Een jongenspop die met een vampierdanseres zoent, een grommende poedel op klassieke vioolmuziek en een streetdancer die als een tol ronddraait in een headspin. In de voorstelling Blood Kiss valt het allemaal op zijn plek. Danstheater Aya en het Zwitserse poppentheatercollectief KNPV moeten vaker samen voorstellingen maken. Hun multidisciplinaire theatertaal is van topniveau. (meer…)
Het is een aardig lesje theatergeschiedenis dat voorbijkomt in Kiss me Kate, de nieuwe M-Labproductie in Amsterdam-Noord. Van de oorspronkelijke musical van Cole Porter uit 1948 zijn voornamelijk de liedjes gebruikt, hier kundig vertaald door Seth Gaaikema. Het verhaalverloop is geïnspireerd op Edward Albee’s Who’s afraid of Virginia Woolf?.
Daardoorheen loopt een Skahespeare-lijntje, Het temmen van de feeks, waarbij de bezoeker terloops een rijtje historische musicalfeiten krijgt gepresenteerd. Bewerker Daniël Cohen leent gretig uit het leven van Porter zelf: homoseksueel, gevangen in een heterohuwelijk, met twee verbrijzelde benen door een onfortuinlijke val van zijn paard, en een theatercarrière op zijn retour. De name dropping is niet van de lucht en de wat minder onderlegde bezoeker dreigt soms te verdwalen in al die verschillende stukken, beroemdheden en liedjes van weleer.
Dat neemt niet weg dat Wim van den Driessche de ooit succesvolle musicalschrijver en -componist mooi getormenteerd speelt met een stem druipend van sarcasme. ‘Niemand zal Cole ooit betrappen op een echte emotie,’ zegt zijn vrouw Linda (Frédérique Sluyterman van Loo), bij Porter is alles ironie. Te midden van de puinhopen van hun huwelijk en de mislukte pennenvruchten als gevolg van Porters writer’s block – rond het podium liggen bergen troep en verfrommelde papieren – ontvangt het verbitterde echtpaar na afloop van een nachtelijk feest een jong stel (Guus Bok en Na-Young Jeon) met ambities in het theatervak. De botsing tussen de generaties is even fel als bij Albee, hoewel het spel van de jonge acteurs wat ingeleefder had gekund. Tijdens de nachtelijke twistgesprekken gaan illusies aan diggelen, maar worden ook ruggen gerecht en teleurstellingen verstouwd. Tegen de tijd dat de ochtend gloort zal het leven nooit meer hetzelfde zijn.
Muzikaal is de voorstelling een intiem feestje met zwierige piano- en saxofoonarrangementen. Er wordt krachtig gefulmineerd tegen de musicalcultuur van Rodgers en Hammerstein, maar tussen de regels door klinkt ook kritiek op ons eigen musicalklimaat. ‘Waarom is alles zo hard,’ zing-schreeuwt Na-Young met overslaande stem. Vergeleken bij al het pompeuze musicalgeweld is Kiss me Kate een fijne, kleine musical met nu eens geen zoet feel good verhaal.