Beroemd worden is geen kunst, het is beroemd blijven waar iedereen zo druk mee is. In Karakters, de nieuwe voorstelling van Kasper van Kooten, gaat het over de zucht van de mens naar bekendheid. Over wie in beeld is en wie niet en wie er dientengevolge toe doet en wie niet.
Niet toevallig is het affichebeeld een verwijzing naar een schilderij van Andy Warhol: ‘In the future everybody will be famous for fifteen minutes,’ was een van diens beroemde uitspraken. Die future is dankzij internet en talentenshows ruimschoots bereikt – iedereen kan tegenwoordig beroemd worden, al is het maar voor even.
Warhols voorspelling van de democratisering van de roem ging gepaard met een verering van buitenkant en oppervlakte – daarbuiten was er in zijn ogen niets. Ook met die premisse speelt Van Kooten in Karakters. De voorstelling, die net als haar voorganger Het wonderlijke leven van Jackie Fontanel is gebaseerd op een gelijknamig en gelijktijdig verschenen boek (‘cabaroman’ noemt Van Kooten zijn zelfverzonnen genre), voert vijf fictieve BN’ers op die hun imago voor de buitenwereld angstvallig in stand proberen te houden. Je bent wie je bent in de ogen van anderen, dat is het enige wat telt. Ondertussen kampen de vijf wel met persoonlijke problemen waarvoor ze in het geheim in therapie gaan bij de goeroeachtige figuur Joël Hartsteen, die zijn peperdure retraites organiseert in een villa op de Zuid-Franse Cape d’Antibes.
Via projecties komen de cliënten, onder wie een volkszanger, een minster van OCW en een ex-voetballer, in beeld. Van Kooten ondertussen, steekt als Hartsteen zijn verhaal af vanuit de Bijlmerbajes. Afwisselend pratend tegen een onzichtbare geliefde en afwezige rechter (‘u moet begrijpen, edelachtbare…’) voert hij zijn eigen verdediging en vertelt het publiek zo en passant hoe hij in deze gevangeniscel is beland. Dat doet hij met veel geestige terzijdes, liedjes – dit keer grijpt hij terug naar het repertoire van de door hem zelf gecreëerde Franse chansonnier Jacques du Mercou – en een enkel dansje.
‘Breedbandentertainer’ is een andere typering die Van Kooten voor zijn eigen werk bedacht. De zoon van, broer van en ex-drummer van kan zingen, acteren, schrijven en performen en wil niet kiezen tussen deze disciplines. In Karakters balt hij zijn talenten samen tot anderhalf uur hogesnelheidstheater. Met talige vondsten als ‘geurheugen’ en ‘splinterviewer’ roept hij de modernismen van zijn vader in herinnering; zijn filmische vertelwijze doet denken aan die van zijn zus en met een schitterend nummer gedrumd op de brilloze wc-pot in zijn cel is de drummer van Acda en De Munnik weer vol in beeld.
Het probleem van Karakters is dat het daar ook bij blijft: een mooie optelsom van verhalen en liedjes. Als geheel weet Van Kootens betoog over de leegte en vluchtigheid van roem niet te overtuigen. Daarvoor hinkt de voorstelling op te veel gedachten, daarvoor is het verhaal inhoudelijk te dun en draait het te veel om buitenkant.
Gek genoeg voelde de boekpresentatie na afloop nog het meest waarachtig. Van Kooten benaderde X Factor-jurylid Henkjan Smits om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen. ‘Henkjan, hoe word ik beroemd?’ vroeg Van Kooten. ‘Het probleem is dat je ambitie groter is dan je X-factor,’ antwoordde die. Onbedoeld raakte hij daarmee aan de makke van Karakters.
Foto: Bob Bronshoff