90 jaar Ramses Shaffy in een uitverkocht Carré. Maar de hommage van het Amsterdams Kleinkunst Festival aan een van de grootste kleinkunstenaars werd tevens een eerbetoon aan de onlangs overleden Wimie Wilhelm, die tot vlak voor haar dood een regierol heeft gespeeld bij Ramses 90. (meer…)
Het werk van de Chinese choreograaf Yang Zhen is regelmatig in Europa te zien, zo ook in Nederland. Met zijn nieuwe choreografie voor vier dansers staat hij nu op het Groningse Noorderzon Festival. Bij Hommage mag het publiek aan drie kanten van een knalrode T-vormige catwalk plaatsnemen. Vooraan staat een geblondeerde jongeman die het publiek onbevangen, en een tikje uitdagend, welkom heet. Hij is gekleed in ruimvallende jeans, zwart leren jack, zwarte singlet en draagt oorringen, vingerringen en een opvallend glimmend collier. Maar om zijn heupen heeft hij ook een kleurige omslagdoek geknoopt.
Zachte, wat non-descripte achtergrondmuziek begeleidt zijn minimale dansbewegingen, alsof hij de dans inwendig wil houden. Maar als het publiek eenmaal zit en het zaallicht dimt, ontdoet hij zich van zijn jack en start hij – na een heuse hartjes-groet naar het publiek die hij ook nog lijkt te menen – met een dolle solo waarbij hij zijn hele lichaam in de strijd gooit.
Zijn bewegingsidioom doet in de verte denken aan een parafrase (of is het parodie?) van discodans, misschien met wat vogue-elementen. Wat vooral opvalt is hoe hij zijn hele lichaam totaal gebruikt in alle richtingen, waardoor de indruk ontstaat dat hij nooit eenzelfde beweging herhaalt maar altijd een nieuwe variant laat zien.
Deze originele stijl van dansen zal de rest van de avond de boventoon voeren, ook als de drie andere dansers – op wie hij kennelijk stond te wachten – eenmaal gearriveerd zijn. Als deze drie hun jasjes uittrekken, blijken zij daaronder eenzelfde zwarte singlet te dragen en een even opvallend bling-collier. Ook hier geldt de hartjes-groet als een password, waarna het viertal in hun onnavolgbare laten-we-het-freestyle-noemen over de hele catwalk danst en feestelijk hun samenzijn lijkt te vieren. En dat feestje wordt afgesloten met een blikje coke dat een breekpunt markeert.
Uit de kap komen kostuums dalen en als die eenmaal de catwalk bereikt hebben, kleden de dansers zich rustig om in kleurige en extravagante kostuums: langharige jassen met grote rode of zwarte vlekken of veelkleurige strepen, kleurige leggings of opvallende lange sokken met daaroverheen gekleurde shorts. Het lijkt erop dat er met een lichte verwijzing naar gender twee koppels gevormd worden: twee zijn gemaskerd, de andere twee dragen respectievelijk een mondmasker en een zonnebril. Hebben zij nu hun gedroomde identiteit aangenomen? Hebben ze zich bevrijd van hun uniforme singlets en jeans waarmee de drang (of dwang) tot conformisme wordt verbeeld?
Naast elkaar op de korte kant van de catwalk beginnen ze eerst individueel een nieuwe dans die uiteindelijk uitmondt in geleidelijke verstilling en gefaseerd afbreekt totdat ze alle vier uitgeblust op de grond belanden. Nieuwe sequenties dienen zich aan, op het adagio van Albinoni, gevolgd door een melancholieke pianosolo: het verkleedfeest is kennelijk voorbij en het viertal kleedt zich om naar een neutraal stadstenue.
Ook de catwalk heeft zijn rol gespeeld en moet zijn rode kostuum prijsgeven. Een tekst (in het Mandarijn) weerklinkt en uit de bijgevoegde vertaling blijkt dat het gaat om de ontdekking van beeldvorming, van de esthetiek van lichaamsvormen, van individuele expressie door middel van kleding en accessoires, oftewel het ontstaan van de consumptiemaatschappij in China.
Het viertal gaat zitten op de rand van de catwalk, neemt een opschrijfboekje en elk van hen spreekt iemand in het publiek aan. Dit gesprek eindigt geleidelijk in een collectieve langzame oversteek in slow motion over de hele catwalk, een oversteek die de moeite lijkt te verbeelden maar ook de noodzaak om steeds maar weer vooruit te willen gaan.
Het is een spel rondom identiteit en beeldvorming. Misschien is de conclusie dat beeldvorming in een gesprek van individu tot individu als een stoorzender werkt en écht contact in de weg staat. Vraag blijft: voor wie of wat is deze hommage? Is het een hommage aan hun eigen pogingen om vat te krijgen op alle invloeden en prikkels waar de moderne mens aan onderworpen is? Een intrigerende voorstelling in een volstrekt eigen dansidioom.
Foto’s: Jan Westerhof