Ontwapenend, ontroerend en heel persoonlijk: dat zijn de woorden die het eerst bij je opkomen bij Ik heb gezongen op mijn moeders begrafenis (en andere dingen waarop je trots kunt zijn), de eerste solovoorstelling van Roos Bottinga. (meer…)
Alles ademt vergane glorie. Een woonkamer met een klassieke inrichting, voorzien van paneeldeuren met glas in lood erin. Maar de antieke stoelen zijn op elkaar gestapeld, bloemen staan geknakt in de vaas. In dit ouderlijk huis komen twee zussen samen na het overlijden van hun vader. Van hun zusterliefde is al even weinig over als van de inrichting. In Je kunt op me rekenen van (lied)schrijver en theatermaker Theo Nijland zet een ongenode gast de verhoudingen op scherp.
In de uren voorafgaand aan de crematie van vader treffen twee zussen elkaar in het vroegere ouderlijk huis. We zijn in Levelte, een imaginair plaatsje in het oosten des lands. Gwen, de vrijgezelle oudste zus, is er wethouder. Zij vindt dat ze een carrière op niveau heeft gemaakt. De lesbische Til runt in het verre Groningen een kennel, samen met haar echtgenote en hun zoon Dennis.
De zussen kunnen elkaar nauwelijks verdragen. Door hun botsende karakters en levens, maar ook door oud zeer, waarmee ze verschillend omgaan. Moeder is na een lang ziekbed overleden toen Til pas zeven was. Vader had vervolgens een aantal onduidelijke ‘scharrels’. Jaren geleden is hij afgereisd naar Costa Rica. Het contact met hem is feitelijk verbroken, hij is een vreemde geworden voor zijn dochters. En nu moeten ze hem desondanks waardig gaan gedenken. Om het ongemak compleet te maken, duikt er opeens een onbekende vrouw op. Wie is deze Ireen?
Theo Nijland schreef met Je kunt op me rekenen een stuk voor drie actrices, ieder bedeeld met een totaal verschillend personage. Méér vertellen over de plot van dit stuk betekent te veel verklappen. Want de goed bewaarde geheimen rollen over elkaar heen, het ene lijk na het andere valt uit de kast.
De kracht van Je kunt op me rekenen is de geestige tekst van Nijland, die de zussen elkaars zinnen laat afmaken en hun vrolijke lompigheden in de mond legt. Herkenbaar is hoe in de nasleep van een sterfgeval het beeld van de overledene begint te kantelen onder invloed van emoties en anekdotes; en ook doordat nabestaanden dan opeens dingen over de dode durven te vertellen die eerder in het verborgene bleven. Bovendien gebruikt Nijland het stuk om zijn ergernissen over hoogwaardigheidsbekleders en over de manier waarop homoseksuelen worden benaderd neer te zetten. Minder geslaagd is dat er een paar onwaarschijnlijke wendingen in de plot zitten omdat het verhaal anders niet meer klopt.
Jammer is ook dat er grote verschillen zijn tussen de vertolkingen. Wivineke van Groningen blijft als de formele, egocentrische wethouder Gwen erg houterig. Ze komt ondanks de grappen niet echt los. Lieneke Le Roux is de geheimzinnige Ireen. Haar rol is lastig, omdat Ireen tegelijk sereen en emotioneel moet zijn. Ster van de voorstelling is Margo Dames als de lesbische Til. Dames zet alle facetten van haar personage overtuigend neer, van de rabiate pot tot het kwetsbare kind dat haar moeder jong verloor.
Gijs Scholten van Aschat is te zien op een projectie van dvd. Hij speelt prettig schmierend de snotterende vader, voorzien van Lee Towers-bril, snor en verkeerd overhemd. Vanuit Costa Rica stuurt vader een gefilmd testament naar zijn dochters in Nederland.
Regisseur Mette Bouhuijs levert door heen en weer te springen van diep doorvoeld realisme naar comedy een voorstelling die niet helemaal in balans is. De scherpe teksten van Nijland maken van Je kunt op me rekenen niettemin een vrolijke avond toneel.
Foto: Ben van Duin