Pierre Bokma (1955) is vanaf theaterseizoen 2015-2016 toegetreden tot het ensemble van NTGent en heeft daarvoor enkele lopende projecten afgezegd, waaronder het vierde deel van theaterreeks De Verleiders (première oktober 2016). Ook de nieuwe productie Aquarium van Nathan Vecht bij Hummelinck Stuurman Theaterbureau heeft hij gecanceld. Wel is Bokma in juni en juli 2016 nog […]
Het is een wijdverbreid misverstand dat in de boekenwereld van tijd tot tijd de kop opsteekt: de gedachte dat wie voor volwassenen schrijft, dat ook wel voor kinderen zal kunnen. De werkelijkheid is anders. Mensje van Keulen is iemand die de kunst van de tweetaligheid verstaat, maar de meesten bakken er weinig van. Remco Campert, Jan Wolkers – hun kinderboeken blijven steken in infantiele verhaaltjes, tuttig en melig. Op de knieën gaan zitten is niet genoeg om een jong publiek aan te spreken. Sterker nog: het werkt niet. Kunst maken voor kinderen is een vak, dat alleen bij serieuze beoefening iets moois oplevert.
Nu heeft ook de Münchner Kammerspiele zich aan de jonge doelgroep gewaagd en zie: het gerenommeerde Duitse gezelschap onder leiding van Johan Simons trapt met beide benen in de valkuil. Lekker gek doen en het publiek bij de voorstelling betrekken, dan wordt het vanzelf leuk voor kinderen, moet de achterliggende gedachte van Kleine Janneman zijn geweest. En: de tekst uit je hoofd leren is niet nodig, dat maakt kleuters toch niet uit. Met zo’n instelling kun je een kanon als Pierre Bokma in je voorstelling zetten, het helpt geen bliksem. Zolang je er geen serieuze regie tegenover plaatst, blijft het resultaat een armzalig toneelstukje zonder enige richting of structuur.
De setting is nog aardig. Midden in de verduisterde Koninklijke Foyer van de Amsterdamse Stadsschouwburg staat een bed met witte donsdeken. Daaronder ligt de kleine Janneman (Kristof Van Boven), die niet kan slapen. Niet wíl slapen, eigenlijk. Kleuters en hun ouders zitten er op kussens genoeglijk omheen. Janneman raakt in gesprek met de maan (een wit geschminkte Bokma), die hem begeleidt op een avontuurlijke reis. Het boek dat Theodor Storm in 1849 voor zijn zoontje schreef, geldt in Duitsland als een klassieker. Hier is het slapeloze jochie een onbekende. Dat hoeft geen probleem te zijn als het verhaal vervolgens goed in elkaar zit – wat het niet doet, in elk geval niet in deze toneelversie. Jannemans reis is een rommelig allegaartje langs niet nader gemotiveerde locaties, de maan een vervelende betweter die over de hoofden van het kleuterpubliek heen praat en vooral de volwassen lachers op z’n hand heeft. De polonaise, waarvoor de kinderen worden uitgenodigd, het kleuterpubliek dat op het bed rondspringt – het is allemaal even flauw en slecht doordacht. Als dit ons voorland is nu sommige gezelschappen wegens de bezuinigingen overwegen jeugdtoneel te gaan programmeren, houd ik mijn hart vast. Dit is geen kindertheater, dit is tijdverspilling.
Ongezouten en lekker heftig, Joukje is boos en terecht:……..Jeugdtheater is een geemancipeerd eigenstandig vak…..”Op de knieën gaan zitten is niet genoeg om een jong publiek aan te spreken. Sterker nog: het werkt niet. Kunst maken voor kinderen is een vak, dat alleen bij serieuze beoefening iets moois oplevert.”