Op afstudeerfestival ENTER begeleidt Theaterkrant 15 nieuwe theaterwerkers bij hun eerste recensies. Deze recensie is geschreven door een van de deelnemers van het traject, Jane Heinze.

Laten we het knullige eens omarmen. Dat moeten zowel Ilse Lenstra en Jort Ploos van Amstel (ArtEZ University of the Arts) als Sasha Kurensky (Toneelacademie Maastricht) hebben gedacht. Tijdens ENTER Festival vertonen zij in een Double Bill beiden een korte film: Kleine liefde is een hartverwarmende ode aan de gewone, dagelijkse momenten die stellen verbindt, De Papakoe een grappige mockumentary die een satirische kijk biedt op eigenaardige obsessies.

Samenwonen, hoe doe je dat eigenlijk? Film- en theatermakers, en tevens verliefd stel Jort Ploos van Amstel en Ilse Lenstra, doen het sinds kort. Hoe doen andere stellen dit? En doen we het wel goed? Om deze vragen te beantwoorden, hebben Lenstra en Ploos van Amstel drie verschillende stellen, met elk een eigen dynamiek, geobserveerd in hun meest persoonlijke setting. De observaties en gesprekken die bij hen thuis plaatsvonden vormen de basis voor de korte, theatrale filmscènes in Kleine liefde.

De vormgeving (Fenna van Wees) is in Kleine liefde een unieke en creatieve keuze: alle scènes zijn gespeeld voor een green screen en later geënsceneerd in een miniatuursetting van karton, papier en klei. Hierdoor vormt het beeld een soort poppenhuis, of kijkdoos, in deze setting tot leven gebracht met een speelse precisie. Het geeft de indruk dat we door een vergrootglas naar de kleine momenten van het dagelijks leven kijken.

De keuze om de scènes door de stellen zelf te laten spelen, die allemaal geen acteerervaring hebben, draagt des te meer bij aan de versmelting van realiteit en verbeelding. De natuurlijke en soms onbeholpen manier waarop de stellen hun eigen verhalen naspelen, geeft de film een authentiek en ongekunsteld karakter. Echt intiem wordt het net niet (daarvoor is het acteerwerk iets te houterig en zijn de scènes te duidelijk geënsceneerd), maar de kleine interacties zijn charmant en met deze context in gedachten geloofwaardig.

Daarnaast ligt de kracht van de film in zijn eenvoud en eerlijkheid. Door huis-tuin-en keukenmomenten van de stellen te delen, toont de film hoe alledaagse conflicten en vreugdemomenten in relaties vaak meer overeenkomen dan verschillen. En het ongemak van sommige situaties wordt een bron van humor en herkenning, en geeft mij de mogelijkheid mijn eigen situatie (ik ben ook net gaan samenwonen) met een knipoog opnieuw te bekijken.

Ook in De Papakoe zien we drie kleine belevingswerelden.  De Papakoe is een mockumentary die de spot drijft met zowel de natuurdocumentaire als menselijke obsessies. Drie kleurrijke personages, Alexander, El en Cees, worden gevolgd in hun zoektocht naar een zeldzame vogel, de Witborstige Geelzwaardpapakoe.

De film leent stijlkenmerken van klassiekers als The Office, Best in Show en What we do in the shadows. Opzettelijk rommelig handheld camerawerk en bekentenisinterviews gecombineerd met gescripte scènes, gepresenteerd in de stijl van openhartige reportage.

De eerste helft van De Papakoe is een feest van ongemakkelijke en grappige momenten. Kurensky heeft voor de regie geëxperimenteerd met improvisatie. Via handgebaren en aanwijzingen instrueerde ze haar acteurs om door te praten over een bepaald onderwerp. De manier waarop de personages zichzelf blootgeven in lange, uitgesponnen interviews zonder duidelijke pointe, is zowel komisch als ontwapenend. Kurensky weet de stijlkenmerken van de het genre feilloos in haar regie te verwerken. Je voelt dat de spelers de ruimte hebben gekregen om hun personages uit te werken, en daarmee details en authenticiteit te geven. Ongemakkelijke pauzes en slimme editing dragen bij aan de droge en licht verteerbare humor.

Waar de eerste helft verrast en amuseert, beginnen de personages in de tweede helft ietwat voorspelbaar te worden. De aanvankelijke charme van hun eigenaardigheden slijt een beetje, en een interessante en dynamische interactie tussen de personages blijft uit. Wanneer ze elkaar dan toch in het bos tegen het lijf lopen tijdens het vogelspotten, lijkt het even alsof de lichtzinnige Alexander en Cees een verbinding vinden in hun gedeelde passie, maar dan verstoort de norse El de harmonie. Dit is echter net niet genoeg voor een echt conflict en daardoor voelt het einde van de film wat broos.

Het vormt een kleine tekortkoming in een film die mij aan het lachen brengt, een gevoel voor nostalgie oproept en onderdompelt in een fascinatie voor vogelspotten. De film is een viering van geekiness en ik heb Alexander, El en Cees in mijn hart gesloten.

De Double Bill van Kleine liefde en De Papakoe vormt een vermakelijke en verrassende filmervaring. Beide films slagen erin de grenzen tussen documentaire en fictie met speels gemak te laten vervagen, waardoor een rijke mix van stijlen en vormen ontstaat. De films verkennen de humor in de nuances van onze eigenaardigheden en onhandigheden, en tonen ons dat we daar trouw aan mogen blijven.

Foto: Kleine Liefde – ENTER