Op afstudeerfestival ENTER begeleidt Theaterkrant 15 nieuwe theaterwerkers bij hun eerste recensies. Deze recensie is geschreven door twee van de deelnemers van het traject, Nigel Onwuachu (NO) en Mel Kikkert (MK). Ze bespreken de voorstelling I Wish I Wasn’t Born at All aan de hand van een dialoogrecensie.

NO
Rouw heeft de kracht om te verbinden en om te verbreken – en het laatste is het geval in I Wish I Wasn’t Born at All, geregisseerd door Laura Nieuwenhuis (regie-opleiding Toneelacademie Maastricht) en geschreven door Tamar van der Ven. We treffen een klinisch wit huis en een vrouw met een verhuisdoos aan. Ze vertelt ons, het publiek, over de opluchting die ze voelde bij de dood van haar moeder en hoe graag ze het huis zo snel mogelijk leeg wil hebben. Het zijn pijnlijke woorden om aan te horen, uitgedragen door een verhullende lichaamstaal die ongemak uitstraalt. Een geloofwaardige start waar sympathie gekweekt wordt voor haar kant van het verhaal.

De focus van de voorstelling ligt op waarom de dochter van het gezin niet verder wil in het familiehuis. Door de dood van de vader is er een sfeer ontstaan in het gezin die rouwen onmogelijk maakte, waardoor dochter, zoon en moeder vervreemd van elkaar zijn geraakt. De dochter, gespeeld door Lindsay Zwaan, verzamelt de laatste spullen uit het ouderlijk huis voor de kringloop. Daar ontvangt ze de makelaar (Mika de Pee) die als een psycholoog gedurende de voorstelling de ware redenen probeert te ontleden voor haar nonchalante, laconieke houding tegenover het overlijden van haar moeder. Er ontstaat redelijk snel een hele vriendschappelijke band, waardoor de verhouding makelaar-cliënt snel vervaagt.

MK
Ja, dat personage van de makelaar lijkt aan het begin een spannende toevoeging, vind ik. De dochter zit vast in een monotone interne monoloog, en dan stapt er plotseling iemand binnen die vraagtekens zet bij haar gedachtegang. Ook hun ongemakkelijke, haast flirterige interactie creëert een spanningsveld. Plots is daar een moment van intimiteit in het leven van het afgesloten hoofdpersonage.

Toch maakt hij zijn potentie niet helemaal waar voor mij. De makelaar stelt steeds precies de juiste vragen om het hoofdpersonage tot bezinning te laten komen. Doordat de confrontaties met deze jeugdvriend turned makelaar een voorspelbaar pad volgen, zorgen ze niet voor een kwetsbaarheid waar ik wel naar verlang. Het personage doorgaat een emotionele boog, maar ik word daar niet in meegenomen.

NO
Het concept rouw en zijn complexiteit worden duidelijk overgebracht uit het spel van de dochter. Tijdens de gesprekken met de makelaar wordt ze uitgedaagd om op haar eigen gevoel en keuzes terug te kijken. Daarbij valt ze herhaaldelijk terug, met een melodramatische blik, in herinneringen van haar jeugd. Haar vader die ze verheerlijkt omdat hij haar ooit van van het podium redde in een moment van schaamte, haar moeder die ze veracht omdat ze haar emotioneel verwaarloosde, het zelfmedelijden dat ze ervaarde als tiener.

Het zijn zeer persoonlijke anekdotes waarbij je je constant moet afvragen in hoeverre die rationeel beoordeeld kunnen worden. In deze momenten verandert het lichtontwerp in rap tempo, waardoor het hoofdpersonage ook echt een moment uit het parelwitte decor verdwijnt.

MK
Naast dat je die betrouwbaarheid van de verteller kan bevragen, vraag ik me ook af of er niet meer interessante momenten te pakken waren uit de jeugd van het personage. Een verjaardag, een balletopvoering, het zitten in de auto – het zijn beelden die we snel koppelen aan het kind-zijn en daarom wat algemeen voelen. Een keuze voor unieke herinneringen zou het personage nog meer diepte kunnen geven, haar nader tot ons brengen, om zo die emotionele reis met haar mee te kunnen maken.

Ook durft de regie niet altijd kansen te nemen, terwijl het stuk het sterkst is, wanneer het wat meer buiten het gebaande pad durft te denken. Zoals het moment waarop beide spelers middenin een dialoog achter het decor verdwijnen, maar wel doorspelen. Zowel tekst en regie nemen me aan de hand mee, terwijl ik juist verlang iets onvoorspelbaars mee te maken om zo de emoties te voelen die het stuk wil overbrengen. Dan zou er nog iets meer knetteren, denk ik.

NO
Het parelwitte decor (van Iris Brussee en Fay van Erp) creëert een mooi speelveld voor de acteurs. Het hemelse, zachte interieur wordt gecontrasteerd door het gips waar alle meubels en spullen mee omhuld zijn. De zachte gordijnen zorgen voor een dynamisch scènebeeld. Door ze strategisch op te hangen zijn er mooie looplijnen zichtbaar voor de acteurs om zich door de ruimte te bewegen en te verbergen. Bij het verdwijnen van twee gordijnen ontstaat er een heel ander landschap, waarbij er veel minder plekjes zijn voor de hoofdrolspeelster om zich te verstoppen voor de geschiedenis waarvan ze probeert weg te rennen.

MK
Soms zijn er inderdaad even mooie beelden, vooral door het lichtontwerp van Bo van der Ham. De stoel van de vader wordt vanuit links belicht en het hoofdpersonage laat even haar hand over de stof van de rug glijden, haar vingertoppen verdwijnen in de schaduw van een leuning. Het hoofdpersonage staat op een kastje en voert een stuk balletchoreografie uit, terwijl stofdeeltjes door de lucht dwarrelen, zichtbaar door het zachte paarse licht.

Deze beelden geven de emotionele diepgang die vaak in het spel en de tekst mist, maar de regie geeft net niet genoeg ademruimte aan deze momenten. Graag zou ik langer stilstaan bij die kwetsbaarheden. Juist wanneer het personage uit de bocht vliegt, er iets gebeurt dat we niet verwachten, ontstaat er een bepaalde magie. Dan wordt het verdriet invoelbaar: door een handeling, een beeld.

Foto’s: Juliette de Groot