Here We Live and Now is een terugkerende productie van Korzo en het Nederlands Dans Theater waarin elk jaar drie belovende choreografen worden uitgenodigd om in één maand tijd een nieuwe, korte voorstelling te maken. Dit jaar zijn het de eigentijdse dansmakers Spencer Dickhaus, Paxton Ricketts en Faizah Grootens die werk maken over existentiële levensvraagstukken. (meer…)
Choreografe Astrid Boons nodigt de kijker uit om de wereld die zij neerzet in Khôra te ervaren, en daarbij de verleiding te weerstaan om te definiëren wat je ziet.
Het begrip khôra is in de filosofie geïntroduceerd door Plato. De Griekse denker stelde zich hier een ruimte bij voor die tegelijkertijd wel en niet bestaat, een ruimte zonder eigenschappen, maar met potentie. In de loop der eeuwen reflecteerden filosofen, theologen en psychoanalytici op Plato’s moeilijk grijpbare concept. De Franse grondlegger van het deconstructivisme, Jacques Derrida, beschreef khôra als een ruimte voor radicale andersheid, waar nieuwe vormen kunnen ontstaan.
Astrid Boons haar verbeelding van Khôra lijkt aan te sluiten op dat Derridiaanse idee. In een korte toelichting vraagt ze de kijker om ‘mee te drijven en je over te geven aan deze steeds veranderende wereld, waarbij ik hoop dat je de verleiding weerstaat om dat wat je ziet te definiëren. En om voortdurende veranderingen juist te omarmen’. In de tastbare wereld van het theater is Boons’ khôra vormgegeven als een witte rechthoekige vloer, die is bedekt met een zacht, schuimrubberachtig materiaal. Rechts achter staat een formatie van rotsachtige objecten en linksvoor ligt ook zo’n kei.
Aan het begin liggen de vijf performers op die zachte vloer, gekleed in strakke bodysuits die lijf en hoofd bedekken. Met een hortende motoriek die soms reptielachtig, soms vissig, maar soms ook nog best humaan lijkt proberen ze op te staan en zich te bewegen in deze ruimte. De andersheid van deze plek wordt benadrukt door Miguelángel Clerc Parada’s soundscape vol kraakjes, rateltjes, statische ruis en mysterieus aanzwellende toonclusters. Op onregelmatige tijden valt de duisternis in. Ook voltrekt zich een soort aardbeving, waarbij de rotsblokformatie zich diagonaal over het speelvlak verplaatst.
Net als in de vorige productie van de Vlaamse choreograaf, Do you believe me yet, lijken de moeizaam en met verwrongen lijven bewegende figuren steeds op zoek naar iets om zich aan vast te klampen. Aan elkaar, aan een gebaar dat zinvol lijkt, of in dit geval: aan die rotsblokken. In Do you believe me yet hing er nog een element van spanning boven het existentialistische gespartel, in de vorm van een aan gevaarlijk dunne kabeltjes hangend lichtobject. Zo’n spanningselement ontbreekt in Khôra.
De vijf performers die Boons bijeenbracht hebben allen hun sporen verdiend in de internationale danswereld, en voeren haar absurd hoekige en verdraaide bewegingstaal ook overtuigend uit. In dit geval onderscheidt vooral Matilde Tommasini zich met een gekwelde solo, waarin zij steeds weer haar buik ver naar voren duwt in een zwangere positie. Maar ook al is de bewegingstaal nog zo eigenzinnig en ook al zijn de uitvoerenden nog zo betrokken bij de creatie: het voltrekt zich allemaal in een betekenisloos vacuüm waar niks op het spel staat en niks er toe lijkt te doen.
Dat kan je natuurlijk beschouwen als een weerslag van een deconstructivistisch, of wie weet zelfs nihilistisch wereldbeeld. Maar als ik deze theaterervaring zou moeten omschrijven kom ik uit op een minder filosofische kwalificatie: eigenlijk best wel heel erg saai.
Foto: Sjoerd Derine
Het is zo’n smaakgericht recensie dat ik niet anders kan dan reageren. De voorstelling Khôra heeft op mij namelijk een diepe indruk gemaakt. Het is een consequent vormgegeven en fysieke voorstelling, bestaande uit een aantal tableaus die ons op een andere wereld / cq. planeet zetten. Het is een voorstelling die voorstelt om een nieuw microklimaat te tonen, waarin de cast onderzoekt hoe te ademen, bewegen, te zijn. Maar ook hoe we vanuit authenticiteit contact maken, wat hen daarin drijft.
Daarbuiten is de manier waarop Astrid Boons deze eigenzinnige en buitensporig goede groep dansers betrokken heeft in haar materiaal van een grote kwaliteit. En de manier waarop zij deze geconcentreerde fysieke reis aangaan, laat zien dat zij met elkaar een enorm rijk proces hebben gevoerd. We kunnen het terugzien in de mate van concentratie en toewijding die ze op de vloer brengen, zelfs tijdens een stressvolle situatie zoals een premiere. Deze mensen staan 100% aan, de scenografie en het lichtontwerp ondersteunen elk voorstel, de muzikale compositie is autonoom en laat zich bij vlagen echt gelden.
Zo zie je maar, zoveel kijkers, zoveel ervaringen. Ik heb immens genoten van dit geconcentreerde spanningsveld.
Hoi Jasper,
Hoe meer kijkers, hoe meer ervaringen, hoe scherper het beeld. Helemaal mee eens. Dank dus voor jouw reactie.
Met veel van jouw observaties ben ik het eens: de vormgeving is inderdaad consequent, de compositie autonoom, de dansers zijn uitstekend, en de betrokkenheid van alle makers staat eveneens buiten kijf.
Maar dat alles verandert mijn kijkervaring niet. En dat kun je natuurlijk afdoen als ‘smaakgericht’. Dat is mij dan weer te makkelijk. Om te beginnen omdat recensies subjectief en dus per definitie smaakgebonden (horen te) zijn.
Los daarvan bestrijd ik jouw suggestie dat ik Khôra niet zou kunnen waarderen omdat het mijn smaak niet zou zijn. Ik had me juist erg op ‘de nieuwe Astrid Boons’ verheugd, omdat ik Do you believe me yet? zo prikkelend vond. Verder is die smaak van mij in hoge mate gevormd door de films van Andrej Tarkovski en Béla Tarr en de muziek van Brian Eno. Dodelijk saai volgens sommigen, waanzinnig immersief volgens mij. Wanneer jij Khôra prijst als “een voorstelling die voorstelt om een nieuw microklimaat te tonen, waarin de cast onderzoekt hoe te ademen, bewegen, te zijn”, dan zeg ik: Tarkovski deed iets vergelijkbaars in Solaris (1972), maar dan wél intrigerend en meeslepend. (Dat geldt trouwens ook voor Steven Soderberghs versie uit 2002, maar als ik dat opschrijf krijg ik weer allerlei verontwaardige Tarkovski-adepten op mijn dak.)
Boons’ dramaturg Eva Martinez nodigt de kijker in haar voorwoord uit “om het bekende los te laten en een sciencefiction te ervaren.” Nou heb ik toevallig best veel sf gelezen (en verfilmd gezien). Wat de beste werken in het genre onderscheidt is het fenomeen dat wordt omschreven als ‘sense of wonder’. Dat gevoel heb ik bij het kijken naar Khôra jammer genoeg niet mogen ervaren. Hoe graag ik het ook wilde.