In Anders is een hele normale Zweedse voornaam ontginnen drie ontdekkingsreizigers, met grote backpacks onder hun besneeuwde poncho’s, een onbekend terrein: een oud en rommelig huis, waar niets is wat je denkt dat het is. (meer…)
Ja, ja, ja, jullie hebben hele mooie spulletjes. Ondertitel: ‘Een anti-materialistisch pamflet voor de beginnende consument.’ De meewarigheid die uit de titel spreekt en de doelstelling uit de ondertitel laten lang op zich wachten. Er is geen echt verhaal, bijna niks wordt uitgelegd en wat er gebeurt is op z’n zachtst gezegd ‘vreemd’ te noemen. Die verwarring geeft te denken.
Zo is er die rare man, gespeeld door Chiron Holwijn, die van alle op het toneel rondslingerende spullen onderzoekt of je er sporen mee kunt trekken in de vloerbedekking. Het zijn veelal van gekleurd kunststof gemaakte dingen die zo uit bijvoorbeeld Blokker of de Euroshop komen. Aan hun oorspronkelijk bedoelde functie (opgezette papegaai, paraplu, barbiepop) wordt volledig voorbijgegaan. Voor hun nieuwe functie zijn ze waardeloos. Uiteindelijk haalt de man wat hij nodig heeft uit een prullenbak op straat en installeert zich als iemand die buiten op de grond slaapt en aan alles schijt heeft.
Zo is er ook acteur Hans Leendertse, met veel en volle plastic zakken van de Mediamarkt en Bart Smit. Hij reageert op een advertentie op Marktplaats die door de geluidsman is geplaatst. Na de aankoop blijft hij nog voller bepakt en bezakt verder zoeken. Hij komt nog terug voor een andere advertentie. Nog niet genoeg gekocht.
Even lijkt het allemaal duidelijk te worden als Tjebbe Roelofs als ceremoniemeester opduikt en vrijwilligers uit de zaal zoekt. De drie kinderen die zich aangeboden hebben moeten dan vanonder een deken of vanuit een lege Zalando-doos een lijstje spullen opnoemen: One-Directionpyjama, knutselkoffer, verzorgpony, lichtgevende paddestoel. En dat drie lijstjes lang.
Tussen de bedrijven en spullen door danst een showballet van drie danseressen met goudglitter behangen en met hoofdtooien. Omdat je niet de muziek hoort waarop ze dansen, is het allemaal wat wezenloos en vreemd.
En dat geldt voor deze hele voorstelling van regisseur Jetse Batelaan. Alleen aan het eind gebeurt er echt iets. Chiron Holwijn, de straatslaper, ontpopt zich als een hedendaagse Diogenes door gewoon te blijven doen wat-ie altijd al deed. Zijn cynisme over bezittingen, cadeaus en aankopen gaat langzaam maar zeker aanstekelijk werken. Op de puinhopen gaan ook de andere spelers de spullen steeds meer als prullen zien. Dit doordruppelende besef is er niet alleen bij zijn medespelers, maar ook bij de al dan niet beginnende consumenten in het publiek.
Foto: Kurt van der Elst