Een smal metalen laddertje dat over katrollen loopt, waardoor het in een lus blijft doorlopen, met daaronder, op de grond, een berg stoffige lappen in groen- en grijstinten. Zo minimaal is het toneelbeeld dat Django Walon ontwierp voor ROTOR#3 – Sisyphus Machine. Twee spelers, Koen van der Heijden en Hidde Aans-Verkade, beklimmen om beurten de ladder, hun bewegingen monotoon en geconcentreerd. (meer…)
In I, Phone toont de jonge maker Rob Smorenberg hoe de mens – de homo cellularis – vergroeid is met techniek en een digitale wereld. In een eenvoudig, klassiek pantomime pamflet onderzoekt hij elke gedetailleerde beweging en zet hij ons zo een spiegel voor. Dat is even grappig als confronterend.
Maak maar eens een voorstelling van onze handelingen met de telefoon. Rob Smorenberg kan dat en smeedt ze tot een smeuïge solo, te zien in een van de loodsen op de NDSM-werf tijdens Over het IJ Festival. Op de band geeft een vrouwelijke stem in het Engels instructies. In een kale ruimte volgt een lange, slanke, blonde krullenbol de instructies op. Steeds verdwijnt de telefoon weer in zijn zak. Nee, niet letterlijk, I,Phone is aanvankelijk pure pantomime. Secuur wordt elke beweging geïmiteerd en die beweging creëert samen met de stem op de band vervolgens een ritme.
Smorenberg studeerde in 2017 af aan de mimeopleiding in Amsterdam. In zijn laatste jaar speelde hij in de voorstelling De warme winkel speelt de warme winkel (2016). De band met het collectief bestaat nog steeds: behalve dat Smorenberg speelt in voorstellingen van de groep, ondersteunt De Warme Winkel ook zijn eigen werk. Het blijkt een goede match. Net als in het werk van De Warme Winkel is het commentaar op het gegeven ‘theater’ in deze bescheiden solo voelbaar. Vooral het grappige intermezzo in I, Phone – met verwijzing naar de film E.T. – draagt daaraan bij.
Elk detail doet er toe, het is precisiewerk. De exacte houding van de hand, vingers en duim en alle minuscule bewegingen van het typen op de telefoon zijn tot in de finesse uitgewerkt en gerepeteerd. We zien tal van herkenbare houdingen van het lichaam met de telefoon. Zo is I,Phone ook meteen een interessante bewegingsstudie. Maar als Smorenberg even later in het stuk een concert beleeft via het beeld van zijn telefoon, zien we subtiele veranderingen in zijn gezicht. Opengesperde ogen vol plezier, een blos op de wang; het bloed stroomt in het gezicht van de bleke jongeman, die plots emoties blijkt te hebben.
Halverwege de mimografie versnellen de bewegingen, duidelijk ook weer ingezet door een emotie. In een razend tempo scrollen we door de dagen van de telefoonverslaafde, alsof de jongeman een digitale versie van zichzelf is geworden. Ambachtelijk ontleedt Smorenberg de moderne mens om vervolgens in klassieke mime-taal te tonen waartoe dat lijdt. Het einde van I, Phone is wat kort door de bocht, maar ook consequent en trouw aan de ultra-pantomimische insteek van dit droogstoppelige, maar bij vlagen ook zeer geestige werk.
Foto: Bas de Brouwer