Ze komt uit het hoge noorden, zat op een school met zeven kinderen en heeft iets met dieren. In haar eerste avondvullende programma Ik blijf verdomme hier! presenteert Dian Liesker (1974) zichzelf als een nuchter, uit de klei getrokken meisje. Met zwiepende paardenstaart stampt ze op blauwe kaplaarzen over het toneel. Af en toe grijpt ze naar haar accordeon voor een lied om daarna weer energiek los te gaan met anekdotes over vroeger en nu.

Liesker, die twee jaar lid was van de Comedytrain en in 2010 de Persoonlijkheidsprijs won bij Camaretten, is een verhalenvertelster. Aangemoedigd door Jan Jaap van der Wal verschoof ze het accent van stand-up comedy naar cabaret, een vorm die haar ligt. Waar cabaretiers als Sanne Wallis de Vries en Brigitte Kaandorp spelen met hun vrouwelijke onhandigheid, zit Liesker meer op koers met Louise Korthals, die afgelopen seizoen werd bekroond met de Neerlands Hoop: kordaat, zelfbewust en, in het geval van Liesker, met een gevaarlijk laagje agressie.

Mensen aanmoedigen los te breken uit oude patronen, dat is de rode draad die haar sketches verbindt. Kikkers vormen daarbij een terugkerend element. De groene capuchontrui is niet voor niets; op een zeker moment is Liesker er zelf een. Maar dwingender dan het beeld van de cabaretière die met gespreide knieën gehurkt op een krukje zit, is de metafoor van de kikker in de pan. Gooi je hem in kokend water dan springt hij eruit, maar breng je het water langzaam aan de kook dan blijft de kikker zitten tot hij is dood gekookt. Mensen moeten zich niet laten dood koken, is Lieskers devies.

Die boodschapt draagt ze uit in een programma dat soms nog wat onevenwichtig is. Liesker is een innemende performer die hilarisch uit de hoek kan komen, maar sommige van haar verhalen voelen minder noodzakelijk. Haar gebed tot God over wie er allemaal dood mogen, doet bovendien sterk denken aan een scène uit Theo Maassens laatste voorstelling.

Los daarvan is het spannend hoe Liesker durft te spelen met haar lieve-blonde-meisjes voorkomen. Af en toe is ze ongekend grof en dat werkt verfrissend.

Foto: Eunice Liesveld