In [Em]brace van choreograaf Sanne Clifford delen drie vrouwen de dansvloer. De nadruk van de performance ligt op de overgave aan een val. Ook het opstaan, elkaar de hand toereiken, of jezelf toch behoeden voor de naderende impact, spelen een belangrijke rol. (meer…)
In Instinct gaat choreograaf Iris van Peppen terug in de tijd. Dat moeten we ruim opvatten: ze gaat nog verder terug dan het bestaan van de mens op aarde. En dan kom je vanzelf bij dieren terecht. Drie danseressen gaan op zoek naar instinctieve bewegingen.
‘Wij worden steeds kleiner,
wij varen henen.
Achter ons blijft een verlaten vlakte.’
Zo eindigt het gedicht Wij komen ter wereld van Jan Hanlo. In het begin ervan is de mens met rouw uit het graf gekropen om nuttige dingen te doen, zoals ‘het opvullen van mijnen:/ het plaatsen van kolen en stinkende olie/ waar ze behoren, diep in de aarde.’ Kogels en messen trekken zich terug uit het lichaam en maken dat weer heel.
De drie danseressen in Instinct gaan eenzelfde weg. Om de cirkel van kartonnen krukjes marcheren ze rond. Na een tijdje komt er een versnelling in hun lopen. Ze rennen, eerst joggend – de activiteit van de mens die niet vanzelfsprekend meer beweegt en daar dus recreatief tijd voor moet maken. Dan gaat het rennen over in vluchten, overleven. Bewegen als menselijke behoefte, en zelfs als levensvoorwaarde. Wanneer ze op vier ledematen verder gaan, is dat weer een nieuwe, dus eerdere fase.
Het publiek wordt uitgenodigd om op de krukjes te gaan zitten. Zo vormen ze een arena, waarin de danseressen een voor een verschijnen. Ze verkennen de mogelijkheden van hun armen en benen en de risico’s van de wereld, meer en minder op hun hoede. Hun bewegingen doen steeds meer denken aan dieren, zoals baltsende vogels. Met hun hoofden tegen elkaar vormen ze één organisme, dat weer uit elkaar gaat. Uiteindelijk eindigt het in schuiven, wiebelen en kruipen over de grond, als wormen.
Iris van Peppen, die ook les geeft in onder meer dansimprovisatie, is opgeleid aan de School for New Dance Development van de Theaterschool Amsterdam. Die nieuwe dansontwikkeling komt er in deze voorstelling niet erg uit. Bij de contactimprovisatie in Instinct denk je eerder aan de jaren tachtig dan aan nieuwe dansontwikkelingen. Het rondrennen kennen we onder meer van Meg Stuart.
Marc Nukoop (elektronica) en gitarist Ard Kok zorgen voor een adequate wall of sound of voor subtielere klanken. Makiko Ito, Kim Hoogterp en Aida Guirro Salinas doen hun best, maar kunnen ook de gedachte niet voorkomen dat het bewegingsmateriaal en het verhaal van Instinct te mager is voor een voorstelling van een uur.