‘Het is overal wel wat. Het is helemaal niet erg.’ Soms moest de kleine Loes Luca het wel vijftien keer achter elkaar zeggen om de boze geesten te verjagen. In Uit het hoofd leert de ‘grande dame van de komedie’ dat ze niet altijd mensen aan het lachen hoeft te maken, maar er gewoon mag zijn. (meer…)
De voorstelling begon om half acht. Om kwart over elf vind je het spijtig dat ze voorbij is en loop je met kramp in je kaken naar het café. Want wat heb je gelachen, wat heb je plezier gehad, wat heb je je verbaasd en verwonderd over deze troupe acteurs die een even geestige als messcherpe tekst van Elias Canetti op ongeëvenaard superieure wijze ten tonele heeft gevoerd.
Na zeven jaar voltooide ’t Barre Land in 2003 de driedelige literaire klucht Hoofd zonder wereld naar de roman Het martyrium van Elias Canetti (1935). Deel één, dat in 1998 werd uitgebracht, vormt het relaas van het huwelijk van professor Kien (Jacob Derwig), bibliofiel en beroemd Sinoloog, met zijn meedogenloze huishoudster Thérèse (Margijn Bosch), die millimeter voor millimeter aan een totale gebiedsuitbreiding werkt. In deel twee (dat begin deze eeuw uitkwam) is professor Kien uit zijn huis gegooid en staat hij opeens in het volle leven. Tijdens zijn zwerftocht door de stad ontmoet hij de gebochelde dwerg Fischerle (Vincent van den Berg), die naar Amerika wil om wereldkampioen schaken te worden en op zoek is naar een stipendium. Handig inspelend op Kiens onvoorwaardelijke trouw aan het boek maakt de doortrapte dwerg hem al zijn geld afhandig. In deel drie, dat nu voor het eerst samen met de twee eerdere delen wordt gespeeld, kiest Kien, nadat hij zijn rokkenjagende broer Georg (Martijn Nieuwerf), beroemd psychiater in Parijs, de deur heeft gewezen, de meest radicale vorm van zelfverdediging om zich van de wereld om hem heen te bevrijden. Hij steekt zichzelf en zijn boeken in de fik, in het midden latend of hij slachtoffer dan wel triomfator is over de onhoudbare toestand in zijn wereld.
De hele voorstelling, die nu wordt uitgebracht door de Veere, het repertoiresamenwerkingsverband van ’t Barre Land met Discordia, wordt gespeeld op en om een klein verhoogd podium pal voor het publiek. Er staan twee stoelen tegen een achterwand van schroothout. Jacob Derwig heeft permissie gekregen van Toneelgroep Amsterdam om voor deze herneming op het oude nest neer te strijken. En wat is dat nest warm, wat wordt er gevogeld en gefladderd. Derwig en Van den Berg haken op elkaar in alsof de eerste nooit is weggeweest. Het Barre Land-geheugen is tot in de haarwortels van deze spelers opgeslagen. En dat levert een onvergetelijke avond intelligent vermaak op. Een wasbeurt voor de geest.