Op verzoek van Milo Rau verhielden al twee theatermakers en hijzelf zich tot de vraag: Wat is theater voor u? Hij betitelde het project Histoire(s) du theatre, analoog aan Histoire(s) du cinéma van Jean-Luc Godard). One Song van Miet Warlop is een knallende nummer vier. Deel V (Rabih Mroué) en VI (nog bekend te maken) zijn in voorbereiding.
De Israelisch-Nederlandse choreograaf Guy Weizman van de Groningse dansgroep Club Guy & Roni (dance and beyond) wilde iets doen met L’histoire du soldat van Igor Stravinsky uit 1918. Maar hij wilde iets anders dan het volgens hem afgekloven verhaal van de soldaat die zijn ziel verkoopt aan de duivel, want we weten nu wel dat dat niet zo’n goed idee is. Weizman vroeg de door hem bewonderde dichteres Judith Herzberg een nieuwe tekst te schrijven bij de muziek van Stravinsky.
Weizman wist toen nog niet dat Judith Herzberg zich al drie jaar daarvoor uitgebreid in L’histoire du soldat had verdiept vanwege een Stravinsky-voorstelling Svadebka!, die in heel Nederland werd gespeeld en waarvoor zij een nieuwe vertaling had gemaakt van de door Charles Ferdinand Ramuz geschreven en eerder door Martinus Nijhoff vertaalde tekst. Maar er was nog iets: Judith Herzberg wilde al jaren lang zelf iets schrijven over een soldaat die uit de oorlog terugkomt in zijn vertrouwde omgeving en daar ziet dat hij is veranderd en zijn omgeving ook. Zij schreef daarom nu een nieuwe, eenvoudig lijkende, maar indrukwekkende tekst, Het verhaal van Ikme. Het verhaal van een man die met grote omwegen naar huis loopt, omdat hij de ontmoeting met zijn geliefde vreest, want ‘Ikme heeft zich op dit weerzien al te veel verheugd / in elke hoop is wanhoop / ingebouwd ben bang dat ik te veel naar je verlang.’
De man is danig in de war, hij heeft eelt op zijn rug, op zijn neus, op zijn pik; hij verlangt naar haar armen, maar zij begint over een pan die zij heeft uitgeleend en die niet is teruggegeven. Ten slotte trekt Ikme zich terug, alleen op een schone wc en mompelt dubbelzinnig: ‘Ikme weet vrede.’
In de voorstelling die ik zag was de tekst jammer genoeg niet zo goed te volgen. Dat had verschillende redenen. Het was de eerste keer dat bij deze voorstelling de muziek van Stravinsky door een live orkest werd gespeeld en dat overstemde de tekst nogal eens. Bovendien worstelde Veerle van Overloop met de microfoon, die zij af en toe wegsmeet. Daardoor was van de stotterende, wanhopige, afwezige ex-soldaat niet zoveel te horen. Misschien was het ook een aanvechtbare keuze dat de tekst door een vrouw werd gezegd, omdat het nu leek dat niet de man zelf maar zijn vriendin aan het woord is.
Daar staat tegenover dat de dans van Roni Haver, Igor Podsiadly en Camilo Chapela heel krachtig is, enerverend, vaak erg mooi, soms met ongelooflijke horizontale sprongen en salto’s. Alleen had de dans bij nader inzien niets met de tekst van Judith Herzberg te maken, maar met het oorspronkelijke verhaal over een soldaat, een duivel en een prinses. Stravinsky’s muziek werd schetterend en schitterend gespeeld door een klein ensemble, het Lunapark Orkest. Het geheel was een eigenaardige combinatie van toch wel heel bijzondere elementen. Ik hoop dat het allemaal bij volgende voorstellingen wat meer op zijn plek zal komen.
(foto: Andreas J. Etter)