‘Don’t dream it, be it’: de sleutelwoorden van de uitzinnige horror-musical Rocky Horror Show hebben nu meer betekenis dan ooit. De grote zaal van Internationaal Theater Amsterdam was tot de nok gevuld bij de landelijke première van deze show, gebaseerd op de cultfilm The Rocky Horror Picture Show (1975). (meer…)
Dat pubers huilend weglopen bij de try-outs van je nieuwste voorstelling, klinkt niet direct als goede publiciteit. Wanneer je voorstelling Horror heet wordt het een ander verhaal.
Een jong stel (Silke Hundertmark, Thomas Ouwerkerk) en hun beste vriend (Yannick Greweldinger) komen aan in een verlaten landhuis. Al snel blijkt er naar weinig pluis. Dat het stoffige muziekdoosje de openingstune van Rosemary’s Baby speelt is wellicht al een teken. Anders het duidelijk dode meisje (Gwen Langenberg) met de bleke huid, zwarte ogen, witte japonnetje en bebloede hakbijl wel. Dan is het natuurlijk wachten tot de eerste doden vallen.
Jakop Ahlbom – zelf een horror aficionado – wilde een hommage maken aan het horrorgenre. En dat is hem zeker gelukt! Voor de liefhebber is het een feest van herkenning, maar ook de leek kan er veel van de basiselementen van de goede (en minder goede) griezelfilm in terugzien.
Het dode meisje (liefst met zwart haar en in een flinterdun jurkje), kledingkasten die open- en televisies die aanspringen, ijl babygehuil en, natuurlijk, een taperecorder (met dank aan Evil Dead) om geesten mee op te roepen – of muziek op af te spelen. Alleen de enge poppen ontbreken, al zou de onfortuinlijke zombiebruid (Sofieke de Kater) daar ook nog voor door kunnen gaan.
Ook de sfeer pakt Ahlbom angstaanjagend goed. Het is een fijne mix van onheilspellendheid, zwarte humor en hardcore horror, met zowel geslaagde fysieke gags (een hand heeft een eigen wil) tot mooie visuele vondsten (plotselinge persoonswissels, geesten die in de lucht hangen, camerabeelden die ons op cruciale momenten tonen wat we eigenlijk wel of juist niet zouden moeten kunnen zien). Hulde ook aan de vormgeving, aankleding, props en de dramaturgie! Het is een combinatie die ergens doet denken aan het werk van Peeping Tom, al scoren die nog net iets hoger op unheimische sfeer, en iets lager op coherent verhaal.
Horror is, naast een ode, namelijk ook een bonafide horror story, vol tragische geschiedenissen, dubbelgangers en onbegrepen zielen, die eindigt in een ouderwetse orgie vol geweld, griezels en royaal rondspuitend bloed. Alleen de vier enge gemaskerde mannen die het liefst uit lege badkuipen en televisies kruipen – en de huilende baby – worden nergens verklaard. Maar dat is muggenziften.
Gaat je hart niet sneller kloppen van een scène waarin iemands dikke darm via zijn mond naar buiten wordt getrokken? Of waarin een dood meisje haar slachtoffers op haar kop en op handen en voeten – a la Linda Blair in The Exorcist – belaagt? Dan is Horror waarschijnlijk niets voor jou. De rest wacht een avondje superieur griezelen.
Foto: Sanne Peper