Vlak voor het einde van de jongerenmusical Laat het licht aan stokt Jarno Korf, midden in een zin valt hij stil. Er volgen seconden die als minuten aanvoelen, waardoor het drama dat de veertig minuten daarvoor in hoog tempo op de kijker werd afgevuurd, onverwacht hard naar binnen slaat. (meer…)
De boksring op het toneel doet strijd vermoeden. En dat klopt ook: de muziekvoorstelling In het licht door Solo Stories vertelt het heftig bewogen verhaal van een zangeres die droomt van een grootse carrière. Maar telkens dwalen haar gedachten af naar een gruwelijke jeugd, waarin ze werd misbruikt door haar stiefvader.
Hoofdrolspeelster en zangeres Lisse Knaapen maakt haar entree in een uitbundige, wijdvallende jurk. Ze zingt het lied ‘In het licht’ over het verlangen in het licht te staan, gezien te worden. Ellen ten Damme schreef speciaal voor deze voorstelling de liedteksten en componeerde de muziek. Het is een mooi begin, waarin op subtiele manier de tragiek wordt aangeduid die later zal volgen. Regisseur Benno Hoogveld en scriptschrijver Marc Veerkamp bewerkten het autobiografische boek Mijn ware verhaal (2019) van Karin Bloemen tot dit muziektheaterstuk.
Het plot ontvouwt zich langzaam en tegelijk spannend, totdat geleidelijk de ware omvang van een gezinstragedie zich ontvouwt. De vader van Karin verlaat plots het huis, hij zal niet terugkeren. Haar moeder neemt een nieuwe man, dat wordt hun nieuwe vader. Het is de fotograaf Ben die vaak rondom het huis sluipt, altijd met de camera in aanslag, klik-klik. Maar Ben kan niet met zijn handen van de meisjes afblijven, dwingt hen tot seks en zelfs tot een trio met moeder en oudste dochter.
Nu heeft hij zijn zinnen op Karin gezet, het meisje van 14 dat hij drie jaar lang drie keer per week misbruikte. Dat is meer dan duizend keer, zoals Knaapen zingt in het lied ‘Meer dan 1000 x’. Het is ongekend knap van Knaapen dat ze in hoog tempo telkens wisselt van perspectief, nu eens is ze kind nog, dan zangeresje dat op tv mag komen en daarnaast ook slachtoffer. Die scène met de tv loopt slecht af: speciaal voor haar echte vader doet ze een blauwe blouse aan, want ze hoopt dat hij kijkt en dat de lievelingskleur blauw hem opvalt. Maar de regie stuurt haar weg: haar blauw valt weg tegen de blauwe achtergrond.
In de weergave van deze kleine teleurstelling die voor de jonge Karin verpletterend groot is, toont Knaapen haar acteerkracht. Met gedoseerde opbouw weet ze op het juiste moment het hart van die scène te raken. Er mag niet te veel in een recensie als deze prijs worden gegeven, wel wil ik noteren dat het verloop van de voorstelling meer dan beklemmend is. Oom Ben stalkt het meisje onophoudelijk en als hij niet fysiek aanwezig is, dan verschijnt hij wel in haar angstdromen. En overal hoort ze dat gehate geklik van het fototoestel.
Je vraagt je als toeschouwer verbijsterd af hóe dit zo heeft kunnen gebeuren en waarom niemand ingreep. Uiteindelijk zullen het de buren zijn, met een ijzersterke overbuurman, die zich het lot van het gezin aantrekken. Een van de sterkste zinnen in boek en voorstelling is: ‘Ik wist niet dat ik zo bang kon zijn voor mannen in ruitjespyjama.’
Het slotlied heet ‘Uit de schaduw’ en heeft de muzikale zeggingskracht van een bevrijding. De soundscape van Rik Ronner en het decor- en lichtontwerp van Mike den Ottolander maken In het licht tot een compacte, krachtige voorstelling waarin majeur en mineur elkaar afwisselen. Het is Lisse Knaapen die de monoloog en de songs met een innerlijke drive brengt. Dit is belangwekkend en indringend theater, veel toeschouwers waren diep geroerd, en begrijpelijk: de impact is groot.
Foto: Annemieke van der Togt