Textielstad Almelo bouwt aan een fraaie traditie van ‘stadsmusicals’ die de eigen stad en haar geschiedenis tot onderwerp hebben, bijna aldoor voorzien van een fijne dosis droge humor. Na Van katoen en nu en Het verzet kraakt heet de derde Van katoen en water. Hiermee is de Almelo-trilogie voltooid. (meer…)
Zoals vissen het water niet zien waarin ze zwemmen, zien mensen de lucht niet waarin ze leven, aldus Sjoerd van Capelleveen. In Hoe is het water? neemt hij afstand, omdat onze lucht, wat hem betreft, niet zo fris is. Zijn cynisme lijkt te groeien met het ouder worden. Dat kan ook andersom, denk hij: met zijn band Bovenste Knoopje Open wil hij zijn de mensen optimistischer de zaal laten verlaten dan dat ze zijn binnengekomen.
Inhoudelijk is Van Capelleveen beslist onderscheidend van zijn cabaretcollega’s. Met zijn ongecensureerde activisme, in het bijzonder met betrekking tot ‘het neoliberale systeem’ (‘fuck dat’) en megastallen (‘ik wil megastalhouders niet vergelijken met nazi’s, maar…’) verwoordt hij de bedrukkende zorgen van een nieuwe generatie. Alles vrolijk gebracht op blote voeten, met glinsterende ogen en een glunderende glimlach, die de zure appel toch een stuk zoeter doet smaken.
De leden van Bovenste Knoopje Open zijn de afgelopen jaren weer een stukje minder jong geworden. De vier mannen staan ontspannener en zelfverzekerder op het podium en hebben oude liedjes verleidelijker gemaakt. Naast saxofoon en basgitaar spelen Marcel Kouwenhoven en Job-Jurre Huiskamp ook prachtig cello en viool: als die samengaan tillen ze elk nummer naar een hoger niveau.
We horen veel liefdesliedjes, een paar mooie vertalingen van The Beatles: ze selecteerden hun meest optimistische repertoire om ons van ons cynisme te genezen. Met een paar leuke mopjes van drummer Siebe de Vries en variaties op reclamespotjes voor Bovenste Knoopje Open, heeft de band een luchtig eigen programma, naast de hoofdlijn van hun artistiek leider Van Capelleveen.
De muziek is super, als cabaretier kan Van Capelleveen nog groeien. Veel grapjes lijken nog niet helemaal ingesleten en hadden in een paar try-outs gepolijst kunnen worden. Hij is ook misschien iets te subtiel: maakt hij zich schuldig aan zijn eigen top 20 aan ergernissen, dan is onduidelijk of dat een opzettelijk teken van minder cynisme is of gewoon inconsequent. Ook kan zijn filosoferende, opbeurende houding wat eentonig worden. Hij heeft het beslist in huis: met een vurige imitatie van een Italiaanse treinconducteur brengt hij kortstondig vuur in zijn performance.
Mondjesmaat wordt duidelijk waar deze innemende twintiger eigenlijk zo cynisch van is geworden en blijkt het een heel persoonlijk verhaal te zijn. Zo lijkt Hoe is het water? uiteindelijk niet alleen een pleidooi voor optimisme, maar ook om goed voor jezelf blijven zorgen, ook als er veel is om over te piekeren.
Foto: Yan Kei Lo