Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Maartje en Kine hebben hun programma Hoge Noot een jaar vooruit geschoven, maar verwachten op spiergeheugen snel weer ingespeeld te zijn.
‘Muziek begint, waar woorden eindigen.’ Met dit citaat van Wagner in het achterhoofd proberen Maartje en Kine in Hoge Noot een antwoord te geven op de vraag: waarom maakt de mensheid muziek? Het levert een vrolijk muziekprogramma op dat klassieke en eigen muziek voortdurend afwisselt.
Aan de hand van een soort muziekcollege met muziek van onder anderen Tsjaikovski, Brahms en Bach komen we achter de drijfveren van klassieke componisten om hun tijdloze stukken te schrijven. Binnen deze rode draad speelt het duo eigen werk en spelen talloze komische audities van voor ze elkaar ontmoetten: Kine speelt bijvoorbeeld drie fluiten tegelijk voor de Céline Dion tribute band en Maartje probeert een stuk te rappen.
Hoge Noot neemt je voor het grootste deel mee naar vroeger sferen. Geen digitale foefjes, maar alles live. Door verschillende sheets voor de overheadprojector over elkaar heen te schuiven projecteren de twee bewegende afbeeldingen op een grote trommel. De loensende ogen van een componist, bijvoorbeeld, of een schip dat aanmeert bij een eiland.
Grapjes zijn vaak melig, soms luguber, dan weer ietsje schunnig, maar altijd binnen een behoudende norm. Relatief nieuwe dingen, zoals een rap, of performance art, zijn puur vanwege de nieuwigheid al een grap. We zijn er voor muziek die de tand des tijds doorstaan heeft. Dat hoeft niet allemaal klassiek te zijn. In een vertaling van het mooie Noorse liedje ‘Tanta Til Beate’ uit 1982 maakt een oudere dame een tijdreis, luisterend naar de muziek van gitarist Django Reinhardt (1910-1953).
Voor de indrukwekkendste muziekstukken haalt het muzikale tweetal de viool en accordeon tevoorschijn, die ze al van kinds af aan bespelen. Ze begeleiden elkaar op (bas)gitaar of piano. Daarna zingen ze weer eigen liedjes over Atlantis of de liefde in prachtige tweestemmige samenzang, jodelen over een baan in de ‘jodel-EHBO’ of moedigen het publiek aan om te lachen om moorddadige circusacts.
In 2020 ging Hoge Noot in de IJskast, en ruim twee jaar lang hebben Maartje en Kine de voorstelling in hun spiergeheugen gehouden. Het is dan ook een feestelijk, zorgvuldig uitgewerkt muziekprogramma, waar je met een voldaan gevoel uit weggaat. Met als bonus een glossy met smeuïge weetjes over het liefdesleven van Robert Schumann en Brahms en een muziekquiz in de pocket.
Foto: Jaap Reedijk