‘Hoe kun je leven als je niet weet wie je ouders zijn?’ Met deze retorische vraag begint en eindigt José Montoya – eerder ook bekend als Jozef Klaassen – zijn autobiografische solovoorstelling. Een duidelijk antwoord op de vraag komt er niet. (meer…)
‘Ik weet het niet, maar ik weet genoeg om mee verder te gaan.’ Woordkunstenaar en spoken word artiest Elten Kiene doet met de Oerol-voorstelling Ik ben nog nooit op dit punt geweest een theatrale oproep om je open te stellen voor het onbekende. Het liefst wil hij een ‘positiviteitsvirus’ over Terschelling rond laten gaan.
Prachtig is de opening, als het publiek plaatsneemt bij Oerols Storytelling Podium – na een korte duinwandeling langs drie installaties, die je bij wijze van opmaat alvast zelf uitdagen te reflecteren op tijd en identiteit. Een beschutte plek achter een leegstaand hotel in Formerum is voorzien van een prachtig panoramisch duinuitzicht: weids en intiem tegelijk. Daar staat Kiene rotsvast en in volle rust op het podium, zijn ogen gesloten. Danser Salva Akrum beweegt om hem heen: hij onderzoekt het glooiende landschap. Struikelend, springend en vallend maakt hij zich de omgeving eigen.
Dan blijkt dat deze twee uiterste verschijningsvormen dezelfde persoon vertegenwoordigen. Sterk is het contrast dat deze twee performers ten opzichte van elkaar opwerpen, een contrast dat in een en dezelfde persoon verenigd zit: aan de ene kant zoekend, grillig en gevoelig voor externe impulsen, aan de andere kant stabiel en rustig.
Akrums bewegingen worden steeds gejaagder en schokkeriger, hij probeert op te gaan in het publiek, maakt zich er weer van los, kijkt opgejaagd om zich heen, dan laat hij zich vallen, duikt ineen en verschuilt zich vervolgens achter de zwijgende en standvastige Kiene. Alsof Akrum de binnenwereld van Kiene vertegenwoordigt, want – zo blijkt tijdens de voorstelling – achter zijn vermeende rust gaan grote vragen en vurige twijfels schuil.
Die komen in het tweede deel centraal te staan, als Kiene in een muzikale spoken word performance zijn relatie tot de wereld om hem heen onderzoekt. Hij vertelt dat hij een schrijver heeft ontmoet, die in zichzelf zit en die hem heeft geleerd te leren leven door en met kunst. Hij is dankbaar, maar ook bezorgd: hoe kan het dat we leven in een wereld waarin eten, drinken, vermogen en ruimte in overvloed is, maar er toch niet genoeg voor iedereen blijkt te zijn? Willen we niet beter voor elkaar zorgen, of kúnnen we niet beter, vraagt Kiene zich af?
Ik ben nog nooit op dit punt geweest is een sympathieke, korte voorstelling van ongeveer dertig minuten, die op een uitzonderlijk fluïde wijze genres met elkaar vermengt: spoken word, dans, installatie (Lizzy Van den Berg) en muziek (DAGGER DX) vallen naadloos samen in een ingetogen theaterkleinood. Dat is een grote kwaliteit. Dat de voorstelling tegelijkertijd op afstand blijft, komt omdat Kienes boeiende en wezenlijke vragen en gedachtegangen, nergens een concrete bedding krijgen. Hij behandelt grote, relevante en complexe thema’s en dat is bewonderenswaardig, maar zijn woorden blijven algemeen, het blijven contouren die niet worden ingekleurd.
Dat is te meer jammer, omdat je aan alles voelt dat dit werk een zeer persoonlijke grondslag heeft, en de urgentie die achter de woorden zit wel degelijk invoelbaar wordt. Hoe kleiner en persoonlijker Kiene wordt, hoe groter de impact van zijn verhaal.
Foto: Robin Clarijs