Musical is volop in beweging in Nederland, en dat mag ook op het O. Festival in Rotterdam niet onopgemerkt blijven. ‘Dwarsliggers’ van het eerste uur, Willemijn Böcker, Pepijn van den Berg, Judith Boesen en Ayla van Summeren (samen De Amazones), zetten bij Theater Walhalla met hun derde productie In het oog van de orkaan het experiment met activisme op de bühne verder. Hoewel het agonisme van solidariteit via het musicalgenre toch niet zo simpel ligt dan het lijkt.

Ik moet eerlijk bekennen, als Gen X-criticus heb ik enorme sympathie voor nieuw experiment met politieke vormen van theater, en al zeker met musical. De Amazones is een collectief dat de opkomende generatie probeert wakker te schudden, in het theater, maar ook op straat bij Extinction Rebellion. Ze proberen daarmee de paradox te doorbreken die ook Bertolt Brecht eens kende toen hij naar verluidt weigerde een repetitie in de Volksbühne te verlaten om mee buiten te protesteren: voor hem begon de revolutie in het theater. Bijna een eeuw later leven we met het besef dat die grote revolutie van het theater niet is gekomen en ook niet zal komen. In het oog van de orkaan biedt ons dan een moment van reflectie, want in het oog kan je even stilstaan terwijl de wereld om je heen raast.

De Amazones zijn ook niet naïef. In een eerder interview in Theaterkrant Magazine (2023) zeggen de makers dat ze klimaatontkenners in het theater niet zullen kunnen overtuigen. Wel hopen ze met hun theaterwerk de reputatie van activisme bij te stellen. Theater is een manier om te laten zien wat er onder dat activisme zit, stelde Pepijn van den Berg toen. Het zit ’m in het opzoeken van het ‘redelijke midden’, van mensen die niet per se activisten zijn maar die wel de emoties achter de woede op straat kunnen begrijpen. Anders dan bij Brecht die een spectrum aan inleving afkeurde, zoeken De Amazones emoties op in hun muziekdrama waardoor het publiek zich kan spiegelen aan de personages en hun conversaties.

In deze voorstelling is er echter geen doorgezette verhaallijn, maar gaat het meer om episodes die thema’s weergeven uit de huidige Gen Z met passende muziekstijlen. Het is een concept-musical over de grote -ismes, crisissen en noden van onze tijd, en hoe je je er als individu toe kan verhouden: misschien een leerstuk voor Gen X, maar ook vooral een weerspiegeling van vragen en twijfels die heel wat jongeren die vandaag een verschil willen maken, bezighoudt.

Deze musical munt uit in de vindingrijke teksten en een knappe, minimalistische scenografie (door MAQERIJ van Quinten de Smedt) waar er met emmers en licht op een klein, vlak vloertoneel gespeeld wordt, terwijl witte doeken de vuile was verbeelden die deze jonge artiesten even willen buitenzetten. Soms wordt een emmer een slagkreet uit de wereld van protest als ‘fight’ of ‘freeze’, dan weer wordt het een zoeklicht in een verwarrende tijd.

Het spel zit vol energie en vooral Willemijn Böcker is ontwapenend. De liedjes bevatten ook heel wat pareltjes die blijven hangen als ‘vernederland’, ‘poes, poes, poes, push the button’, ‘wat klein begint wordt groot’ … en ‘wie helpt ons naar de maan?’ Het schuurt ook even als Pepijn zijn beide ouders vraagt, blikkend in het publiek, ‘waar zijn jullie?’ wanneer hij op de barricade staat. En Böcker stelt zich vragen bij de goede doelen die haar langzaam maar zeker leegplukken.

De muziek werkt aanstekelijk, heeft qua stijlen en zeggenschap soms iets weg van Bo Burnham, en er wordt ook zelfs a capella gezongen. Het zijn allemaal knipogen naar een voornamelijk jeugdig en ook breed publiek dat zich hierin kan herkennen. Zo wordt met elk liedje de vraag gesteld: heeft actievoeren eigenlijk nog wel zin?

Ik was helemaal mee met die vraag. Maar iets ontstemde mij of dit nu tot nihilisme moet leiden of een volmondig ja. Nu hebben we in Nederland en Vlaanderen al een geschiedenis van politiek theater uit de jaren ’70 achter de rug, dat het theater van vandaag mee vorm heeft gegeven. Dus de nieuwe ‘wave’ aan politiek engagement in (muziek)theater, wat dit jaar op O. erg opvalt, is zeker toe te juichen. Maar ik zie weinig van dat geheugen in deze voorstelling terug. De Angelsaksische musical in de vrije sector heeft ook al decennialang dat engagement gekend, vooral vanuit identiteitspolitiek, wat de laatste jaren pas weer blijkt te bloeien in Nederland. Dat De Amazones dit oppikken is lovenswaardig.

Tegelijkertijd blijft de musicalvorm toch erg hangen in het benaderen van gemeenschappelijke thema’s via het hyperindividuele, en ook wel: het narcisme van het genre, om vooral goed te performen. Deze voorstelling lijkt mij dat narcisme niet echt te doorbreken ondanks alle troeven van het collectieve werk. Onder het Walhalla-publiek zie ik ook veelal hetzelfde type mens zitten, waardoor de musical preekt tegen haar eigen bubbel.

Maar toch is dit muziektheater, dat meer naar narcistische introspectie neigt terwijl het haar eigen vermogen in haar engagement met de wereld bevraagt, toch ook meer dan ooit belangrijk. Het snijdt belangrijke thema’s aan, zoals mentale gezondheid, zelfmoordgedachten (trigger warning), doomscrollen, … die allemaal gaan om onze innerlijke orkaan terwijl de wereld alsmaar doordraait. En dat is toch iets waar je als individu én als lid van je generatie even stil van wordt. Het hoeft dan misschien niet meteen tot actie te leiden, of agonisme: in de zelfherkenning ligt misschien al een lichtpuntje uit deze doldraaiende orkaan.

Foto: Alina Fejzo