Deze Night die drag artist Indie Nile ons voorschotelt, gekleed in een bruidswit kostuum dat verschillende afneembare lagen telt, bestaat uit twee delen: vóór de pauze houdt Nile een nagesynchroniseerd therapeutisch interview met zichzelf op een beeldscherm (maar dan zonder drag outfit) dat afgewisseld wordt met jarentachtighitjes, en na de pauze een therapiesessie voor vrijwilligers uit het publiek. (meer…)
Een therapeutische sessie met een ‘mentaal instabiele’ AI-tool staat centraal in de performance I’m a Robot and I need Therapy. Met de geestelijke gesteldheid van de kunstmatige intelligentie lijkt het echter nogal mee te vallen. Boeiender is de interactie tussen performer Marina Orlova en een paar camerastatieven.
Ontspannen zittend op een kruk stelt Marina Orlova zich voor, als iemand die een leven lang worstelt met haar brein. Zowel in haar moederland Rusland als in West-Europa is zij gediagnoseerd, mis-gediagnoseerd, gestigmatiseerd en geïnstitutionaliseerd. Jarenlange therapie en medische behandeling hebben weinig soelaas gebracht. Volgens Orlova is psychiatrie geen haar beter dan astrologie. Sterker nog: van een astroloog kun je tenminste duidelijke antwoorden verwachten, zonder veroordelend te zijn.
Orlova vertel haar verhaal in een intieme setting. Het publiek zit in u-vorm om haar heen, een deel van de kijkers zit op kussens. En performer en toeschouwer kunnen elkaar in de ogen kijken. Toch signaleert Orlova dat er een performatieve kant zit aan haar persoonlijk klinkende relaas, door aan het begin van de voorstelling een blonde pruik op te zetten. In 2022 vertelde ze in grote lijnen hetzelfde verhaal in de videolezing Dance, Neurodiversity and Robots. Inclusief de observatie dat je als kunstenaars best in een subsidieaanvraag kunt zetten dat je neurodivergent bent, zolang je er maar bij zegt dat je ‘hoogfunctionerend’ bent.
Naast Orlova’s gestileerde betoog over ervaringen met de psychiatrische zorg staat een therapeutische sessie met een als ‘mentaal instabiel’ aangekondigde AI-tool centraal. Orlova treedt daarbij op als therapeut en de applicatie communiceert via een beeldscherm, waarvan de inhoud wordt geprojecteerd op een doorzichtig doek. Seconden achterlopend spreekt de tool, die luistert naar de naam 8gv3aOpQ-01, dezelfde teksten uit, met een kalme mannenstem.
Afgezien van het slot, waarin de kunstmatige intelligentie nogal geforceerd blijft hangen in steeds hetzelfde antwoord, komt deze AI-tool helemaal niet zo instabiel over. Therapeut Orlova stelt nogal leidende vragen over een eventuele behoefte van de AI aan gezelschap en contact. Dat de AI daarin mee gaat duidt er vooral op dat zijn logaritme is ingesteld om de gesprekspartner te pleasen.
In dialoog met Orlova, en ook in een ‘groepssessie’ met het publiek passeren allerlei ideeën de revue over het vermogen van AI’s om emoties te hebben en de filosofische implicaties daarvan. Het is niet compleet oninteressant, maar ideeën over de grens tussen mens en machine zijn lang, lang geleden al veel interessanter uitgediept in een sf-klassieker als Do Androids Dream Of Electric Sheep (1968) van Philip K. Dick.
Boeiender dan de in stukken geknipte, en daardoor wat langdradige therapiesessie is de choreografie die Orlova creëert met twee zwarte camerastatieven. Bij beide standaards zijn de drie poten niet aangedraaid, waardoor deze voortdurend in en uit schuiven als ze worden gemanipuleerd. De worsteling tussen performer en statieven levert interessante visuele associaties op: van mitrailleur tot kruk tot robotarm.
Daarnaast vormen die labiele driepoten een een toepasselijke metafoor voor mentale instabiliteit. De belangrijkste functie van een statief is zorgen voor stabiliteit. Maar als er een of meerdere schroefjes los zitten wordt het een onhandelbaar geval. In een van de sterkste momenten in deze choreografie houdt Orlova, ruggelings op de grond liggend met één been beide statieven in balans. Het punt dat ze hiermee maakt: een labiel evenwicht is óók een evenwicht.
Foto’s: Tasha Arlova