In de videoproductie FRAMED, online te zien vanaf 24 maart, geven de twaalf dansers van Conny Janssen Danst en een grote videowall vorm aan de stad. Het is een dynamische collage op het dag- en nachtritme van het stadsleven geworden, waarin dans, videobeeld en een afwisselende soundtrack samen de impressie geven van een wereld die bevolkt wordt door duizenden, die dicht op elkaar maar toch niet samen de lange lockdown moeten doorkomen. (meer…)
Na de kwetsbaarheid van Broos was Conny Janssen er hard aan toe om weer op te veren: bevrijd je uit de beklemming die u eenmaal bij het leven hoort, verover je taaiheid en je levensdrift opnieuw en haal weer vrij adem. Kiem heet de voorstelling waarin dat moet gebeuren.
Het vierkant van donkergrijze papiersnippers maakt de indruk van een perkje met verse aarde. Er liggen negen dansers in, terwijl een zware basdrone klinkt. Dan gaat het licht uit. Als dat even later weer aangaat, staan ze allemaal overeind; met armen als ranken reiken ze omhoog. Missie geslaagd, zou je zeggen, maar dat is nog maar het begin.
De dansers staan op een kluitje, maar vertonen al blijken van individualiteit. Ze happen naar boven alsof ze verwachten dat hun ouders met een sappige wurm komen aanvliegen. Of misschien gaat het om zuurstof innemen. Dat beeld komt vaker terug in de voorstelling.
In het begin is Kiem vooral een collectieve bezigheid. De negen dansers lijken de bescherming bij elkaar te zoeken. Niet onterecht: ze krijgen te maken met krachten van buiten, die als windvlagen voorbijkomen. Samen lijken ze op het gras, dat wel een stootje kan hebben. In de dans ligt het accent sterk op het bovenlichaam; de armen vragen de meeste aandacht. Ze gedragen zich als takken of halmen, of slaan zich op de knieën of de borst.
Gaandeweg maken de dansers zich los. Eerst breken ze uit het grijze vierkant op de vloer. Aanvankelijk is dat een gezamenlijke actie, dan zonderen steeds meer mensen zich van de groep af en komt er ruimte voor duetten en dans in grotere groepjes. De sfeer is teder en zorgzaam. Alle scherpe randjes verzachten de performers voor elkaar, elke val wordt opgevangen. Samen kun je de klappen van het leven beter aan.
Die zachtaardigheid contrasteert met het decor van Thomas Rupert: betonnen vierkanten van twee verdiepingen, als van een parkeergarage of appartementen in aanbouw. Daarachter zie je steeds beter de wijde wereld liggen. Vlak voor het einde lukt het Hiro Murata in een mooie solo de vloer te vullen met vitaliteit, zijn vleugels uit te slaan en de groep mee te nemen vanuit betondorp de natuur in.
Zo volgt Kiem de lijn die te verwachten was. Er wordt goed gedanst en sfeervol begeleid door multi-instrumentalisten Budy Mokoginta en Mark Schilders. Kiem is een degelijke choreografie. Geen opzienbarende.
Foto: Andreas Terlaak
Saai en als los zand in elkaar, werd kracht en dynamiek traag in de kiem gesmoord. Helaas…
Want na Broos mocht hier iets verwacht worden.
Slechts enkele momenten die als lichtpuntjes bij wat snellere momenten de hoop op meer deed opleven, na ongeveer 40 minuten maar meer toch niet.
De geroemde muziek was niet slecht, maar ook niet zo geweldig en nieuw als de omschrijving ons deed geloven; PF’s Be carefull with that axe Eugene in 1968 of Hawkwind’s Children of the Sun in 71 was al stukker beter.
Dus echt vernieuwend en dynamisch was dit ook niet. Weliswaar mooi gespeeld maar even traag als het gebeuren in het pierenbadje op het toneel.
Scapino’s Cathedral was ook “rustig”maar had meer kracht en boeide meer..
Misschien is het ook relatief en ben ik persoonlijk meer gecharmeerd van vernieuwend werk zoals Unbound van Jelena Kostić en Anton Lachky Company’s Side Effects ? Of ben ik een kniesoor en te subjektief… Zegt Kant niet immers “„Das Geschmacksurteil ist also kein Erkenntnisurteil, mithin nicht logisch, sondern ästhetisch, worunter man dasjenige versteht, dessen Bestimmung dus.sgrund nicht anders als subjektiv sein kann.“ It’s all in the eye of the beholder