Alle spelers in ‘A Room With A View’ van Theatre Hotel Courage bezitten een grote mimische begaafdheid ****
Het verhaal van klokkenluiders als Edward Snowden en Julian Assange kunnen inmiddels getypeerd worden als moderne mythen. De rogue agents die dapper weerstand bieden aan onderdrukkende en gewelddadige regimes met gevaar voor eigen leven. Maar nog altijd zijn er klokkenluiders wie de pas wordt afgesneden voor zij hun zegje kunnen doen. In Is this a room presenteert het Amerikaanse gezelschap Half Straddle het verhaal van Reality Winner, de eerste klokkenluider onder het Trump-regime.
Het is 3 juni 2017 wanneer drie FBI-agenten plots voor de deur van Reality Winner (Emily Davis) staan. Winner werkt voor de Amerikaanse luchtmacht als tolk en taalkundige – ze spreekt vloeiend Dari, Farsi en Pashto. Op een dag krijgt ze toegang tot een geclassificeerd dossier en is dusdanig gechoqueerd dat zij besluit dit mee naar huis te nemen om door te lekken naar de media. De FBI weet de lek te herleiden naar Winner en valt haar huis binnen.
Het vertrekpunt van de voorstelling Is this a room van het Amerikaanse gezelschap Half Straddle is het officiële transcript van de huiszoeking, inclusief gestotter, gehoest en stiltes van de redacted passages. Deze vormkeuze van regisseur Tina Satter werkt grotendeels, met name in de scènes waarbij Winner hard en direct ondervraagd wordt. De manipulatie en hardheid waarmee de twee ondervragende FBI-agenten (Frank Boyd en TL Thompson) Winner langzaam afbreken en haar uiteindelijk doen bekennen is flink beklemmend door de letterlijke nabijheid van de acteurs. In deze scènes zit de kracht van de voorstelling. Met name de dialogen tussen Davis en Boyd tonen op schrijnende wijze het machtsmisbruik dat op grote schaal plaatsvindt onder Trump, alsook de geïnternaliseerde misogynie en angst voor autoriteit die een wezenlijk onderdeel is van de Amerikaanse cultuur.
Wanneer de gecensureerde passages over het specifieke dossier en de media waarnaar gelekt is vrijwel elke zin van het gesprek gaan beslaan en er dus veel lange stiltes vallen, verliest deze vorm flink aan kracht. Satter poneert deze stiltes duidelijk als een statement: klokkenluiders worden in de VS aan de lopende band geïntimideerd, dus de details doen er niet toe.
In de uitwerking wordt echter het narratief tegen het einde behoorlijk onduidelijk, met het gevolg dat de emotionele band die het publiek met Winner tot dan toe opgebouwd heeft onbevredigend eindigt. In de finale ondervraging hoor ik kwaad te zijn over deze cover-up en de wijze waarop zij met Winner omgaan, maar in plaats daarvan ben ik te veel bezig met begrijpen wat er nu precies gebeurd is en wat Winner nou eigenlijk gedaan heeft.
Ook maakt Satter een aantal bizarre regiekeuzes die weinig ander doel lijken te dienen dan verwarren. De speelstijl van de helft van de performers is bijna Lynchiaans en werkt perfect voor deze vorm: de non-stop huilerige houding van Davis doet haar niet misstaan in Twin Peaks en de blanco uitdrukking van Boyd voor het gros van de voorstelling werkt met enige regelmaat op de (macabere) lachspieren. Hun performances werpen je keer op keer terug op de totale absurditeit en schande van deze situatie.
Dit wordt echter doodgeslagen door de andere helft van de cast: Thompson speelt vol overtuiging de meest stereotype FBI-agent die je je voor kan stellen (inclusief donkerblauw shirt met lange mouwen, opgestroopt tot net onder zijn ellebogen) en de vierde FBI-agent (een geestige rol van Becca Blackwell) loopt rond als een soort militaire variant van Chief Wiggum uit The Simpsons. Hun performances worden flink beperkt door deze clichématige rollen, waardoor de geloofwaardigheid van de situatie volledig wegvalt.
Een tweede onbegrijpelijke keuze is de rol van Winners huisdieren. Ook deze waren opgenomen in het transcript, maar waarom Satter ervoor kiest om zowel de hond als de kat in een enkele scène op te laten komen in knuffelvorm (gespeeld en bestuurd door Blackwell) is volledig onduidelijk. Zeker wanneer het geblaf en gemiauw al onderdeel is van de soundscape en beide dieren verder geen rol spelen in de voorstelling. Ook de beslissing om 14 toeschouwers achter het speelvlak plaats te laten nemen is nog een balletje dat opgegooid, maar nooit gevangen wordt.
Hoewel Is this a room de harde realiteit van een cover-up indringend portretteert en een confronterend portret schetst van de praktische uitvoering van Trumps beleid, biedt de voorstelling te weinig nieuwe inzichten voor wie zich de afgelopen maanden bezig heeft gehouden met de Amerikaans politiek om écht te boeien.
Foto: Paula Court