Een engel, die zijn outfit heeft geleend van de Noorse inzending naar het Eurovisie Songfestival, leidt de groep langs vier mooie grachtenlocaties, waar liefdesscènes worden gespeeld. Van de entree van een imposante kerk die het statigste grachtenpand nog doet blozen tot een pand met een balkon dat elk theaterduo tot een Romeo & Julia-scène dwingt: ‘Ik ben van jou of van de dood.’ (meer…)
De eerste momenten in de dansvoorstelling Julia & other love stories zijn gewijd aan Shakespeare. De Amerikaanse actrice Claire Danes leest, via een soundtrack, het trieste bericht voor dat twee jonge gelieven aan hun liefde zijn gestorven. Het klinkt als een nieuwsbericht, koel en zakelijk. Maar het drama is er niet minder om. Vervolgens danst het ensemble van De Dutch Don’t Dance Division (DDDDD) op de ouverture van Tsjaikovski’s balletmuziek ‘Romeo & Juliet’ een poëtische choreografie waarin de gehele tragedie wordt getoond: de duizelingwekkende verliefdheid, de tegenwerking van de rivaliserende families, broeder Lorenzo die als de dood optreedt en het fatale slot waarin beiden zullen sterven, innig verstrengeld.
In de choreografie van Rinus Sprong en de dansers zelf, wisselen snelle groepsscènes af met intieme en intense pas de deux voor Romeo en Julia. Telkens zoeken ze elkaar tussen de andere dansers, om zich uiteindelijk te verenigen. De choreografie is vloeiend en lyrisch, met aldoor de dreigende aanwezigheid van de dood in de gedaante van Lorenzo, gehuld in zwarte cape. Met deze choreografie zet Sprong, samen met choreograaf en artistiek leider Thom Stuart, de toon voor een rijkgeschakeerde balletavond waarin alle facetten van de liefde aan de orde komen, geïnspireerd op Shakespeares onverwoestbare toneelstuk. In totaal zijn het elf korte en langere balletten, waarvan sommige gloednieuw zijn, andere reeds eerder uitgevoerd. En elk ballet is weer anders, van klassiek tot woest en wild, van dance tot jazzy.
Een van de hoogtepunten is het liefdesduet Romeo & Juliet op ragfijne vioolmuziek van Prokofjev, in de choreografie van Stuart. In 2010 werd dit ballet gemaakt voor het Haagse Hofvijver Concert, en nu dus in het theater. Maia Jadue en Atias Gindroz volgen de subtiele muzikale verklanking van het verhaal in een even subtiele dans. Ze cirkelen om elkaar, vormen soms één hunkerend lichaam en dan wijken ze uiteen. Even indringend is de choreografie van Nils Christe op het lied ‘If Music Be The Food of Love’ van Purcell, gezongen door de Britse sopraan Emma Kirkby. Dit duet, gedanst door Iyamilé Ramos González en opnieuw Gindroz, roept de elegante, stijlvolle hoofse dans op, gekostumeerd door Annegien Sneep.
De avond varieert van intiem naar uitbundig, met rauwe jazzy dans op ‘When a Man Loves a Woman’ van Bette Midler tot een extreem humoristische versie van ‘Je t’aime’, de ultieme zucht- en hijgchanson van Serge Gainsbourg en Jane Birkin. De dansers kruipen in huidkleurige pakjes, versierd met rode stippen, en rode of zwarte harten op de erotische plekken, over de grond, naar elkaar wellustig, lekker ongegeneerd. Stuarts choreografie laat die onbekende, erotische kant van Romeo en Julia zien die in de uitvoeringspraktijk nogal zeldzaam is. Hulde dus.
Een opmerkelijke ‘love story’ is het lied ‘Sorry dat ik besta’ op tekst van Annie M.G. Schmidt en muziek van Harry Bannink uit de musical Foxtrot (1977). Rinus Sprong zelf zingt het, gezeten op een barkruk, en hij doet dat prachtig. Met net iets van ingehouden woede, zoals het hoort in dit lied, vraagt hij zich af waarom het altijd draait om een jongen en meisje, om Romeo en Julia, en niet om Romeo en Julius die elkaar kussen en hand in hand willen lopen. Dit lied heeft de kracht van een pleidooi, met regels als ‘Nooit is er een lied gezongen/ Over de verboden kus/ Van Romeo en Julius/ Want daar zijn we nog niet aan toe/ Taboe taboe/ Geen aria’s, nooit aria’s/ Voor de paria’s.’
De voorstelling, gedanst door een internationale groep jong en bekwame dansers, maakt door zijn veelzijdigheid diepe indruk. Rauw en hartverscheurend is ‘Je Veux De L’Amour’ van Raymond van het Groenewoud waarin Clément Herlin een ontgoochelde jongeman verbeeldt die eigenlijk niet in het leven past en met nu eens hoekige dan weer explosieve bewegingen zichzelf een plaats verovert.
Foto: Studio Oostrom