In haar nieuwe programma toont Introdans een aantal werken rond de muziek van Johannes Sebastian Bach. Bestaande en bewerkte choreografieën sieren de avond. Speciaal voor dit programma ontwikkelde choreograaf Manuelle Vignoulle het wat illustratieve Anima. Moet je de muziek van Bach wel dramatiseren? (meer…)
Het had heel goed gekund dat barokcomponist J.S. Bach een opera had geschreven. Hij ambieerde een functie aan de hofkapel van Friedrich August II in Dresden, dé operastad van die tijd met een beroemd operahuis, waar musici uit de hele wereld optraden. En wie de Matthäus- of Johannes-passie kent, beluistert daarin moeiteloos opera-invloeden.
Directie en artistieke leiding van Opera2Day en de Nederlandse Bachvereniging hebben zich voorgesteld welke opera Bach zou maken áls hij operacomponist was geweest. Serge van Veggel (Opera2Day) en Shunske Sato (Bachvereniging) bedachten een masterplan: ze besloten een opera te maken over de wederdopers in de zestiende eeuw die, onder bezieling van de Hollandse kleermaker Jan van Leiden, de Duitse stad Münster uitverkiezen als het nieuwe Jeruzalem, het anti-katholieke paradijs op aarde. Ze verdrijven de bisschop en vestigen zich binnen de stadsmuren.
Maar Van Leyden, zoals hij in de opera heet, ontwikkelt zich tot een tirannieke koning, eist polyagamie om het aantal van 144.000 uitverkorenen te bereiken. Uiteindelijk worden hij en zijn medestanders in stukken gehakt en in kooien aan de kerktoren opgehangen. Replica’s daarvan hangen er nog steeds. Tot zover het behoorlijk complexe verhaal, vol drama, geloofsstrijd gruwelen.
De opera heet J.S. Bach – De Apocalyps, want regisseur Van Veggel, tevens verantwoordelijk voor het muzikaal en dramatisch scenario, liet zich inspireren door het Bijbelboek de Openbaring. En met gruwelen en spektakel begint de opera: het volk roept om wraak, drie verminkte lichamen zijn opgesloten in kooien die langzaam de hoogte in gaan. De kleuren in het toneelbeeld van Herbert Janse en lichtontwerper Uri Rapaport zijn grauw. Mirjam Pater verzorgde een kostumering die de kracht van de scènes ondersteunt.
Daarna neemt de opera een serene wending als countertenor Sytse Buwalda in de rol van profeet Jan Matthijsz de idealen van de wederdopers predikt. Tenor Florian Sievers zet een krachtige, opruiende en heftige Jan van Leyden neer, onverzettelijk, aanvankelijk innemend, later meedogenloos. Er zijn veel meer personages, onder wie Dieuwer Brouwersdochter, vertolkt en gezongen door sopraan Cecilia Amancay Pastawski. Zij is de eerste vrouw in Münster van Van Leyden en er zullen nog 16 volgen.
Nu moeten verhaal en Bachs muziek samenkomen. De Duitse librettist Thomas Höft en de van oorsprong Griekse componist Panos Iliopoulos verweefden met behulp van Van Veggel vocale muziek van Bach in het verhaal. Citaten en fragmenten uit de Matthäus-Passion, de Missa in A, Hohe Messe, Weihnachts-Oratorium en tal van cantates klinken op, voorzien van nieuwe teksten van Höft. Het is niet alleen Bach, Iliopoulos componeerde ook enkele volkomen eigen muzikale passages, modern en elektronisch maar aldoor geworteld in de muziek van Bach.
Dat levert erg mooie muzikale lijnen op, waarin barokklanken door instrumenten als viola da gamba en traverso vloeiend harmoniëren met hedendaagse muziek. Spannend en avontuurlijk. Het is niet voor niets dat de grote dramatische scènes uit de Matthäus-Passion, zoals ‘Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden?’, ‘Lass ihn kreuzigen!’, ‘Barrabam!’ en ‘Bist du der Jüden König?’ het muzikaal-theatrale fundament vormen. Regisseur Van Veggel wisselt vaardig grote scènes af met intieme momenten. De gezongen en gesproken dialogen over de wederdoperse overtuiging versus het in hun ogen verdorven katholieke geloof geven inzage in de crisis van de late middeleeuwen. Mensen zoeken houvast, Luther heeft zijn stellingen al vastgespijkerd op de kerkdeur van Wittenberg, althans, zo wil de mythe.
Het verrassende is dat Bach óók een operacomponist is, alle purisme en mogelijke argwaan ten spijt. In deze versie lijkt het zelfs of Verdi om de hoek komt kijken, met zijn felbewogen opera’s. Ook de vele massascènes herinneren hieraan. Het draaitoneel dat het hart van de scenografie vormt, smeedt moeiteloos de scènes en ook de tijdseenheden aan elkaar. Soms is Bach ver te zoeken en raakt hij bedolven onder zoveel religieus geweldsspektakel, maar als je dan ‘Barrabam!’ hoort dan klopt het weer. Of de subtiele dialoog over religie waarin ‘Du sagsts es’ een Leitmotiv vormt.
Aan het slot wil Jan van Leyden biechten en betuigt hij spijt. In zijn doodscel staren de ogen hem aan van de slachtoffers van zijn gruwelijke praktijken. Maar de woedende menigte kent geen mededogen. Bach, de operacomponist: het kan. Volmaakt is het niet, soms schuurt en botst het te veel, maar als artistiek gedachtespel blijft J.S. Bach- De Apocalyps boeien.
Foto: Marco Borgreve