In een kakofonie van beeld en geluid – het geklik van metaal, de holle gangen, de kreten van gevangenen, overvleugeld door die van de cipiers – verkent de Nederlandse schrijver en theatermaker Nic Bruckman de wereld van de gevangenis. Binnen en buiten, open en gesloten, de begrippen draaien om elkaar heen, als de cipier en zijn gevangene. (meer…)
Remco Veldhuis en Richard Kemper zijn al meer dan twintig jaar vrienden en collega’s en ook al geruime tijd zwagers (Kemper is met de zus van Veldhuis getrouwd). Ze zien elkaar dus vrijwel dagelijks. Maar kennen ze elkaar goed? Zijn ze wel echte vrienden? In Hou dat vast wroeten ze in elkaars ziel.
We hebben wel vaker gezien dat cabaretiers hun relatie op het podium fileren. We zagen het onder anderen bij Van Vleuten en Van Muiswinkel en bij de vier heren en dame van Don Quishocking leidde het chirurgisch-filosofische onderzoek in een ver verleden zelfs tot een (tijdelijke) breuk. Het meest indrukwekkend gingen de jongens van Niet Uit Het Raam elkaar te lijf in Draai het eens om uit 2016 om te kijken wat ze werkelijk voor elkaar voelden. Dat ging er bikkelhard, nietsontziend en oergeestig aan toe.
Zo snoeihard en zo geestig hakken Veldhuis en Kemper niet op elkaar in, maar Hou dat vast is zeker geen vrijblijvend programma geworden. De twee mannen hebben in het verleden ook los van elkaar gewerkt. Veldhuis stond solo op het podium met een komische samenvatting van de bijbel en deed mee aan The Passion, terwijl Kemper succes had met het schrijven van twee afleveringen van de bioscoopfilm Huisvrouwen bestaan niet. Daarnaast schreef hij mee aan de relatiekomedie Hart tegen hart, waarin hij ook zijn acteerdebuut maakte.
Dat waren zijstapjes die de samenwerking eigenlijk alleen maar hebben versterkt. Vanaf het eerste Veldhuis & Kemper programma Half zo echt in 2002 hebben de twee mannen zich als een hecht en solide duo ontwikkeld met een herkenbare frivole, ernstige stijl en mooie tweestemmige liedjes.
Toch blijken ze lang niet alles van elkaar te weten, zo blijkt uit Hou dat vast. Ze reageren in ieder geval behoorlijk verbaasd als ze hun ziel en zaligheid op tafel leggen. Dat maakt het programma theatraal ietwat ongeloofwaardig, maar dat haalt de kwaliteit van de verhalen en de liedjes toch niet echt onderuit. Niet alle ontboezemingen zijn even sterk. Zo levert het verhaal van Kemper over zijn tamelijk lethargische tienerzoon weinig op, maar het verslag van zijn uitstapje naar Engeland met zijn oude vader is ronduit meesterlijk. Grappig en ontroerend.
Minstens even sterk is het jeugdverhaal van Veldhuis over de aanvankelijk zeer ongemakkelijke vakantie met zijn gescheiden vader en jeugdige nieuwe vriendin, naar een naaktcamping in Frankrijk. Het vriendelijk bedoelde verjaardagsgedicht dat Veldhuis voor zijn vriend heeft geschreven, doet denken aan de taalvindingrijkheid van Kees Torn en dat is een groot compliment.
De voorstelling, aanvankelijk in de vorm van een podcast-opname, begint een beetje lullig met de aankondiging dat Kemper vijftig is geworden, waarna het publiek tot het meezingen van het verjaardagsliedje wordt verleid. Maar die leeftijdsmijlpaal (‘Je zit nu toch in de bus terug.’) blijkt een interessante kapstok om allerlei filosofische mijmeringen aan op te hangen en leidt uiteindelijk tot een mooie slotscène.
Hou dat vast is een fijne mengeling van nostalgie – echt prachtig hoe Veldhuis een aantal voorwerpen uit zijn jeugd tevoorschijn haalt, zoals het Honderdduizend Stratenboek en een cassettedeck – en een frisse kijk op de toekomst, waarbij ook de methode van de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo (‘Does it spark joy?’) een aardige rol speelt. Ofschoon het tweetal dit keer niet zo nadrukkelijk bezig is met de lach, is het een vermakelijk programma geworden, met spitse speldenprikken over en weer.
Tussen het gekibbel en persoonlijke verhalen wordt er weer lekker gezongen. Kemper is een prima componist met een ontspannen pianospeelstijl. In elk lied weet hij wel een paar muzikale wendingen te bedenken die de close harmony nog wat extra kracht geven. De kern van het programma zit in het titellied en met die opdracht is niets mis: hou vast wat waardevol is, en dat blijkt de vriendschap tussen Veldhuis en Kemper te zijn.
Foto: Bob Bronshoff