Bij Dansmakers in Amsterdam maakten Keren Rosenberg en Charlie Prince een duet over het conflict als condition humaine; verhit, niet te stoppen en pijnlijk. Het ging afgelopen woensdag tijdens de opening van de Amsterdamse editie van het Moving Futures Festival in première, ingebed tussen een dansguerilla openingsact en Judith Clijsters’ ontwapenende Bored to Death. (meer…)
Tennessee Williams creëerde grote vrouwenrollen als Blanche Dubois uit A Streetcar Named Desire en Maggie the Cat uit Cat on a Hot Tin Roof. Complexe vrouwen die het keurslijf van zich af willen scheuren waar ze door historische en culturele omstandigheden zijn ingenaaid. Talloze studies zijn er gewijd aan het fenomeen ‘Southern belle’, dat typische fenomeen uit het zuiden van de Verenigde Staten. Terugkerende thema’s daarin zijn steeds de Burgeroorlog, de slavernij en de economische teruggang. Allemaal uiteindelijk leidend naar de enige keuze die de vrouw schijnt te hebben: heilige of hoer.
Williams, zelf getogen in zuidelijke contreien, rijt in zijn stukken die krankzinnige keuze open. Niet alleen in zijn vroege, naoorlogse stukken. In Kingdom of Earth uit 1968 blijkt hij weer zo’n prachtig monument te hebben opgericht voor een gecompliceerde vrouw die net zo hard vecht tegen vooroordelen van anderen als tegen de geïnternaliseerde vooroordelen in zichzelf. Ze is luidruchtig maar ook kwetsbaar, spontaan maar ook berekenend. Alleen al voor het opnieuw onder de aandacht brengen van dit weinig gespeelde stuk moeten we het jonge Leeuwarder gezelschap Akkers & Velden dankbaar zijn. En dat ze er een brutale, bruisende en meeslepende voorstelling van hebben gemaakt hebben maakt het feest compleet.
Het verhaal in het kort: Mirtel, een aan lager wal geraakt revuemeisje met een aanstotelijk harde stem, is net getrouwd met Lot, die ze pas vierentwintig uur eerder heeft leren kennen. Hij neemt haar mee naar het landhuis van zijn familie, alwaar de zaken worden bestierd door Pyk, Lots halfbroer die door hun vader verwekt is bij een asielzoeker. Mirtel weet niet van zijn bestaan af, net zoals ze niet op de hoogte is van het feit dat Lot tuberculose heeft en al met een voet in het graf staat. Wat ze ook niet weet: er is een contract waarin staat dat Pyk de boerderij erft als Lot dood is.
Mirtel is de vibrerende spil van dit hectische familiedrama. Eva Meijering geeft haar gestalte met uitbundige brille, waarmee ze de ene keer ongegeneerd haar lichamelijkheid etaleert om vervolgens net zo makkelijk het preutse meisje uit te hangen. Het is ook niet misselijk wat Williams haar heeft meegegeven. Naïef is ze in een huwelijk gestapt met grote verwachtingen, verwachtingen waar Lot nooit aan kan voldoen. De bonkige, bijna dierlijke Pyk, wekt eerst angst op maar heeft ook een onontkoombare aantrekkingskracht. En natuurlijk gaat ze voor de bijl, hoe bang ze ook is voor het verlies van controle.
De dampende performance van Meijering lijkt haar twee medespelers enigszins in de schaduw te zetten. Maar dat is slechts schijn. Ook Freek den Hartogh als het ziekelijke moederskindje Lot weet in zijn spel subtiel te schakelen tussen autoritair gedrag en zielig gedoe, uitmuntend in een prachtig verstilde travestie-act aan het eind van de voorstelling. Lourens van den Akker schiet wat mij betreft af en toe iets te veel in het karikaturale als hij gestalte geeft aan de outcast waaraan al het gecultiveerdheid vreemd is, maar zodra hij dat loslaat weet hij prachtig gestalte te geven aan dit gekooide dier.
Tegen de achtergrond van een naderende overstroming vinden Mirtel en Pyk elkaar uiteindelijk op het dak van de hoeve, terwijl Lot beneden sterft in de jurk van zijn moeder. Dit krachtige beeld krijgt in de deels live uitgevoerde muziek een prachtig equivalent. Verval, dreiging en schoonheid, het zit er allemaal in.
Tennessee Williams zou het zo maar als een happy end bedoeld kunnen hebben.
Foto: Saris & den Engelsman