Het delen van emoties, gevoelens en associaties staat centraal; niet het vertellen van een verhaal. Suzy Blok, artistiek leider van het Punch! festival, introduceert tijdens haar openingsspeech de motieven van een nieuwe generatie dansmakers. Geen voorstellingen om bij achterover te leunen, maar het publiek wordt direct betrokken bij wat het waarneemt. Met deze boodschap begint […]
Of we in het midden van de zaal willen gaan zitten, anders zien we te weinig. Bij het plaatsnemen in Theater Bellevue voor de voorstelling Hi bye van Gabriella Maiorino en Cosmin Manolescu, blijkt waarom. Het podium wordt in tweeën gedeeld door een gordijn. De dansmakers zullen aan weerszijden daarvan hun werk uitvoeren.
Hi bye, een performance die deel uitmaakt van het Punch! Festival, gaat over de zoektocht naar intimiteit. Daarbij worden referenties naar de ons omringende beeldentaal niet geschuwd. In het begin liggen beide dansers stil op het podium, gekleed in spijkerbroek en t-shirt. Lafjes strekken ze af en toe een arm uit in de richting van de ander, of leunen ze tegen muur of vloer. Dit inleidende gedeelte wekt de indruk van een loom en huiselijk bankhangen. Ook al kunnen beiden elkaar niet zien, de indruk ontstaat van een uitgeblust, samenwonend stel dat vergeten is waarom ze bij elkaar zijn.
Dit verandert wanneer Manolescu zich uitkleedt, zijn laptop pakt en zichzelf begint te filmen. Hij neemt de poses aan die je vaak ziet op Facebook: duimen omhoog, stoer uit de ogen kijkend, het lichaam presenterend als het begeerlijkste voorwerp dat er is. Maiorino’s meer ingetogen bewegingsstijl, in combinatie met haar confronterende blikken, maken dat je je als toeschouwer geïntrigeerd maar ook een beetje betrapt voelt. Wie kijkt naar wie, en waarom, is de vraag die hier aan de orde wordt gesteld.
Interessanter wordt het wanneer beiden hun tenue verruilen voor een disco-achtige outfit, terwijl popmuziek de etherische pianoklanken vervangt. Nog altijd zonder elkaar te kunnen zien, gaan beiden nu op in hun eigen woeste bewegingen. Streden ze eerder nog om toenadering, nu hebben ze de strijd opgegeven en verliezen ze zich in narcistisch vertoon. Kijken we uiteindelijk, in onze pogingen naar de ander te kijken, niet enkel naar onszelf, lijken de dansers te willen vragen.
Wanneer het transgressieve geschud met beglitterde lichaamsdelen hen heeft uitgeput, trekt Manolescu zijn laptop naar zich toe als hoofdkussen. Dit is een belangrijk detail. Comfort wordt niet meer gevonden bij elkaar, maar bij een Macbook. De laptop is per definitie een ambigu object. Het vertegenwoordigt zowel verbinding (met de rest van de wereld, als je de belofte mag geloven) als afsluiting (van de directe fysieke omgeving, en misschien wel van het eigen lichaam).
Nadat ze zich volledig hebben ontdaan van hun kleding, kruipen de dansers langzaam en naakt naar elkaar toe. Ze vinden elkaar in de gordijnen, al konden de toeschouwers die niet exact in het midden van de zaal zaten niet zien wat daar precies gebeurde.
In feite was het gordijn ook overbodig. De sterke en eigen bewegingstaal van beide choreografen is instrumenteel genoeg in het uitdrukken van de vergeefse zoektocht naar elkaar. Zo’n knullige en kunstmatige afscheiding is daarbij helemaal niet nodig. Een prominentere plek voor de laptop was veel interessanter geweest, zowel op choreografisch als op conceptueel niveau. Wellicht was dit net-niet duet dan een echte driehoeksrelatie geworden.
(Cosmin Manolescu foto: Sanziana Crasiun)