Sophie, een meisje van ongeveer negen jaar oud, is superintelligent. Ze kan wiskunde en Engels en heeft een enorme algemene kennis. Klein probleempje: Sophie is niet sociaal en kan absoluut niet dansen. Alhoewel haar ouders apetrots op haar zijn, is dit toch wel een grote teleurstelling voor hen. Om te bewijzen dat zij haar ouders helemaal niet nodig heeft, klimt Sophie het raam uit en trekt de wijde wereld in. Tijdens deze reis blijkt echter dat intelligentie niet het antwoord op alles is en wordt ze geconfronteerd met haar angsten voor sociale evenementen. ‘Zouden mijn ouders dan toch gelijk hebben dat ik niet weet hoe ik het gezellig kan hebben met anderen?’
Nadat Angela Schijf de jeugd vorig jaar kennis liet maken met De vier jaargetijden van Vivaldi, is ze dit jaar terug in de theaters met Mozarts Kleine nachtmuziek. Op de vrolijke kamermuziek uit 1787 brengt ze samen met de acht muzikanten een verhaal over zelfvertrouwen, falen en jezelf overwinnen. De muzikanten spelen op de voorgeschreven strijkinstrumenten, aangevuld met fluit, klarinet en hoorn.
In de rol van het wonderlijke meisje Sophie reist Schijf de wereld over. Het eenvoudige decor van slechts één wit blok transformeert naar steeds nieuwe plekken. In het begin vormt het witte decorstuk nog de kamer van Sophie, later maakt Schijf er een vliegtuig van waarmee zij naar verschillende landen vliegt.
Tijdens die reis lost de slimme Sophie onder andere het verkeersprobleem in India op door middel van de uitvinding van een rotonde (‘We make roundje, roetondi’) en laat ze het orkest in Salzburg weer gelijktijdig spelen door de uitvinding van de dirigent. De reis is aanvankelijk vooral een grote bevestiging van de kracht van haar intelligentie.
Alles slaat om als Sophie deelneemt aan een absurde quiz. Voor het eerst wil het meisje toch de hulp van haar ouders inschakelen, die echter nergens te bekennen zijn. Gecombineerd met dreigende muziek, wordt Sophie aangesproken door een voice-over: ‘Jij bent bang om te falen’, waarna ze langzaam het podium afdruipt. Uiteindelijk weet zij zichzelf alsnog te overwinnen door datgene te doen dat ze niet durft.
Het feit dat het jonge publiek adembenemend stil zit te luisteren, is te danken aan de energieke wijze waarop Schijf op het podium staat, gekleed in een kleurige legging en een blauw shirt. Met uitgebreide arm- en beengebaren haalt ze iets kinderlijks in zichzelf naar boven, waardoor zij een geloofwaardige Sophie wordt. Mooi om te zien is dat haar bewegingen kleiner worden naarmate Sophie onzekerder wordt over haar kunnen en juist weer groter wanneer ze haar zelfvertrouwen terugvindt.
De muzikanten bewegen ondertussen als figuranten in Sophies wereld over het podium. Zij verbeelden het verkeer in India en dansen mee op het keizerlijke bal in Salzburg. Daarbij harmoniseert de muziek met de sfeer van het verhaal. Chaotisch als het verkeer kriskras door elkaar rijdt, mooi en georganiseerd nadat Sophie de rotonde heeft uitgevonden. Daarnaast zien kinderen hoe de muziek gemaakt wordt en welke geluiden een bepaald instrument kan produceren. Zo maakt een viool de krakende geluiden van een storende radio en wordt er muziek gemaakt met glazen.
Terwijl Mozart, net zoals Sophie, bekend staat als wonderkind, wordt er geen verdere inhoudelijke connectie gemaakt tussen de componist en de vertelling. Dat kan in het begin voor het volwassen publiek nogal verwarrend werken. Maar de jonge doelgroep van deze voorstelling zal daar waarschijnlijk minder last van hebben. Zij worden tijdens de voorstelling enkel meegenomen in de reis van Sophie en maken kennis met prachtig gespeelde klassieke muziek. Voor de boodschap van het verhaal maakt het ook niet verder uit.
Foto: Nicoline Woudsma