Het Nederlandse jeugdtheater staat wereldwijd bekend om baanbrekende voorstellingen die inspelen op de actualiteit en het moeilijke onderwerpen niet uit de weg gaan. Eigenschappen die in theaterseizoen 2020-2021 tot het uiterste op de proef werden gesteld. (meer…)
De titel mag een tikje tuttig klinken, de voorstelling is dat verre van. Juffenballet, voor iedereen vanaf 6 jaar, is een heerlijk brutale, uitbundige parodie op het Nederlandse schoolsysteem, waarin de leerkrachten nu eens niet het goede voorbeeld geven, maar hardop roepen dat vervelende ouders vervelende kinderen hebben. Ze spreken de jeugdige toeschouwers aan als ‘makke schapen waarvan ze lekkere lammetjes zullen maken’.
Voor zijn eerste grote zaal-regie – een coproductie van zijn huidige gezelschap BonteHond met zijn toekomstige werkgever Maas theater en dans – heeft René Geerlings zich laten inspireren door zijn eigen schooltijd. Als dromerige jongen lette hij niet op, maar fantaseerde dat het klaslokaal volgroeide met takken en bomen. Hij zag zijn juffen in heksen veranderen. Die droom maakt hij nu werkelijkheid.
Tekstschrijver Moniek Merkx (van Maas) zet verschillende onderwijsvisies tegenover elkaar en neemt de hiërarchie onder onderwijspersoneel lekker op de korrel. Hoofdjuf (moe), onderwijsassistent (hypocriet) en stagiaire (onzeker) wisselen tijdens Juffenballet uiteindelijk allemaal van plek en rol. Onderwijl houdt Merkx in haar script toch ruim aandacht voor de blik van het kind en de zwaarte van het vak. Als één van de juffen meer vakantiedagen eist, valt de hele zaal haar bij.
Centraal staat een geheime fantasiewereld achter het schoolbord op de eigenzinnige school Zonderland waar directrice Maanzaad (Manon Nieuweboer) gelooft in bloemetjes en bijtjes en het tot bloei laten komen van kinderzieltjes. De concurrentie rukt echter op. Terwijl Maanzaad om de haverklap in slaap valt – een perfect getimede snurk van Nieuweboer – zagen hypocriete heksenjuffen onder aanvoering van de gemene Juffrouw Blauwzuur (Roosmarijn Luyten) aan haar stoelpoten. Luyten gooit er songs uit alsof ze in de finale van The Voice staat. Sabrina Nabermacnack (Juffrouw Kruitvat) lijkt zo weggelopen als Akela uit een scoutingkamp. Luuk Weers maakt met zijn elegante verschijning van Juffrouw Blaaskat een heerlijke travestierol (met goed verstopte hints naar machtsmisbruik en #MeToo).
Serano Pinas vertolkt als Juffrouw Stroop alles waar ouders bang voor zijn: ze verdwijnt volledig in haar telefoon en denkt alleen in levels. Als ze onverwacht de macht krijgt toegespeeld, verschijnt ze in uitdossingen die even fout als ver over de top zijn (bont, lak en leer). Te midden van al dit gekrakeel blijft stagiaire Roos (Isabelle Houdtzagers) heerlijk zichzelf, met de lieve naïviteit van een positieve beginner. ‘Ik houd gewoon van kinderen.’
Het bonte verhaal ademt iets van De heksen van Roald Dahl en is gekruid met een snuif Harry Potter (neem de bezemstelendans) en een dot Doornroosje. De juffen brouwen na schooltijd slaapdrankjes, aanbidden de natuur of haten die, zijn vóór of tegen militaire drillessen en wakkeren telefoongebruik en competitiedrift aan.
De steeds wisselende kostuums zitten vol keurig gekapte krullenpruiken, hippe heksenmantels en zwart-witte schooluniformen. En dan wordt er in de choreografie van Cecilia Moisio ook nog energiek gedanst over en onder de schoolbanken. De gulden snede en de wet van behoud van energie mogen dan wel bij aanvang op het schoolbord staan, in Juffenballet raken alle klassieke verhoudingen zoek. Toch leer je minstens zo veel over kunnen, durven, willen en doen.
Foto: Kamerich & Budwilowitz, Eyes2photography