Het zwarte lichaam als performatief uitgangspunt. In haar tweede productie vertrekt de jonge choreograaf Cherish Menzo samen met performer Camilo Mejía Cortés vanuit dat gegeven. D̶A̶R̶K̶MATTER is een punky performance, een trip vol mysterie en symboliek. Donker in zijn consequentie, licht aan het einde van de tunnel. (meer…)
Een concertperformance moet het worden, waarin de muziek Alma’s intense spel met ritme en Hendriks geometrische landschapstekeningen ondersteunt. Idioter is de titel. Dat klinkt lekker maf, maar de performance wijkt weinig af van het normale, van het reeds gekende. De vocale bewegingen verrassen wel.
Elke generatie dansers tast zo zijn grenzen af van beweging, tijd en ruimte en hun onderlinge relaties. Dat houdt in dat experimenten zich herhalen. De techniek is nu wat gesofisticeerder en de gebruikte klanken kennen vaker een technobeat, maar het basisconcept blijft hetzelfde. En het resultaat vaak ook. Dat bezorgt de oudere toeschouwer een déja-vu-effect. Ook nu.
De uit Zweden afkomstige en in Brussel werkzame choreografe en danseres Alma Söderberg voegt in haar bewegingsonderzoek muziek, geluid, ritme en zang toe in hun relatie tot beeld en beweging. De Belg Hendrik Willekens is een tekenaar die, zoals uit de performance blijkt, graag met drummachines en muziek uit panelen bezig is. Samen staan ze aan een grote tafel, vol rode kabels. Ze tillen een stukje deken op en prutsen aan knopjes. Is dit een soundcheck, of is het al echt. Eindelijk galmt een doffe misthoornklank als een basso continuo door de ruimte, en dat wekt een aardige sfeer op. De twee verplaatsen zich, draaien aan knopjes van andere panelen, andere ritmes en slagwerkgeluiden klinken in hoogtes en laagtes.
Na een kwartier neemt Söderberg een microfoon. Langzaam bouwt ze met haar stem geluiden op, vanuit de keelholte, met het klappen van haar wangen, met haar mondzetting. Een indrukwekkende virtuositeit kenmerkt haar act. In plaats van haar lichaam beweegt de danseres haar stembanden, haar mond en kaken, haar adem. Ze speelt met de lichamelijke facetten van taal, en dat is leuk. Ze klakt met haar tong, knipt met haar vingers, slaat op voorwerpen of op het lijf van Willekens, en dat ritmische spel is raak. Ik heb haar zo al eens bezig gezien in een kleutervoorstelling. Die speelsheid had een aanstekelijke impact op de kleuters. Maar toen was de aanloop naar dat moment niet zo lang en was er een snelle afwisseling in ritme en spel. De kleuters deden toen mee, nu blijven de mensen zitten, ze glimlachen terug naar Alma, hier en daar is er een metrisch knikkend hoofd.
Pas de laatste vijf minuten van de een uur durende performance begeeft Willekens zich naar de andere kant van de ruimte waar tekeningen, papier en stiften klaarliggen. Hij gaat zitten, bukt zich voorover, vlak voor ons. Ik zie alleen een bouwvakkersspleet, hoor het arceren met stiften versterkt en in golven, maar heb totaal geen kijk op het tekenresultaat.
Het duo noemde zijn voorstelling Idioter omdat de esthetische waarde van de combinatie van de letters van het woord hen zo aansprak. Ze achten idiotie nodig als discipline om dichtbij het lege verdwijnpunt te blijven. Wat dat ook moge zijn. Ik ben het in elk geval niet gewaargeworden.
Dit was een oprecht onderzoek naar de relatie tussen beweging en geluid, tussen machinale klank en menselijke stem. Kunstig interessant, maar gelijksoortige zoektochten zijn deze performance voorgegaan. Maar Söderbergs stemkunsten verrasten aangenaam. Dat wel.