In huis van de wijk De Nieuwe Gaffel in het Oude Westen (Rotterdam) wordt het publiek ontvangen op een buurtfeest. Op lange tafels staan koekjes en nootjes, er hangen ballonnen en er is een klein podium. Het feestcomité wordt gerund door het koppel Kees en Marcel samen met Jolanda, die wat later komt. (meer…)
Het grijze beton van thuisstad Rotterdam dat het toneel ommuurt in Home is niet grauw. Met wijd uitgespreide armen drukt een danseres zich tegen de wand van betonblokken, waarmee Rotterdam na de bombardementen in de oorlog opnieuw materialiseerde.
In zijn eenvoud is het decor van ontwerper Thomas Rupert krachtig en er gaat – samen met het lichtbeeld van Remko van Wely waarbinnen de dansers in alledaagse kostuums van Babette van den Berg in zachte pasteltinten bewegen – een zekere luciditeit van uit.
De nieuwste voorstelling van choreografe Conny Janssen heeft een aantal sterke beelden die beklijven, zoals wanneer de dertien dansers in de smalle, hoge opening van de achterwand staan en vanuit die steeg de wereld aanschouwen.
Michel Banabila (soundscape) en Maarten Vos (cello, electronica) laten tijdens de voorstelling hun muziek horen als vanuit een open venster in de stad, ze zitten in een eigen ruimte hoog boven de vloer. Conny Janssen werkte eerder samen met dit team en in Home heeft de synergie geleid tot een heldere lijn van verbondenheid tussen de dans, de beelden en muziek.
Als de dansers – met verschillende achtergronden – bezit hebben genomen van deze stad, breekt de massa open en verspreiden zij zich over de vloer. De choreografie voor de groep – Janssen laat veel groots opgezette scènes zien – is fascinerend door de subtiliteit waarmee zij alle individuen tegelijkertijd laat schitteren binnen het geheel. Soms gaan de dansers gelijk op maar vaker verschillen ze net even in hun bewegingsvormen en tempovariatie.
Home is een liefdesverklaring aan de stad. Home gaat over menselijke verhoudingen en over opgenomen worden in een gemeenschap. Maar ook over afscheid nemen van verleden en vaste waarden. En de eenzaamheid die de stad onmiskenbaar kan versterken.
De taal die Janssen hanteert is gelardeerd met gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Daaruit blijkt dat de zachte uitstraling die deze stad op het eerste gezicht heeft, geen zorgeloze wereld is. Handen wrijven over haren en gezichten, terwijl ruggen krommen. De dansers tonen allerlei zielenroerselen terwijl zij zich onthouden van een te nadrukkelijk emotioneel expressionisme. Zij laten ook zien wat de stad met de bewoners kan doen. Door even een vlakke hand op een buik te leggen en kort daarna een bil te betasten, wordt de blik van de ander gevangen.
De aandacht voor detail in Home is bewonderenswaardig en verrijkt de bewegingstaal. Die helderheid is een grote kracht in Home. Maar de voorstelling maakt ook duidelijk dat er een dunne scheidslijn is tussen het verbeelden van of het uitdragen van een gevoel in beweging. Er is een spanningsveld tussen innerlijke intentie en verschijningsvorm dat soms naar het laatste overhelt.
Foto: Leo van Velzen