De Johannes Vermeerprijs 2023 gaat naar mezzosopraan Tania Kross. Kross ontvangt de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten vanwege haar toonaangevende internationale zangcarrière en de vernieuwende wijze waarop zij opera breed toegankelijk maakt en een uiteenlopend publiek aanspreekt, verbindt en inspireert. (meer…)
Gijs heeft een volière gebouwd met ruimte voor wel 100 vogels, maar zoveel heeft hij er nog niet. ‘Hij heeft er eentje. Geen eendje, maar een parkiet: Johannes de Parkiet.’
Naar het bekroonde kinderboek van Mark Haayema en Medy Oberendorff is Johannes de Parkiet het verhaal van een parkiet die zijn kooi moet delen met vreemde vogels, en maar niet schijnt te wennen aan hun afwijkende gewoonten, gebruiken en talen. Iedereen herkent in Johannes de nukkige conservatieveling die moeite heeft met verandering en alleen oog heeft voor zijn eigen belevingswereld, zonder empathie voor de ander. Geënsceneerd in DeLaMar door middel van extravagant decor, informatieve videoclips en joviaal spel, zang en dans, adresseert deze kleurrijke voorstelling thema’s als xenofobie en acceptatie van de ander zoals die is.
Johannes wordt afwisselend verbeeld door acteur Joep Onderdelinden, die goed gedijt als zeurderige parkiet, en een pop, bespeeld door meerdere personen tegelijkertijd. Er is duidelijk aandacht geweest voor de precieze vertaalslag van de bewegingstaal van vogels naar choreografie. Het collectief liet zich onder meer inspireren door de technieken van de befaamde Handspring Puppet Company. Doordachte microbewegingen zorgen voor betoverend poppenspel. We zien fladderende vleugels en hobbelende nekken. De pop Johannes beweegt secuur en stapsgewijs langs zijn kooi. De vogel klautert door zich aan zijn snavel omhoog te trekken om zich vervolgens vast te klampen met zijn klauwen.
Naast Johannes, blaast het collectief leven in steeds andere gevogelde poppen, met steeds andere individuele talenten en persoonlijke achtergronden. Elke vogel zingt zoals hij gebekt is. Zo brengt Cystine Carreon een vocaal hoogstandje met een lip-syncende en Filipijns sprekende Paradisaea apoda en laat Quincy Ignacia in zijn solomoment ferm doorschemeren dat er in de stille kanarie een elegante en technisch bekwame danser huist.
De performers stappen in en uit hun vogelrollen en gaan daarnaast conversaties aan van mens tot mens over thema’s als anders zijn, taalbarrières en wennen aan verandering. Hoewel het een kindervoorstelling is, wordt alsnog op lichtelijk satirische wijze de spot gedreven met stereotypische reacties van het exotiseren van de ander, wat de voorstelling gelaagder en daardoor tevens interessant voor volwassenen maakt. Het aangedikte, Achterhoekse personage van Aniek Stokkers neemt bijvoorbeeld geen genoegen met Quincy’s antwoord ‘Alphen aan den Rijn’ op de vraag waar hij nou werkelijk vandaan komt. Als Cystine over haar achtergrond vertelt, strooit ze opmerkingen rond als ‘de Filipijnen, dat klinkt exotisch’. Vragen en reacties die mensen met een niet-westerse achtergrond hoogstwaarschijnlijk zullen herkennen uit het dagelijks leven. Hulde, daarom, aan Mark Haayema en de cast voor deze tussentijdse momenten van het adresseren van actueel discours. Tevens voor het toevoegen van meer voornaamwoorden, wanneer de flamboyante pauw zingt dat je mag zien wie je bent, ‘hij, zij, hun of een hen’.
‘Een vogel kent men aan zijn veren’ luidt het spreekwoord, maar de voorstelling Johannes de Parkiet leert ons om iets minder te projecteren en in plaats daarvan iets meer te verplaatsen in andermans veren.
Foto: Sander Mulkens