In The Waves, de eerste productie die Khadija El Kharraz Alami maakt met haar stichting K.E..K.A., creëert ze een vrije ruimte waarin naar hartelust met de brontekst van Virginia Woolf kan worden geëxperimenteerd. Het gevoel van speelsheid en vrijheid werkt ontwapenend. (meer…)
In I… Cognitive Maps – Chapter 1 neemt theatermaker Ely Daou (Beiroet/Barcelona) ons mee door de appartementen van zijn jeugd. Met niets meer dan een overheadprojector, viltstift en zijn geheugen, trekt hij letterlijke lijnen tussen plattegronden, familieleden en de Libanese Burgeroorlog.
Nee, op scenografisch vlak heeft de voorstelling niet veel om het lijf. De kleine vlakke-vloer-zaal is ontdaan van haar tribune. In het midden van de ruimte zit Daou, op de grond naast een overheadprojector en een laptop. In een halve cirkel om hem heen liggen oranje, blauwe en rode kussens in verschillende vormen en staan zwarte stoelen. Tegen de achterwand hangt een beamer waarop de projectie te zien is: een plattegrond van een appartement. Vanaf dit eilandje, blik stug op de papieren gericht en stift in de aanslag, illustreert Daou zijn herinneringen.
Hij neemt ons mee door de huizen waar hij en zijn familie gewoond hebben. Eén voor een gaat hij de kamers langs, hoe ze ingericht waren, waar de eettafel stond en waar de telefoon. De indeling van het meubilair gaat gepaard met gebeurtenissen uit zijn jeugd: familietaferelen en oorlogstaferelen. Een van de sterkste anekdotes die deze kleine en grote geschiedenis met elkaar verbindt komt in de eerste kamer van het eerste appartement. Met een zwarte stift tekent Daou zijn bed en de vluchtroute die hij als kind nam om ’s avonds van het bed naar de gang te komen, omdat hij ervan overtuigd was dat er een monster onder zijn bed leefde. Met een rode stift trekt hij vervolgens andere strepen: de geweerschoten die niet veel later de muren doorboorden, en de brand die het hele appartement in de as legde. De flat bevond zich precies in een gevechtszone.
Op simpele, maar effectieve wijze laat Daou zo zien hoe de oorlog door de ogen van een kind beleefd wordt. Zijn leven stond niet in teken van politieke overwegingen, maar in hoe hij stiekem vanaf zijn matras in de woonkamer de tv kon blijven zien. Toch gaat Daou niet voorbij aan de zwaardere, onderliggende thematiek. De projecties van de plattegronden worden afgewisseld met video-interviews met zijn vader. Waar Daou steevast een dosis humor toevoegt aan zijn verhaal, is zijn vader bedachtzaam, melancholiek. Hij vertelt hoe de familie dankzij de oorlog twee of drie keer vanaf nul heeft moeten beginnen, en hoe ze bleven steken in dezelfde situaties wegens het ontbreken van geld of werkgelegenheid.
Het thema van herinneren vormt zo een lichte rode draad in de voorstelling. Soms spreken vader en zoon elkaar tegen in wat wanneer gebeurde en wie er precies bij betrokken waren. Op één moment corrigeert Daou zichzelf: in zijn herinnering was zijn grootvader aanwezig, maar deze bleek voor zijn geboorte al te zijn overleden. Hier overstijgt de performance even haar anekdotische karakter en stipt een interessanter, groter thema aan over de subjectiviteit van herinneringen.
Daou begint wat houterig in zijn spel, wellicht door de taalbarrières, maar komt naarmate zijn verhaal vordert steeds meer los. Hij weet het hele publiek een uur lang geboeid te houden, wat ook grotendeels komt door het plezier waarmee hij vertelt. Desalniettemin vraag je je achteraf wel af waar zijn verhaal nu eigenlijk over ging. De voorstelling is vooral een verzameling van herkenbare anekdotes over kind- en tienerzijn. Behalve de connectie met de plattegrond en het meubilair, is de verbinding tussen die anekdotes uiteindelijk toch erg minimaal.
Het einde komt dan ook abrupt. Daou licht dan het doel van de performance toe: het fysiek maken van zijn herinneringen. De appartementen zijn weg, verkocht, of niet meer toegankelijk. Deze krabbels zijn de enige manier waarop hij ze nog tastbaar kan maken. Dat is een interessant gegeven, waar enigszins met zevenmijlslaarzen overheen wordt gestapt. Hier hadden meer dan een paar losse zinnen aan besteed mogen worden.
De voorstelling is in vorm niet persé vernieuwend of baanbrekend, maar Daou laat desondanks een frisse wind waaien door bekende thema’s en beproefde middelen. Ook bewijst hij eens te meer hoe weinig poespas er nodig is voor het vertellen van een goed verhaal. Qua narratieve ontwikkeling voelt het alsof er nog wat uit te delven valt, maar al met al maakt I… Cognitive Maps – Chapter 1 wel benieuwd naar een chapter 2.
Foto: Alessandro Sala