Het is een eenzame wereld die Maxim Storms tekent in Nuggets. Het publiek lacht er hartelijk om, maar eigenlijk is het een vrij zwarte spiegel die ze wordt voorgehouden. De titel verwijst naar fonkelende verrassingen en die zijn er volop in het grijze decor van plastic en meer plastic en een uitgedroogde boomtak. Storms paart iets van clown en iets van commedia dell’arte aan een heel eigen genre. (meer…)
Licht wanhopig is de toon van Instead of doing nothing van Nona Buhrs en Dries Gijsels. De leegte van het theater gaapt hen aan, terwijl het publiek buitengewoon geamuseerd toekijkt. De twee spelers spreken met verschillende stemmen – voice-overs, telefoonstemmen, toneelstemmen, elkaars stemmen – en ze laten uiteindelijk ook het publiek stemmen. Alles ademt een natuurlijke absurditeit, die gevoed wordt door de ernst waarmee Buhrs en Gijsels hun werk als theatermaker ook weer niet al te serieus nemen.
Als onder een inmens vergrootglas, presenteren de spelers zich als spelers, op zoek naar een plan, naar iets dat ertoe doet. Onderwijl schemert de situatie van de jonge toneelmaker door, die zich om alles moet bekommeren, van de kaartverkoop tot de publiciteit, de techniek en de publieksbemiddeling en wat daar meer is. Hoe kom je dan nog toe aan maken, hoe word je dan niet overspannen? De huidige stand van zaken in het instituut theater is misschien unfair en pover, maar wat let hen eigenlijk, deze spelers? – lijkt de onderliggende vraag.
Met groot gemak verknopen de twee talloze situaties. Een half woord, een klein gebaar of een minuscuul voetendansje zijn genoeg om de scène te doen verschieten. Vliegensvlug beweegt de situatie van persoonlijk existentieel gedoe naar professionele discussie naar systeemkritiek en terug. Indirect leggen Buhrs en Gijsels veel bloot van wat de huidige maker opbreekt om het te maken in het theater.
Microfoons die zo staan afgesteld dat je er onmogelijk bijkunt, helmen met spiegeltjes om jezelf steeds in de gaten te houden tijdens het spelen, zelfs een grote, rode bejaarden-alarmknop op het podium – alles werkt tegen, niets brengt redding. Het zo voor de hand liggend narcisme van de speler en diens geworpenheid in de wereld en op het podium woekert vrolijk voort.
Buhrs spreekt dan wel een niet nader genoemd, naar ik aanneem twintigste eeuws, Frans manifest uit over de relatie tussen kunst en wereld, maar de twee lijken geen besef van geschiedenis te hebben. Ze spelen alsof ze de eersten zijn die al deze theaterdingen moeten doormaken, alsof ze nog nooit een toneeltekst gelezen hebben, laat staan van post-drama gehoord hebben.
Dat maakt dat ook de niet zo ingewijde toeschouwer, waarvan er bij Festival Cement lekker veel zijn, van de ene prettige verbazing in de andere valt. De onschuld van het doen alsof het de eerste dag is, maakt dat we nog maar eens het abc van het theater samen kunnen doorlopen en laat tegelijkertijd zien hoe inwisselbaar leven en theater zijn. Die absurde conditie haast terloops te vertalen naar de huidige, soms benarde situatie van de onafhankelijke speler – markt en overheid, publiek en programmeurs dient men ten alle tijde te vriend te houden, zonder dat je daar iets voor terug mag verwachten – het gaat Buhrs en Gijsels buitengewoon goed af.
Nona Buhrs en Dries Gijsels leerden elkaar kennen aan het RITCS in Brussel en stonden na hun opleiding mee aan de wieg van de Koekelbergse Alliantie van Knutselaars (K.A.K.). Instead of doing nothing, geproduceerd samen met Monty in Antwerpen, is buitengewoon onpretentieus en intelligent, theater zoals theater bedoeld is.
Foto: Wannes Cré