leeftijd, en dat is 39. Met pijntjes en blij met vloerverwarming. Kortom, ook Johan Goossens heeft een tik van de corona-blues gekregen. Maar op het podium kikkert hij al snel op.
Twee jaar niets meegemaakt, dat is voor een cabaretier, die het juist moet hebben van wat er om hem heen gebeurt, natuurlijk dodelijk. Want comedy is feiten uit je directe omgeving plus aandikken en fantasie. Goossens maakt handig en geestig gebruik van zijn leegte. Nee, sorry hoor, hij heeft geen openingslied geschreven, waarin het thema van de avond uiteen wordt gezet, en hij kon ook geen startmonoloog schrijven, die bij een traditionele cabaretvoorstelling hoort, waarin even de opmerkelijke dingen van de afgelopen tijd worden doorgenomen. Maar gedurende het klagen en sorry-verhaal komt Goossens al in een lekker ritme.
Even lijkt het erop dat Goossens echt niets meer te binnen schiet en daarom maar noodgedwongen terugvalt op de twee thema’s uit zijn vorige programma’s: onderwijs en seks. Goossens heeft nog zat ongebruikte verhalen over de tijd dat hij voor de roerige klassen van een Amsterdams ROC heeft gestaan, met ‘Glennis Grace-achtige types, leerlingen met een strafblad of een enkelband’.
In het programma Vlam nam hij ons mee naar alle uithoeken van het homo-seksleven, en ook dat onderwerp is nog lang niet uitgebeend. Zo vertelt hij dat een dickpic voor hem vooral een handig visitekaartje is, dat hij opslaat in zijn adressenbestand op zijn telefoon. Onderwijs en seks leveren ook dit keer juicy verhalen op, maar zijn natuurlijk wel minder verrassend dan tijdens eerdere rondes. Dat geldt niet voor zijn bijzondere ontmoeting met de Franse gay-pornoster François Saget. Absoluut hilarisch.
Kleine pijntjes leunt echter ook voor een belangrijk deel op een derde pijler: zijn ouders. Goossens heeft niet constant ‘als een Anne Frank met een Netflix account’ tijdens de lockdown op de bank gehangen. Hij bezocht zijn vader veelvuldig en ging met hem naar het ziekenhuis. Daar werd volgens het corona-protocol aan de kankerpatiënt in de rolstoel gevraagd of hij verkouden was of koorts had. ‘Nee? Dan bent u in orde.’ Vader Goossens, die geen euthanasie wenste, is inmiddels overleden. Net als in het nieuwe programma van Martijn Koning (Koning van de Toekomst) levert ook bij Johan Goossens de dood van zijn vader zowel humor als ontroering op.
Ook het liedje over zijn moeder (‘Waarom doe ik niet wat liever voor mijn moeder?’) is absolute klasse wat tekst betreft. Maar het is jammer dat Goossens de zee van vrije tijd van de afgelopen jaren niet heeft gebruikt om zijn pianospel naar een wat hoger niveau te tillen. Het lijkt alsof hij bij les 2 gestopt is.
Een aantal stukken uit het programma zal de lezer van Goossens’ boek Met mensen werken, waarin hij de meest uiteenlopende werkrelaties beschrijft, zoals met zijn denkbeeldige manager Rob Vinken, bekend voorkomen. Dat komt een beetje tweedehands over. Ook al raakt Goossens gedurende de avond steeds beter op dreef, Kleine pijntjes lijkt een tussenprogramma. Hij is toch op zijn best als hij wat meer en vooral wat meer nieuws te vertellen heeft.
Foto: Jaap Reedijk