Club Lam confronteert, strijdt en is ontiegelijk sexy. In Rubens Meisjes geeft het theatercollectief, opgericht in 2018, vrouwen uit de kunstgeschiedenis een plek binnen het heden. Middels vurige dialogen, gekoppeld aan actuele thematiek (denk: de Bechdeltest, schoonheidsidealen en bel-angst) deelt het trio rake klappen uit. Beware, het gaat pijn doen. (meer…)
In Japan heerst al een tijdje de trend om je te kleden naar gelijkenis van anime figuren, een Japanse cartoonstijl die in het Westen bekendheid verwierf door onder andere Pokémon. Jonge vrouwen met felgekleurde haren, dik aangezette make-up en hoge stemmetjes, allemaal reuze ‘kawaii’ (schattig). Het is een identiteit die zo ver van Nick Bos en Mathieu Wijdeven – jonge witte Hollandse knapen – staat dat ze getriggerd werden om naar Japan af te reizen voor veldonderzoek.
In een prachtig bordkartonnen decor wordt het publiek uitgenodigd om getuige te zijn van een ritueel. Wat begint als een traditionele theeceremonie, ontaard in een spel met identiteit. Het idee hierachter is dat een afgebakend ritueel je de kans geeft om een alternatieve werkelijkheid te creëren. In die alternatieve wereld kan je je tijdelijk verplaatsen in een andere identiteit. De winst is dat je na dit experiment een perspectief rijker bent en bovendien de relativiteit van je eigen perspectief beter inziet. Zelfkennis door kennis van de ander. Inspiratie hiervoor putte de jongens van Firma DRAAK uit De Weg, een boek over Oosterse Filosofie van Harvard professor Michael Puett.
Bos en Wijdeven doen een oprechte poging zich in de wereld van Japanse meisjes te verplaatsen, maar stuiten op schijnbaar onoverbrugbare cultuurkloven. De scène waarin Wijdeven een interview met een Japans meisje naspeelt doet vaag denken aan de film Lost in Translation, waarin een Amerikaanse acteur geen contact kan vinden met een grootstedelijke Aziatische omgeving. In een overweldigend overprikkelend decor met blije Japanse popmuziek duizelen vragen in het hoofd van Wijdeven. Maar hoe vraag je een Japans meisje waarom ze met zo’n hoog stemmetje praat en of ze zelf geen last heeft van het vrouwbeeld dat in de verkleedpartijen geschapen wordt, als het al lastig is om met de ober te communiceren dat je een drankje wil bestellen?
De oplossing komt van een magische cadeaudoos die de uitnodiging doet om de boel niet alleen van de buitenkant, maar ook vanbinnen te onderzoeken. Toch ging de voorstelling voor mij niet alleen over het identiteitsritueel dat Bos en Wijdeven in gang zetten, maar vooral ook over de cultuurclash waar ze in belanden.
Japanse meisjes heeft een overdonderende vormgeving, die het best te omschrijven is als houtje-touwtje/hightech. Een geknutselde kartonnen wereld vol luikjes, transformaties en videoprojectie. Het zorgt voor wat gepriegel op de vloer in het charmante kleine zaaltje van Schouwburg de Meerse in Hoofddorp, maar dat vergeef je ze snel als je ziet hoe gedetailleerd het decor is uitgewerkt. Het contrast van het innemende houtje-touwtje met de Japanse overdaad van Hightech en knipperend neon is sterk uitgewerkt in videoprojectie, soundscape (door Tommy Ventevogel) en lichtplan. De spelers staan dusdanig in interactie met hun decor dat je het rustig zou kunnen omschrijven als de derde performer in de voorstelling.
Virtuele realiteit versmelt in Japan steeds meer met de fysieke realiteit (een van de grootste popidolen -Hatsune Miku- is een 3d animatie). Maar in het decor van Firma DRAAK blijft de constructie van de verbeelde wereld continu op de voorgrond. Blijkbaar schuilt er ook een botsing in de esthetische principes van Firma DRAAK en Japanse populaire cultuur. Of schurkt het kunstmatige in Japan zo dicht tegen het reële dat het onderscheid als irrelevant wordt gezien?
In fragmenten van interviews krijgen we glimpjes mee van de wereld achter de uiterlijke façade van Japanse meisjes. Ze zijn lang niet altijd zo vrolijk als ze eruitzien en blijken het moeilijk te vinden om over emoties en identiteit te praten. Toch blijft het inzicht dat we als publiek verwerven in de innerlijke wereld van de meisjes wat aan de oppervlakte. Het prettige aan de voorstelling is dat die dat ook niet ontkent. In hun poging zich te verdiepen in een perspectief dat ver van ze afstaat, zijn Bos en Wijdeven tegen culturele barrières gebotst.
De opbouw en montage van de voorstelling voelt her en der een beetje gekunsteld, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de uitnodigende, fantasierijke wereld die het team van Firma DRAAK op het toneel weet te zetten. De lichtvoetige filosofie en overtuigende vormgeving maken me nieuwsgierig naar de werelden die deze jonge makers nog meer op het toneel kunnen scheppen.
Foto: Bas de Brouwer