Na de première in Keulen in 1926 werd Béla Bartóks ‘balletpantomime’ verboden vanwege het seksueel expliciete verhaal. Een vrouw wordt door drie zwervers tot prostitutie gedwongen om klanten te lokken die ze vervolgens kunnen beroven. (meer…)
Joe 5 speelt zich af in een post-apocalyptische arena die doet denken aan een verlaten maanlandschap. In de verte zien we, in rood licht gehuld, een androïde – ‘een backup van de mens’ – zich langzaam oprichten. Gedurende een aantal stappen wordt zijn motoriek steeds minder schokkerig, volgens een trial and error-principe ontdekt hij hoe kleding werkt, waarvoor schoenen zijn bedoeld. De robot wordt, kortom, steeds menselijker.
Deze dystopische voorstelling opent met een uitgesponnen, illustratieve expositie van iets wat eigenlijk in een blik duidelijk is: de mensheid is inmiddels uitgestorven en een buitenaardse machthebber zet een gekloonde variant op aarde. Maar wie zich door het taaie eerste kwartier heen worstelt, wacht een aantal mooi verstilde duetten tussen performer en pop. Het typeert deze productie, die het vijftienjarig bestaan van Duda Paiva Company markeert: inhoudelijk is deze scifi-queeste weinig geïnspireerd, maar de beelden – hoe verontrustend ook soms – hebben een grote, soms zeer ontroerende esthetiek.
Het gezelschap van Duda Paiva opereert op het snijvlak van dans en poppentheater. De vechtdans met de parasitaire alien is wonderwel van grote schoonheid, de ontmoeting met een kinderlijke alien van glinsterend goud, grijpt naar je keel en is als een van de weinige momenten op een prettige manier oningevuld: is dit een illustratie van pure schoonheid of een manipulatieve façade?
De schuimrubberen poppen (Duda Paiva en Andre Mello) hebben een grote wendbaarheid in hun mimieken, waardoor het verleidelijk is ze te vermenselijken, te psychologiseren. Dat is mooi conform de thematiek: het blijven immers aliens, met gevoelens zoals wij die kennen hebben ze niets van doen.
Uiteindelijk ontmoet de robot (vrij letterlijk) zichzelf – wat hem doet inzien dat hij niet uniek is en zich onderwerpt aan een streng regime. Het zet hem aan tot verzet tegen de alomtegenwoordige buitenaardse intelligentie; wat leidt tot een finalenummer in een dramaturgie die inmiddels wel erg veel wegheeft van een simpel computerspelletje: goed verslaat kwaad – en niet met enige vorm van psychologie, maar met simpel geweld.
Inhoudelijk is het voortstuwende interne conflict – wat maakt een mens menselijk en is het waard daarop in te leveren? – oppervlakkig uitgewerkt. Een door een buitenaardse intelligentie, naar de mens gemodificeerde androïde keert zich tegen zijn ontwerper, wat resulteert in een wat al te obligaat slotgevecht. Joe 5 intrigeert vooral in de spannende, diffuse ontmoetingen waarbij de intenties niet meteen helder zijn. Want in het exploreren daarvan, dat op prachtig beeldende wijze gebeurt, vindt de inhoudelijke verdieping plaats.
Foto: Kim Kooiman